Scriptiebank

Bart van den Bosch,
Het einde der geschiedenis.
(1992)

Overzicht van speculatieve geschiedsfilosofieën van Hesiodes tot Fukuyama. In dit overzicht wordt het verschijnsel uitgediept dat in roerige tijden een bijzondere soort van geschiedschrijving ontstaat. De belangrijkste karakteristieken van deze geschiedschrijving zijn dat zij:
a] zich met lange perioden en grote gebieden bezighouden,
b] op zoek zijn naar een ontwikkelingspatroon in de geschiedenis,
c] in het verlengde daarvan zoeken naar een mechanisme dat de gang der geschiedenis reguleert
d] meestal zeer omvangrijke geschriften opleveren,
e] uitgaan van het standpunt dat de chaos van het heden alleen geordend kan worden door het wezen van de geschiedenis te ontsluieren.
Welk gevolgen hebben de gangbare opvattingen in de geschiedschrijving voor de speculatieve geschiedschrijving? Ondanks de diepgaande problemen over het waarheidsgehalte van de historische kennis, bestaat er weinig animo onder geschiedkundigen zich met speculatieve geschiedschrijving bezig te houden. Aan de andere kant is de bodem onder de voornaamste kritiek die de reguliere geschiedschrijving altijd op de speculatieve geschiedschrijving had gehad, weggevallen. Als de feiten niet objectief zijn waar te nemen en hun interpretatie afhangt van de normatieve achtergrond van de wetenschapper, kan aan speculatieve historici nauwelijks verweten worden dat ze een onorthodoxe betekenis aan de feiten geven en een duidelijk normatief standpunt vertegenwoordigen. Het is dan ook een interessante onderneming om een aantal speculatieve geschiedfilosofieeën opnieuw te bezien en te beoordelen welke onderdelen wel en welke niet houdbaar zijn. Als geschiedbeelden per definitie metaforen zijn van een periode in het verleden, gaat dit zowel voor detaillistische als speculatieve geschiedschrijving op.