Beel, van vazal tot onderkoning
Biografie 1902-1977
Lambert Giebels
614 pp, € 25
isbn/issn: 9012092647

Beel, van vazal tot onderkoning

(recensie: Ron Steur)

De biografie van de politicus Louis Beel (1902-1977) leest als een boeiende roman. Op uitgebreide en gedetailleerde wijze laat Lambert Giebels een mooi portret zien van een gezaghebbend politicus uit de Katholieke Volkspartij.

Tussen 1945 en 1958 bekleedde Beel diverse keren een ministerspost. Van 1946 tot 1948 en een paar maanden in 1958 was hij minister-president. Ook na die tijd bleef hij in Den Haag een belangrijk speler. Zo was hij vice-voorzitter van de Raad van State en vertrouweling en adviseur van koningin Juliana. Tot in de jaren zeventig had Beel grote invloed bij de meeste kabinetsformaties. Beel, de sfinx, werd dikwijls geheimzinnigheid verweten, maar zijn gezag bij formaties was bijna onaantastbaar.

Het eerste kabinet van Beel is de geschiedenis ingegaan als het kabinet dat in 1947 besloot tot de Eerste Politionele Actie, om orde op zaken te stellen in het naar onafhankelijkheid strevende Nederlands Indië Deze zwarte bladzijde in onze vaderlandse geschiedenis kostte het leven aan zeer vele Indiërs. De besluitvaardige, maar internationaal volkomen onervaren Beel koos liever verkeerd dan niet.

Het vraagstuk Nederlands Indië bleef Beel bezighouden. Bij de formatie van het volgende kabinet liet hij zich in 1948 benoemen tot Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Nederlands Indië Vijf dagen na zijn aankomst in de archipel stelde hij reeds voor om een nieuwe politionele actie te beginnen. Uiteindelijk besloot de Nederlandse regering ruim twee maanden later hiertoe. De Tweede Politionele koste wederom het leven aan veel Indiërs en loste wederom niets op. Onder druk van de Verenigde Naties werden de vijandelijkheden uiteindelijk gestaakt en werd Beel voor enige tijd ambteloos burger.

Giebels wijdt uit over onderwerpen uit de parlementaire geschiedenis; soms verliest het boek het karakter van biografie. Zo beschrijft Giebels uitvoerig de affaire rond gebedsgenezeres Greet Hofmans, waarbij hij het optreden van Beel onderbelicht laat. Giebels laat scherp zien dat de affaire in wezen niets met Greet Hofmans te maken had, maar met de dreigende echtscheiding tussen Bernard en Juliana. Hij ontmaskert prins Bernard als degene die via een anoniem artikel in het blad Der Spiegel Greet Hofmans de schuld geeft van alles wat er mis zou zijn op paleis Soestdijk. Desondanks kiest Beel toch de kant van Bernard en adviseert hij de regering om Juliana een aantal verboden op te leggen. Giebels wijdt uit over het drama, maar gaat nauwelijks in op het optreden en de keuzes van Beel. Beel is hier niet meer het onderwerp van het boek.

Dat het leven van Beel soms naar de achtergrond verschuift zie je ook bij de scheiding van hoofd- en bijzaken. Zo lees je in een voetnoot dat koningin Juliana vaak bij Beel op bezoek kwam, wat voor de politieke carriíre van Beel een belangrijk gegeven is. Zelfs de dreigende echtscheiding waarmee Beel te kampen kreeg is weggestopt in een voetnoot. Ook taalkundig valt er wel wat te verbeteren aan de biografie; onbegrijpelijk is het veelvuldig gebruik van overbodige buitenlandse termen.

Giebels schrijft lovend over Beel. Soms raakt hij daarbij de kritische afstand kwijt. Zo lijkt Giebels te vergoelijken dat Beel in de politieke arena niet altijd te vertrouwen was. Hij bedonderde zijn politieke vriend Drees (de premier) meerdere malen, zonder dat Giebels daar uitvoerig op in gaat. Kritiek op Beel wordt hier en daar wel genoemd, maar zelden uitgediept.

Door gebrek aan kritische afstand en doordat Beel zelf soms naar de achtergrond verdwijnt, ontstaat een onvolledig beeld. Wel geeft het boek een boeiende schat aan informatie over Beel en dertig jaar politieke geschiedenis. Voor liefhebbers van vaderlandse parlementaire geschiedenis is de biografie van Beel dan ook een heerlijke verplichting.