Spoorzoeken
Langs de littekens van een tijdperk
Kees Volkers
108 pp, € 17.5
isbn/issn: 9028836594

Spoorzoeken

(recensie: Jur Kingma)

Jaren geleden was ik samen met een vriend in de heuvels van Zuid-Wales op zoek naar een 'vergeten en verborgen stoommachine'. Gewapend met een ordinance survey-kaart en wat vage aanwijzingen in de trant van 'na het zigeunerkamp links af' zochten wij onze weg door het struikgewas. De natuur had weer zijn plek terug veroverd op deze verlaten kolenmijn. Uiteindelijk vonden wij deze stoommachine uit 1845. De vondst van deze machine gaf ons het gevoel dat archeologen waarschijnlijk voelden toen ze Pompeï opgroeven: de historische sensatie.

Over dat gevoel gaat dit boek van Kees Volkers. Hij beschrijft twintig voet- en fietstochten langs voormalige spoorlijnen in Nederland. Zeventien tochten zijn eerder verschenen in de reisbijlage 'het Traject' van de Volkskrant. Hij heeft er in dit boek nog drie tochten en enige informatieve hoofdstukken aan toegevoegd.

Opvallend is dat nog lang nadat het spoorvervoer is gestaakt en de rails en onderliggers zijn verwijderd de spoorlijnen nog heel goed zijn te volgen in het landschap, maar ook in steden en dorpen. Soms is de spoorlijn een gebaande weg in de vorm van een fietspad maar de spoorzoeker moet vaak ook zijn weg door struiken en opgroeiende bomen zoeken. Op veel plaatsen is nog stoffering van de spoorlijnen aanwezig in de vorm van hergebruikte baanwachtershuizen of bruggen die permanent open staan.

De schrijver heeft zich goed gedocumenteerd en geeft steeds een overzicht van de historie van het baanvak van de aanleg tot het moment van het stil leggen van het railverkeer. Hij slaat soms wel eens een knorrige toon aan tegen de moderne stedenbouwkundigen die het historisch besef levendig proberen te houden met zulke zaken als klimrekken in de vorm van stoomlocomotieven. Het ergste voorbeeld heeft hij gemist: dertig meter achter mijn huis is een betonnen rand van 80 centimeter hoog en 25 meter lang. Dit symboliseert het rangeerterrein met laad- en lossporen dat hier eens was.

Ondanks de soms wat knorrige toon schrijft Volkers met liefde en soms vertedering over dit verdwenen spoorlandschap. Het wil de stille teloorgang van het landschap tonen.

Het gaat overigens niet alleen om lijnen op het platteland. Ook de spoorwegen op de oude haventerreinen van Amsterdam komen uitgebreid aan de orde evenals een voormalige lokaalspoorlijn dwars door Enschede.

Het boek is zeker een uitnodiging om zelf een aantal van deze wandelingen te gaan maken. Het laat Nederland van uit een perspectief zien dat voor velen onbekend is. In de loop van de jaren heb ik zelf al delen van deze spoorlijnen gevolgd. Het boek is een stimulans om ook andere trajecten te gaan volgen.

Ik miste in het boek wel de vele overblijfselen van tramwegen die er nog zijn te vinden. Bij voorbeeld de lijn die 'Bello' bereed van Alkmaar naar Bergen. In Noord-Holland zijn ook nog stukken te zien van de tramwegen van Amsterdam via Purmerend naar Alkmaar en van Amsterdam via Monnickendam naar Edam. In het Westland is nog een trambrug die nu door fietsers wordt gebruikt.

Verder heb ik nog enige inhoudelijke opmerkingen. De kleurenfoto op de omslag toont het spoorwegmonument bij Mill. De historische achtergrond wordt te beperkt weer gegeven. Hier vond in de Meidagen van 1940 één van de meest spraakmakende oorlogshandelingen plaats. Een Duitse pantsertrein was over de brug van Gennip dwars door de Peel-Raamstelling gereden. Daardoor kon deze verdedigingslinie in de rug aangevallen worden. Toen de pantsertrein terug reed, slaagden de Nederlandse militairen er in de trein de laten ontsporen. Onderzoek naar de toedracht was typisch iets voor de lokale heemkundevereniging die er in slaagde de getuigenissen van veel betrokkenen te verzamelen.

Het spoorwegmonument is nu onderdeel van een fietsroute rond Mill die langs de vele overblijfselen van de meidagen van 1940 maar ook van september 1944 voert, zoals het Defensiekanaal en veel kazematten. De historische sensatie is ook hier voelbaar.

Een klein foutje: de foto op pagina 77 is de spoorbrug over een oude Rijnarm bij Griethausen en hoort daarom op pagina 80 of 81. De vormgeving is door de zeer informatieve kaartjes een belangrijke steun bij het maken van een voorstelling van de beschreven tochten.

Dit boek toont weer eens hoeveel lagen het Nederlandse landschap heeft. Het boek zal de treinliefhebber verleiden tot wandelen en de wandelaar tot interesse in de geschiedenis van verdwenen vervoerssystemen.