Het journaal van Hendrick Hamel
de verbazingwekkende lotgevallen van Hendrick Hamel en andere schipbreukelingen van het VOC-schip de Sperwer in Korea (1653-1666)
Henny Savenije
168 pp, € 16,90
isbn/issn: 9061005418
Deze recensie verscheen eerder in Trouw, 29 november 2003; en behandelt ook de boeken:
Vibeke Roeper, Boudewijn Walraven (red.), "De wereld van Hendrik Hamel";
B. Hoetink, "Het verhaal van het vergaan van het jacht de Sperwer"

Het journaal van Hendrick Hamel

(recensie: Arjan Terpstra)

Grote neuzen en geel haar

Het is u misschien een beetje ontgaan, maar 2003 is een belangrijk jaar voor de betrekkingen tussen Nederland en Korea. Driehonderdvijftig jaar geleden leed het VOC-schip 'De Sperwer' op de kust van Korea schipbreuk. Dertien jaar lang konden de overlevenden niet weg. De schipbreukelingen waren vrij om door Korea te reizen om in hun onderhoud te voorzien, maar ze mochten het vanwege de staatsveiligheid niet verlaten. Korea wilde vooral onbekend blijven; oorlogen met de buurlanden Japan en China hadden het land huiverig gemaakt voor elk buitenland.

Pas in 1666 slaagden acht van de overlevenden erin met een klein bootje naar Japan te ontkomen. Vanuit de handelspost Deshima werden zij terug naar Holland gestuurd, maar niet dan nadat de scheepsboekhouder Hendrik Hamel in Deshima voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie een uitvoerig, nuchter relaas schreef over de avonturen in Korea. Dit in vele talen gepubliceerde verslag, het 'Journael van de ongelukkige voyagie van 't Jagt de Sperwer', vormde voor het Westen lange tijd de enige betrouwbare bron over Korea en de Koreanen.

In Korea wordt het belang van het 'Journael' ruim erkend, en concurreert Hamel met voetbaltrainer Guus Hiddink in populariteit. In Nederland ligt dat anders, en moet Hamel het hebben van het enthousiasme van de enkeling die ons herinneren aan wat we collectief vergeten zijn. In dit herdenkingsjaar verschenen recent twee publicaties waarin Hamels 'Journael' centraal staat. Het eerste boek, 'De wereld van Hendrik Hamel. Nederland en Korea in de zeventiende eeuw', uitgegeven onder redactie van Vibeke Roeper en Boudewijn Walraven, is als introductie op het onderwerp bijzonder goed. Het 'Journael' is in dit boek in modern Nederlands vertaald en omlijst met enkele informatieve en goed geschreven artikelen, bijvoorbeeld over de positie van de VOC in het Verre Oosten, over de geschiedenis van Korea tot aan de schipbreuk van 'De Sperwer', en over het Japan waar de schipbreukelingen met hun landgenoten worden herenigd.

Het tweede boekje, 'Het journaal van Hendrick Hamel. De verbazingwekkende lotgevallen van Hendrick Hamel' van Henny Savenije, legt het kwalitatief af tegen het eerste boek. Maar het citeert als niet te versmaden extra de Koreaanse bronnen over de periode. Nieuwsgierig en onbevangen nemen de Koreaanse schrijvers de Hollanders de maat, zoals Hamel hen dat ook deed: 'Zij (de Hollanders -AT) hadden blauwe ogen, grote neuzen en geel haar en ze knippen het haar kort. Sommigen scheren hun bakkebaarden en houden hun snorren. (...) Sommigen konden fluiten met hun neus en sommigen dansten terwijl ze met hun voeten schudden' Los van de context zou het zó over Guus Hiddink kunnen gaan.

Ook Savenije's boekje bevat een hertaling van de 17de-eeuwse tekst. De auteurs van beide boeken gaan ervan uit dat Hamels Nederlands te moeilijk is voor de moderne lezer. Ik ben het niet zo eens met deze beslissing. Hamel had geen zwierige of bloemrijke pen, maar veeleer een nuchtere schrijfstijl die zijn professie als scheepsboekhouder verraadt. Even afgezien van de versies in handschrift - die voor een leek door alle afkortingstekens inderdaad lastig te volgen zijn ' is Hamel in gedrukt origineel dan ook prima te lezen, zoals blijkt uit de kritische tekstuitgave die de Linschoten Vereniging in 1920 uitgaf. Hier, met het origineel in moderne drukletters, de lastige passages geannoteerd, is Hamels verhaal nét even mooier dan in het Nederlands van nu.

Om een voorbeeld te geven: als de acht Hollanders met hun 'cleijn out onnosel vaertuijg' in Japan aankomen, worden zij door de Japanse autoriteiten ingerekend en ondervraagd. Hierbij ontstaat onrust, en de autoriteiten zien er met hun twee zwaarden op de heup niet bijzonder vriendelijk uit. De moderne teksten laten Hamel wat droogjes denken 'dat het nu wel afgelopen met ons zou zijn'. In het origineel is deze passage spannender: 'aen lant was alles in roer, ten leeck geen man die geen een of twee houwers op sij hadde; wij sagen malcanderen met bedroefden ogen aen; denckende dat onse cost nu al gecoockt was'. Daar is geen woord Koreaans bij en het laat het verhaal maximaal in zijn waarde; reden waarom ik u, naast het voortreffelijke 'De Wereld van Hendrik Hamel', ook de uitgave uit 1920 nog warm aanbevelen wil.