Rond het jaar 1000 verschijnen er opeens ketters in het christelijk Europa. Wie waren zij? Manicheeërs, zoals de tijdgenoot meende, of geheimzinnige, obscure kindermoordenaars? Of waren zij nazaten van de occulte bewegingen? Of waren zij misschien een protest tegen de toestanden in de kerk, voorlopers van de Hervorming?