Scriptiebank

Bart van den Bosch

Beschavingsbreuk na Auschwitz? (1990)

Na de Tweede Wereldoorlog en vooral na het bekend worden van de moord op miljoenen joden door de Nazi's, begon men zich in het Westen af te vragen hoe het mogelijk was dat zulke beestachtigheden hadden kunnen plaatsvinden. Uitgerekend in dát deel van de wereld dat zichzelf als het meest beschaafd en ontwikkeld beschouwde, kwam het hard aan. De vermeende superioriteit van het Westen was gebaseerd op de opvatting dat Europa en de Verenigde Staten de enige echte dragers van de Verlichting waren.
Deze verlichtingstraditie uitte zich in een rationeel vooruitgangsdenken zowel ten opzichte van de mens als van de natuur. De mens werd gezien als een redelijk wezen dat door opvoeding in staat zou zijn de samenleving waarvan hij of zij deel uitmaakte, te vernieuwen en te verbeteren. In reactie op de onverdraagzaamheid van het wereldlijk en kerkelijk absolutisme, werd zowel respect voor het andere, als een kritische houding ten opzichte van de eigen situatie verkondigd. Niet alleen was de Rede in staat om op menselijk en politiek niveau de wereld te verbeteren, ook de natuur kon met behulp daarvan ontdekt, gekend en beheerst worden. Vooral de rationele natuurbeheersing die, gekoppeld aan de Industriële Revolutie en het opkomend liberalisme steeds lucratiever werd, is in de 19de en 20ste eeuw bij uitstek het karakter van het Westen gaan bepalen. Zodanig zelfs dat het doldraaien van de technologie in de vorm van de industriële vernietiging van mensen in Auschwitz, Treblinka, Sobibor en andere vernietigingskampen gezien wordt als het bankroet van de allesoverheersende determinant van de Westerse samenleving na 1750.
Dit werkstuk poogt aan te tonen dat de verlichtingstraditie niet te reduceren is tot uitsluitend rationele natuurbeheersing. Het feit dat de humanistische erfenis van de Verlichting (voorlopig) genegeerd wordt, wil niet zeggen dat de daarin geformuleerde beginselen waardeloos zijn. Dit betekent dat er misschien geleerd kan worden uit de geschiedenis. Deze leerprocessen kunnen dan misschien slechts een fallibilistisch karakter hebben, zeer langdurig zijn, en geen enkele garantie bieden voor het voorkomen van nieuwe rampen, ze zijn de enige manier om met het verleden om te gaan. Het enige alternatief is een geheugenloze wereld die een nog kleinere kans heeft om geweld te voorkomen.