Algemeen gold in de zeevaart dat een vrouw aan boord ongeluk bracht. Toch gingen de kapiteinsvrouwen regelmatig mee aan boord, maar dan meer voor het plezier dan voor het werk. In de Groninger Veenkoloniën was dit wel anders. De kapiteinsvrouwen stonden echt 'hun mannetje' en waren goed op de hoogte van de stuurmanskunst. Ook de stuurmansvrouw ging regelmatig mee aan boord en zo bestond de bemanning van een veenkoloniaal zeeschip vaak voor eenderde uit vrouwen. Vrouwen die allen midden 'in de wereld stonden' en als zeer liberaal werden omschreven. Geen één was analfabeet en men wist wat er in de wereld gebeurde. Omstreeks 1870 ergerde zich bijvoorbeeld een kapiteinsvrouw aan de discriminatie van zwarte en gekleurde mensen. Conservator Hendrik Hachmer neemt de toehoorders aan de hand van diverse documenten, bronnen en getuigen mee in deze bijzondere 'vrouwenwereld'.