Een groot deel van de boekenproductie in de late Middeleeuwen bestond uit getijdenboeken. Deze gebedenboeken waren opgezet volgens de dagindeling van kloosterlingen. Leken konden hieruit -alleen of met hun gezin- op vaste tijden van de dag gebeden lezen. Religie werd hiermee van de kerk naar de privésfeer van het eigen huis gehaald. In de vijfiende eeuw ontstond door een toenemende alfabetisering en de groeiende rijkdom van de burgerij een grote vraag naar boeken. Het getijdenboek wordt dan ook vaak de bestseller van de Middeleeuwen genoemd.
Tijdens deze lezing kijken we vooral naar de gebruikers van getijdenboeken, bijvoorbeeld naar de teksten zij in hun persoonlijke gebedenboeken lieten opnemen. Ook kijken we naar de rol die het getijdenboek speelde in het leven van vrouwen en kinderen. Wat is de betekenis van de vele illustraties, zoals die van Maria en de heiligen? Waarom mocht er geen dag voorbij gaan zonder een afbeelding van de heilige Christoffel te hebben gezien en moest zijn gebed hardop worden gelezen?