Op naar de grote oorlog
Mairi, Elsie en de anderen in Flanders Fields
Patrick Vanleene
199 pp, € 23
isbn/issn: 90-5508-049-7

Op naar de grote oorlog

(recensie: Jef Abbeel)

De Eerste Wereldoorlog stond lange tijd in de schaduw van de Tweede, maar maakt sinds enkele jaren een bescheiden inhaalbeweging. Patrick Vanleene bekijkt het IJzerfront vanuit een originele hoek: artsen, verpleegsters, gewonden en verminkten, kortom, de geschiedenis van het medisch personeel aan het IJzerfront. Hij houdt zich niet bezig met oorzaken, aanleidingen, verloop of gevolgen. Daarvoor verwijst hij naar andere studies, die achterin in de literatuurlijst per onderdeel worden vermeld en toegelicht.

Vanleene onderzoekt, aan de hand van dagboeken, wat de motieven waren die de vrijwilligsters deden besluiten om naar Flanders Fields te trekken. Daarnaast bespreekt hij welke belangrijke taken vrouwen in Engeland kregen om drie miljoen frontsoldaten te vervangen in landbouw, openbaar vervoer, politie, industrie etc.

Bij de artsen en zeker bij de verpleegsters waren Engelse, Schotse, Amerikaanse, Canadese en Deense in de meerderheid. Het overwicht van Britse verpleegsters was te verklaren uit het feit dat dat het Belgische leger zelf nog maar sinds korte tijd verpleegsters had. Enkele jaren eerder waren een paar opleidingen tot verpleegkundige gestart, een katholieke in 1904, een neutrale in 1907 in Brussel. Van deze laatste opleiding was de Britse Edith Cavell directrice. Haar naam zou later grote bekendheid krijgen toen zij in 1915 door de Duitsers wegens spionage werd geëxecuteerd. Het tekort aan verpleegsters werd verder door Belgische nonnen, die verbonden waren aan militaire hospitalen, aangevuld.

Het medische verhaal is niet altijd even boeiend, soms zelfs langdradig. Spannender zijn de verslagen over het dagelijkse leven, de sfeerbeelden die beschreven worden door auteurs als Cocteau of wetenschappers als Marie Curie. Deze laatste kwam persoonlijk helpen bij de verzorging van gewonden en stelde zich daartoe dag en nacht beschikbaar. Voorts constateert Vanleene de grote hoeveelheid goederen die geleverd werden door het chique Londense warenhuis Harrods. Dit betrof niet alleen consumptiegoederen voor de soldaten in de loopgraven, maar ook beton en stalen deuren. Uiteraard geschiedde de levering van deze artikelen tegen betaling.

Op naar de grote oorlog is voorzien van een gedetailleerde kaart die op de binnenkant van de harde omslag te vinden is: alle dorpjes in het gebied van het IJzerfront, zelfs gehuchten als Pervijze, staan vermeld.

Het boek eindigt met een selectief chronologisch overzicht en een thematische bibliografie, waarvan van de genoemde boeken een bespreking van enkele regels gegeven wordt.

Het register bevat zowel personen als plaatsen, waarbij merkwaardig genoeg Harrods ontbreekt. Bovendien is de wijze van rubricering niet altijd even logisch. De lemma's Elsie of Harold de T' Serclaes horen natuurlijk niet bij de 'D' maar bij de 'T' en hotel 'Die Nobele Rose' had onder de 'N' of de 'R' geplaatst moeten zijn.

Bij de Engelse en Franse gedichten die Vanleen in het boek gebruikt, staan vertalingen, waardoor het boek ook toegankelijk is voor de lezer die deze talen onvoldoende machtig is. Vele foto's in Op naar de grote oorlog zie ik hier voor het eerst; alleen daarvoor loont het boek al de moeite. Het is opvallend hoeveel cafés, restaurants, hotels, kruisen op kerkhoven een Franse naam hadden in het toenmalige Vlaanderen.

Tenslotte ontbreekt er een verklarende begrippenlijst in het boek. Dit is spijtig aangezien niet verwacht mag worden dat iedere lezer begrippen zoals spahi, straw ward, cellar house etc. kent.