Hans van Lith voorziet met Plotseling een vreselijke knal. Bommen en mijnen treffen neutraal Nederland, 1914-1918, in een onmiskenbare leemte in de geschiedschrijving over Nederland in de Eerste Wereldoorlog. Hij heeft veel waardevol materiaal ontsloten dat latere onderzoekers goed van pas zal komen. Ondanks het feit dat Nederland formeel neutraal bleef tijdens dit conflict (een luxe die ons land bij de gratie van de oorlogvoerende landen werd toegestaan, dit in tegenstelling tot België) kwam het niet geheel ongeschonden uit de strijd. De Nederlandse betrokkenheid in de Eerste Wereldoorlog beperkte zich feitelijk tot drie strata; de opvang van oorlogsvluchtelingen, de onvermijdelijke smokkelhandel met vooral Duitsland en de schendingen van de neutraliteit. Deze laatste problematiek behandelt Van Lith in zijn boek. Sommige delen van Nederland, in het bijzonder Zeeuws-Vlaanderen, Limburg en de territoriale wateren, lagen dichtbij, soms zelfs in, het strijdgewoel. Dat betekende dat schendingen van het grensgebied aan de orde van de dag waren. Het Nederlandse leger, dat bij lange na niet bij machte was om de neutraliteit op een afdoende manier af te dwingen, moest veelal lijdzaam toezien als Duitse, Engelse of soms zelfs Franse vliegtuigen het luchtruim doorkruisten. Meestal gebeurde dat moedwillig teneinde vliegroutes naar vijandelijke doelen te bekorten, soms landden er als gevolg van averij buitenlandse vliegtuigen onvrijwillig op Nederlands grondgebied. In totaal werden er in de vier oorlogsjaren 107 vliegtuigen geïnterneerd die, wanneer ze in goede of reparabele staat verkeerden, een welkome aanvulling op de schriele nationale luchtmacht betekenden. Niet alleen vanuit de lucht werd de neutraliteit zwaar op de proef gesteld. Ook de Noordzee was door zowel Duitsland als Engeland uitgeroepen tot oorlogsgebied hetgeen de Nederlandse handel, visserij en scheepvaart grote problemen opleverde.
Plotseling een vreselijke knal concentreert zich op de schendingen die ook daadwerkelijk slachtoffers onder de Nederlandse burgerbevolking hebben gemaakt. Ten gevolge van de primitieve navigatie die door vliegeniers werd gehanteerd, werd met grote regelmaat Hollands grondgebied gebombardeerd in de veronderstelling dat Duits grondgebied of door Duitsland bezet België werd bestookt. Deze missers veroorzaakten in de betrokken gebieden grote verontwaardiging. Op allerlei manier probeerden gezagsdragers de oorlogvoerende vliegeniers duidelijk te maken dat men boven Nederland vloog en zijn bommen bij zich diende te houden. Nationale driekleuren werden op hoge gebouwen gestoken, kwetsbare gebouwen zoals gashouders werden beschilderd en uitgelicht om ze ook 's nachts herkenbaar te laten zijn. Het nut van deze maatregelen bleek al snel beperkt, zeker wanneer vooral de verlichte plaatsen eerder bombardementen aantrekken dan afweren.
De regelmatige schendingen van de neutraliteit en de burgerslachtoffers die hierbij vielen, hielden de diplomatieke dienst druk bezig. Bij elk incident werd onderzoek gedaan om erachter te komen welke land verantwoordelijk te houden was. Zeker bij de bombardementen van steden als Zierikzee, Goes en Sluis, die met aanzienlijke materiële schade gepaard gingen, werden verontschuldigingen en schadevergoeding geëist van de schuldige partij. Soms werd pas na lang aandringen en een overtuigende bewijslast morrend tegemoetgekomen aan de Nederlandse eisen. De ravages van de oorlog hadden daarnaast nog een ander effect. De angst en onrust die de oorlogshandelingen in Nederland veroorzaakten, waren voor verzekeringsmaatschappijen een gouden gelegenheid om de omzetten te verhogen. Elk incident werd dan ook in de lokale kranten gevolgd door een hausse aan annonces van verzekeringsagenten die de ongerustheid onder de bevolking aangrepen om hun commissies op te krikken.
Al met al schetst Van Lith een beeld van een land dat nauwelijks controle had over de perifere effecten van de Grote Oorlog waarmee het geconfronteerd werd. De Nederlandse overheid was de gehele periode overgeleverd aan de goodwill van vooral Duitsland en Engeland. De neutraliteitsschendingen konden min of meer ongehinderd plaatsvinden bij gebrek aan militaire middelen om ze te voorkomen of af te straffen.
Het zwakke punt van het boek is dat al snel vervalt in een lange opsomming van de incidenten waarmee Nederland te maken kreeg. Deze gebeurtenissen zelf, maar ook de reactie van de bevolking, de nationale en lokale overheden en die van de oorlogvoerenden zijn elke keer nogal gelijksoortig. In de loop van het boek leidt deze ongetwijfeld goed bedoelde volledigheid tot verzadiging die het leesplezier niet ten goede komt. Bovendien doen de tussengevoegde kiekjes van de auteur afbreuk aan het op zich interessante historisch beeldmateriaal dat hij verzameld heeft. Ik kan mij niet voorstellen dat de wetenschap dat er heden ten dage een Grieks restaurant huist in een in 1917 gebombardeerd pand in Goes de lezer iets kan schelen. Foto's in 1999-2000 gemaakt van in '14-'18 getroffen plekken hebben hun 'sell by date' ruimschoots overschreden en geven de publicatie een onnodig oubollig karakter. Een laatste opmerking betreft het ontbreken van een conclusie waardoor het vele verzamelde materiaal het niveau van een chronologie helaas niet echt overstijgt.