Democratie bij de Atheners.
In de reeks “De Oudheid” verschijnen onderwerpen van politieke, godsdienstige, economische en mythologische aard uit de wereld van Grieken, Romeinen en Nabije Oosten, waarover weinig recente literatuur beschikbaar is in het Nederlands. De auteurs situeren ze ook in de hedendaagse context en wijzen op overeenkomsten en verschilpunten.
In dit eerste deeltje over de Griekse en vooral de Atheense democratie legt de Leidse docent Frits Naerebout omstandig uit hoe niet enkel de directe democratie, maar ook een koningschap of een tyrannis in een stadstaat functioneerde, hoe klein de meeste poleis waren ( 50 à 100 km², 2500 à 4500 inwoners) en dat Athene een uitzondering was: 2650 km², 50.000 burgers in de 5° eeuw, 30.000 in de 4°.
De landstreek Attica telde met vrouwen, kinderen, metoiken en slaven erbij maximaal 350.000, minimaal 200.000 inwoners, van wie hooguit 50.000 binnen de Atheense stadsmuren woonden. Over de 144 andere stadstaatjes vernemen we minder.
Het boekje begint boeiend, geeft opmerkelijk cijfermateriaal over oppervlakte, inwoners, burgers en niet-burgers, concrete werking van de politieke en juridische instellingen, de sterke kanten en de beperkingen. Maar dan verzandt het in een minutieuze, bijna eindeloze opsomming en verklaring van alle mogelijke Griekse termen die iets met politiek of recht te maken hadden. Een alfabetische verklarende woordenlijst of zakenregister ontbreekt hierbij helaas.
Wie geen gymnasiale opleiding heeft gehad, moet wel heel veel aandacht opbrengen bij de lectuur. Het boek is dus zeker niet vulgariserend, zoals de studies van Fik Meijer. Wie wel klassieke talen gestudeerd heeft, krijgt hier een stevige repetitie van zijn kennis en voorbeelden hoe het systeem in de praktijk werkte.
Dank zij de zeer genuanceerde toelichtingen, merk je ook hoe ingewikkeld de staatsstructuur in elkaar zat.
Gelukkig zijn de vele en schitterende illustraties zeer functioneel en verhelderend. Ze tonen o.m. hoe ostraka, pinakia, het stenen spreekgestoelte en andere attributen van de Atheense staatsinrichting eruit zagen en gebruikt werden.
Het boek lijkt mij het meest geschikt voor classici en historici: voor hen is dit een juweeltje. Zij zullen zeker genieten van de heldere, gedegen, geduldige en genuanceerde uitleg. Zij krijgen ook een hele lijst literatuur, voornamelijk Engelstalig.
Maar het is zware kost voor de doelgroep voor wie het eigenlijk bedoeld was: leken met een algemene, culturele belangstelling. Zij zullen misschien vroegtijdig afhaken.
Jef Abbeel