De wording van het Japan-cliché
'Het verleden is een ver, vreemd land', schreef de Engelse novellist L.P. Hartley, 'alles gaat er anders dan bij ons'. Het lezen van geschiedenisboeken is dan ook de goedkoopste manier om op vakantie te gaan, zou je hieraan kunnen voegen. Taal wordt beeld, letters worden geluiden en geuren, en aan de hand van de historicus beleef je mee wat op een andere tijd en plaats beleefd werd.
Met Peter Rietbergen, auteur van het boek 'Japan verwoord. Nihon door Nederlandse ogen', gaat de reis naar de Hollandse dienaren van de Verenigde Oostindische Compagnie in Japan. Door hun unieke handelspositie waren zij voor het Westen lang de enige informanten over Japan en zijn inwoners. Hun dienstreisverhalen vonden in Europa gretig aftrek, zoals die van het jaarlijkse, verplichte beleefdheidsbezoek aan de Shogun. Deze verslagen, in eerste instantie gedaan om de VOC thuis te informeren over handelsmogelijkheden, bepaalden lang het beeld dat het Westen van Japan had: dat van een gesloten land met een onderdanige doch edele bevolking, geregeerd door een verlicht despoot die de touwtjes strak in handen hield. Het is opvallend hoe de kleine hoeveelheid VOC-teksten tot een vloedgolf aan boeken leidde: roofdrukken, vertalingen en literair jatwerk leidden in Europa tot een aanzienlijke hoeveelheid vroeg-moderne Japan-boeken, maar tegelijk tot een nogal eenvoudig en eenduidig beeld van Japan waar we het maar mee moesten doen, een paar eeuwen lang.
Reden genoeg om de oorspronkelijke VOC-teksten te onderzoeken op de beelden die zij bevatten. Rietbergen citeert de oud-Hollandse teksten veelvuldig, en geeft uitleg waar nodig. We mogen zodoende onder kundige begeleiding meelezen over hoe de VOC dacht 'de gunstcapteringh van de grooten in dat rijck' te bewerkstelligen, of over hoe de calvinistische Hollanders de Japanse godsdiensten ervoeren. Heerlijk!
Helaas volgt op elke smakelijk beschreven tijdreis een vaak wat saaie historische analyse van zaken als de publicatiegeschiedenis van de verschillende teksten, de hiërarchie van de bronnen of de stamboom van deze of gene overschrijving. Voor de lezer is dit jammer. Natuurlijk is het interessant om een kijkje achter de schermen van het historisch bedrijf te krijgen, en sommige inzichten vereisen nou eenmaal een wat langere uitleg. Toch wringt er iets aan dit boek dat al langer in historisch Nederland wringt: er wordt te weinig onderscheid gemaakt tussen publieksuitgaven en voor de wetenschap bedoelde publicaties. Te weinig wordt ingezien dat het publiek niet altijd zit te wachten op de wetenschappelijke discussie achter een onderwerp, maar soms eenvoudigweg van het onderwerp wil genieten.