Op basis van veel verschillende bronnen, waaronder geschreven bronnen in kerkarchieven en de bouwsporen die de kerk zelf prijs geeft, schetst Van den Berg in een handelseditie van haar proefschrift aan de Universiteit van Utrecht een reconstructie van de bouwgeschiedenis van de Sint-Janskerk in Gouda. Zij beschrijft de historische en maatschappelijke ontwikkelingen in de periode waarin de kerk tot stand kwam (tussen 1278 en 1610) en betrekt daarbij veel verschillende aspecten die invloed hebben gehad op de bouw, waaronder de ontwikkeling van het religieuze leven in Gouda en de ruimtelijke ontwikkeling van de stadskern. Ook de relatie tussen de Goudse glazen en de kerk wordt door Van den Berg besproken. Om de architectonische positie van de Sint-Janskerk ten opzichte van de algemene kerkbouw in Nederland te bepalen, betrekt zij tenslotte ook andere relevante bouwwerken waaraan in dezelfde periode werd gewerkt bij haar onderzoek.
Deze geschiedenis van de Goudse Sint-Jan wordt in vijf hoofdstukken beschreven. In het eerste hoofdstuk behandelt Van den Berg het prille begin van de kerk, een bakstenen gebouw dat er al in de dertiende eeuw stond, misschien zelfs al eerder. In de loop van de veertiende eeuw werd de kerk uitgebreid met zijbeuken. De kerk werd in de periode van 1350 – 1510, beschreven in het tweede hoofdstuk, twee keer fors uitgebreid. De welvaart in Gouda nam fors toe, en ook op religieus gebied maakte Gouda een belangrijke ontwikkeling door. In de loop van de vijftiende eeuw werden in Gouda diverse kloosters gesticht, uitgebreid of verfraaid.
In hoofdstuk drie wordt de herbouw van de kerk in de zestiende eeuw beschreven. De grote brand van januari 1552 laat niet veel van de kerk over. Dit geeft het Goudse stadsbestuur de mogelijkheid om de kerk verder aan te passen aan de eisen van die tijd; van de middeleeuwse kerk blijft niet veel over. Deze nieuwe stadskerk, met haar prachtige gebrandschilderde ramen, is nu nog te bewonderen. Aan de hand van oude kerkrekeningen, contracten en bestekken schetst Van den Berg in dit hoofdstuk ook een beeld van het bouwbedrijf in de zestiende eeuw.
Het exterieur van de kerk is tot aan het begin van de twintigste eeuw niet veel meer veranderd. In de negentiende eeuw vervallen de inkomsten uit het begraven in de kerk. Er is hierdoor minder geld beschikbaar voor onderhoud, zodat de kerk dan in verval raakt.
In het laatste hoofdstuk worden de restauratiewerkzaamheden, die eind negentiende eeuw aanvangen, beschreven. Restauratie van ons erfgoed roept dan in Nederland, en ook in Gouda, veel discussie op. Er zijn grofweg drie mogelijkheden: de historiserende aanpak, het beginsel: ‘behouden gaat voor vernieuwen’ of het vervangen van het bestaande door modern werk. In Gouda wordt het portaal met het beeldhouwwerk vervangen door moderne vormgeving, maar wordt de oude zuidbeuk wel behouden en gerestaureerd.
Van den Bergs reconstructie van de geschiedenis van de Goudse Sint-Jan is een zeer gedegen uitgevoerd onderzoek. Het is een plezier het boek op te pakken en door te bladeren, er staan prachtige (kleuren)foto’s in. Helaas staan foto en bijbehorende tekst soms vele pagina’s uit elkaar.
Mijns inziens had dit proefschrift wellicht herschreven kunnen worden om het toegankelijker te maken voor een groter publiek. In een handelseditie mag de lezer dit toch verwachten? De enorme hoeveelheid details, de vele voetnoten, die helaas niet direct onderaan de bladzijden zijn geplaatst, en de 21 (!) bijlagen maken deze studie voor dit publiek misschien wat moeilijk te verteren.
Paula Dix-Hertogh
Trefwoorden: Nederland, Gouda, Sint-Janskerk, dertiende eeuw tot heden, religieus erfgoed, kerkbouw, architectuurgeschiedenis, bouwkunst, kunstgeschiedenis