De dijken langs de Nederlandse en Duitse Waddenkust werden in de zestiende en zeventiende eeuw aanmerkelijk versterkt. Ook werden er tienduizenden hectares land ingepolderd. Hollandse dijkbouwers speelden daarbij een sleutelrol. Zij introduceerden niet alleen nieuwe technieken en organisatievormen, maar zorgden dikwijls ook tevens het benodigde kapitaal en voor geschoolde arbeiders. Drie aspecten komen aan de orde:
1. De verbreiding van nieuwe technieken, met name paal- en rijswerk, zinkstukken, sluizen, kruiwagens en windmolens.
2. Grote investeringsprojecten zoals Beemster, Zijpe, Wieringerwaard en het Bildt en bedijkingen aan de Dollard, in Oost-Friesland, Oldenburg en Sleeswijk-Holstein.
3. Toonaangevende ingenieurs en ondernemers zoals Jan Adriaensz. Leeghwater, Jan Claesz. Rolwagen, Cornelis Jansz. Allers, Egbert van Vilsteren, Quirinus Indervelden, Anton Studler van Zurck en Anthony de Huybert.