Van buitengaats naar binnenhof
P.J.S. de Jong, een biografie
Jan Willem Brouwer, Johan van Merriënboer
298 pp, € 24.9
isbn/issn: 9012087740

Van buitengaats naar binnenhof

(recensie: Ron Steur)

De katholiek Piet de Jong (1915) was onderzeebootcommandant, staatssecretaris voor de marine en minister van Defensie geweest, alvorens hij in 1967 minister-president werd van een centrum-rechts kabinet van KVP, CHU, ARP en VVD. De Jong was niet de eerste keuze voor het premierschap. Pas nadat de populaire Jelle Zijlstra niet bleek te willen en Barend Biesheuvel er niet in was geslaagd een kabinet te formeren, werd de Jong gevraagd, op voorstel van KVP-leider Norbert Schmeltzer.

Door de forse uitbreiding van de verzorgingsstaat door voorgaande kabinetten kreeg De Jong als premier (1967-1971) te maken met een groeiend financieringstekort. Het kabinet koos voor het verhogen van de belastingdruk, onder meer door invoering van de BTW. Maar bovenal werd het kabinet geplaagd door inflatie. Er werd een prijsstop afgekondigd en ondanks hevig protest van de vakbeweging en de linkse oppositie maakte het kabinet gebruik van een loonpauze om de inflatie te bestrijden. Er was in die jaren ook protest tegen de geslotenheid van de bestuurscultuur. Het kabinet stelde daarom een commissie in die moest onderzoeken hoe de openbaarheid van bestuur kon worden bevorderd. Ook voerde het kabinet een democratisering van het universiteitsbestuur door, om tegemoet te komen aan opstandige studenten.

De Jong (en zijn kabinet) kreeg een conservatief imago, dat voor een deel veroorzaakt werd door de woelige tijd. De Jong leek op te winkel te passen, in een tijd die bol stond van maatschappijkritiek en van allerlei nieuwe ideeën omtrent wereldvrede en democratie. De kritiek kwam aan het eind van de jaren zestig vooral van links. Omdat De Jong die kritiek niet zonder meer verwelkomde, werd hem te snel verweten conservatief te zijn. Het toen gemaakte verwijt dat De Jong geen visie had is op zijn minst kort door de bocht. De Jong was weliswaar niet de bevlogen visionair waar velen in de jaren zestig naar verlangden, maar achter het ontbreken van kritiek op de Vietnamoorlog en zijn onvoorwaardelijke steun aan de NAVO school een overtuigd Atlanticus. Als onderzeebootcommandant had De Jong tijdens de Tweede Wereldoorlog ervaren hoe essentieel de Verenigde Staten waren voor de stabiliteit in de wereld. Als het bondgenootschap met de Amerikanen aan de orde kwam, kon hij vurig uit de hoek komen.

Aan het einde van zijn kabinetsperiode werd De Jong door zijn eigen KVP aan de kant gezet. Niet zozeer omdat hij geen goede premier was, maar omdat de partij van koers wilde veranderen. De arrogante PvdA had in 1969 in een anti-KVP resolutie aangegeven niet met die partij te willen regeren. Met de resolutie leek de PvdA zichzelf buitenspel te zetten, maar de werkelijkheid was anders. Er vond een koerswijziging plaats in de KVP, die onder andere tot inzet had samenwerking met de PvdA mogelijk te maken. Voor de als conservatief bestempelde De Jong en voor fractievoorzitter Schmeltzer was er geen plaats meer. De KVP ging in 1971 met lijsttrekker Gerhard Veringa de verkiezingen in. Met deze vooruitstrevende minister van Onderwijs uit het kabinet De Jong verloor de KVP echter zeven zetels. Het kwam wederom tot een centrumrechts kabinet, zij het voor kort. In 1973 ontstond alsnog een linkse coalitie, met daarin zowel de PvdA als de KVP.

In 2001 verscheen de biografie van De Jong. De auteurs Dr. Jan Willem Brouwer en mr. drs. Johan van Merriënboer noemen hem een onderschatte premier. De schrijvers zijn vol lof over De Jong als sympathieke persoon en als doortastend premier. De premier was besluitvaardig en een goede teambuilder. De door De Jong geautoriseerde biografie bevat uiteindelijk geen echt harde kritiek. De grootste kritiek is dat hij zijn eigen beleid niet kon of wilde verkopen aan het grote publiek.

De biografie is een resultaat van gedegen onderzoek. Brouwer en Van Merriënboer bestudeerden diverse bronnen en voerden gesprekken met De Jong en vele anderen die met hem gewerkt hebben. Het overzichtelijk ingedeelde boek is informatief en leest prettig. Het enige dat teleur stelt, is het nagenoeg ontbreken van dissonante geluiden in de lofzang op Piet de Jong. De auteurs zijn mogelijk te gecharmeerd geraakt door het onderwerp van het boek.