De hand in eigen boezem
Waterkwaliteit in het hoogheemraadschap van Delfland 1888-2003
Jan van den Noort
200 pp, € 25
isbn/issn: 90-6550-7787

De hand in eigen boezem

(recensie: F. Vogelzang)

Toen het hoogheemraadschap Delfland de hand in eigen boezem stak, trof het daar in ieder geval een goedgevulde portemonnee aan. Voldoende in ieder geval voor een luxueus uitgevoerd boekwerk, full colour op dik papier gedrukt, met apart stofomslag, verlucht met foto's van een speciaal daarvoor ingehuurde fotograaf, geschreven door een historicus die zijn sporen op waterstaatsgebied heeft verdiend en dit alles onder supervisie van een zware begeleidingscommissie.

Al eerder was de vroegere geschiedenis van dit oude hoogheemraadschap beschreven, maar, aldus het woord vooraf, de twintigste eeuw was nog een blinde vlek. Na een historische inleiding over de eerste eeuwen van dit hoogheemraadschap volgen acht min of meer chronologische hoofdstukken waarin de periode vanaf 1888 wordt beschreven, afgewisseld met wat genoemd wordt 'extra's', een soort thematische zijsprongen over zaken zoals de dijkgraaf en hoogheemraden, de gemalen, de deltawerken en de polders. Die begindatum van 1888 is denkelijk ingegeven door het jaartal van het graven van het Ververschingskanaal in Den Haag. Dat kanaal was bedoeld om toeristen gemakkelijk te vervoeren naar de nieuw te exploiteren badplaats Scheveningen en tevens als afvoer voor het vervuilde grachtenwater van de residentie. Zelfs voor een leek lijkt dat een ongelukkige combinatie. Ongelukkige combinaties zijn een Leitmotiv in het boek: de chronologische hoofdstukken hebben ieder een ander zwaartepunt, waardoor ze niet goed op elkaar aansluiten. Bovendien worden ze gecombineerd met de eerder vermelde extra's, die de lopende tekst ongelukkig onderbreken, waardoor de lezer steeds heen en weer moet bladeren. Bovendien is de relatie tussen de extra's en de teksten waarbinnen ze zijn opgenomen, volstrekt zoek.

Andere thema's in de hoofdtekst zijn de dreiging van het zeewater voor de groeiende tuinbouw in het Westland, veroorzaakt door de oprukkende zee en de Nieuwe Waterweg, het ontstaan van de industrie in Delft met haar afvalwater en de relaties met de omliggende waterschappen en de twee grote steden Den Haag en Rotterdam. Juist omdat ieder nieuw hoofdstuk een eigen thema heeft, is het lastig verbanden te leggen. Een voorbeeld is het al aangehaalde Den Haag. Het is hoofdonderwerp van hoofdstuk 2, maar de stad komt op diverse plaatsen in de vervolghoofdstukken eveneens voor. Iemand die het complete verhaal van de verwikkelingen tussen de Hofstad en Delfland wil lezen, wacht dus een flinke zoektocht.

De makers van het boek hebben zelf de lat hoog gelegd. De 2500 waterschappen die in 1950 in Nederland opereerden, zijn door fusies inmiddels teruggebracht tot minder dan 50. Veel van die samensmeltingen hebben de afgelopen jaren geresulteerd in gedenkboeken van de nieuw ontstane superwaterschappen. Dit boek wenst expliciet een wetenschappelijke bijdrage te leveren aan de waterstaatsgeschiedenis en dus meer te zijn dan zo'n aardig gedenkboek met mooie plaatjes. Komt het boek zijn belofte na?

Het weet duidelijk te maken dat het hoogheemraadschap een flinke functiewisseling heeft doorgemaakt: van waterbeheersing naar waterzuivering. Wanneer die ontwikkeling de uitgesproken rode draad door de hoofdstukken was geworden, had het boek aan helderheid gewonnen. De geboden informatie is nu vaak weinig spannend, want lijkt gebaseerd op notulen, vergaderverslagen, rapporten en meer ambtelijk proza. Het werk van Van den Noort is zo bezien niet te benijden geweest. Hij moest een schets geven van de vele plannen die wegens trage ambtelijke molens, financiën of zich wijzigende omstandigheden veelal in de prullenbak zijn verdwenen. De stof is ook technisch ingewikkeld, getuige de vele kleine kaartjes die nodig zijn om inzicht te geven in stroomrichtingen, waterinlaatpunten, gemalen en dergelijke.

Naast die moderne kaarten zijn in het boek prachtige historische kaarten opgenomen, die ondanks het kloeke formaat van het boek grotendeels onleesbaar zijn afgedrukt en helaas geen rol in de tekst spelen. Dat is aan de andere kant wel logisch, want de kaarten stammen uit de 18de eeuw, lang voordat het eigenlijke verhaal van Van den Noort een aanvang neemt. Ook veel van de speciaal gemaakte foto's hebben eerder een rol als sfeerplaatje dan dat ze extra informatie bieden. De bijschriften zijn zeer beknopt.

Misschien is een opdracht van een hoogheemraadschap niet de goede ingang voor een gedegen boek over waterbeheersing en waterzuivering. Tussen de regels door worden intrigerende zaken aangeroerd: alleen al het gemak waarmee decennialang bedrijven het water hebben kunnen vervuilen zonder daar veel voor te hoeven betalen, geeft te denken. Een ander probleem is de verzilting, waarvoor nog duidelijk geen definitieve oplossing is gevonden. De vragen die daarachter zitten, worden in dit boek helaas niet beantwoord. De blik blijft teveel op de eigen navel gericht.

Drs.F. Vogelzang


Naschrift:


Toegegeven: De hand in eigen boezem is een complex boek waarin nogal wat onderwerpen aan bod komen. Niettemin vormt de functiewisseling van waterbeheersing naar waterzuivering de herkenbare rode draad.

In het laatste kwart van de twintigste eeuw verdween de aandacht voor zeewering en grondwaterpeil naar de achtergrond, terwijl rioolwaterzuivering tot hoofdtaak werd gebombardeerd. Die omslag ging razendsnel, maar de bakens werden al veel eerder verzet, te weten vanaf 1888. Wie daar het fijne van wil weten moet zich inderdaad verdiepen in ambtelijk proza en oog hebben voor succes én mislukking; kortom echt werk voor een historicus.

Waterschappen koesteren hun traditie en staan erom bekend dat ze serieus historisch onderzoek een warm hart toedragen. Ik kan dat niet anders duiden dan een zegen voor het historische bedrijf. Aan het Hoogheemraadschap van Delfland danken we ook de beroemde kaart van de gebroeders Cruquius uit 1713. De kaart biedt een schat aan informatie, en opnieuw toegegeven wie op die schat van 2,34 m x 2,68 m een twintigvoudige verkleining loslaat moet genoegen nemen met enig verlies. Het blijft een schat.

Jan van den Noort


zie ook: Informatie over De hand in eigen boezem [jvdn.nl]