Het lange leven van het pamflet
Boekhistorische, iconografische, literaire en politieke aspecten van pamfletten 1600-1900
José de Kruif, Marijke Meijer Drees en Jeroen Salman (ed.)
235 pp, € 19,90
isbn/issn: 90-6550-889-9

Het lange leven van het pamflet

(recensie: Aron de Vries)

 Zouden er pamflettisten geweest zijn die schreven voor het nageslacht? Het is bij uitstek een genre gericht op de actualiteit. Veel wetenschappers buigen zich de laatste jaren over de vele pamfletten die tussen 1600 en 1900 verschenen zijn. In april 2005 werd in de Domstad zelfs een levendig congres aan het pamflet gewijd. Hier kwamen zowel (kunst-)historici als literatuur- en boekwetenschappers aan het woord. Het lange leven van het pamflet, waarin vijftien artikelen over pamfletten gebundeld zijn, is het tastbare resultaat van dit congres.

Voor veel onderzoekers in de geesteswetenschappen is dit boek een aanrader. Het is vernieuwend om de geschreven pamfletten als fenomeen te behandelen. Doorgaans wordt het pamflet enkel gebruikt als een van de bronnen die de historicus ter beschikking staan om zicht te krijgen op actuele gebeurtenissen. In deze bundel is er aandacht voor de vorm en verspreiding van pamfletten, het pamflet als nieuws- en propagandamiddel en literaire en iconografische aspecten van pamfletten. Het laatste artikel gaat zelfs over de digitalisering van de pamfletten die men kan inzien op de website ‘Digitale Atlas Geschiedenis’.

Boekwetenschapper Piet Verkruijsse stipt aan dat men in de secundaire literatuur niet goed kan definiëren wat nu precies een pamflet is (p. 32). Na lezing van de bundel is dit nog steeds het geval. Op de achterflap staat dan ook “hoewel iedereen er een concrete voorstelling van heeft, is het toch verre van eenvoudig ze te definiëren”. Niettemin zijn er bijdragen in de bundel die proberen duidelijk te maken wat een pamflet is. Men kijkt dan enerzijds naar vormaspecten: zo is er dikwijls sprake van een boekje van een bescheiden formaat met vaak een aandacht trekkende typografie en iconografie. Anderen leggen de nadruk op de inhoud van pamfletten, waarbij actualiteit en beïnvloeding van de lezer basisbegrippen zijn. Doordat zoveel verschillende wetenschappelijke disciplines een bijdrage leveren aan deze bundel ontstaat een spannend, maar ook een vergruisd beeld van het pamflet als fenomeen.

Toch is er veel te genieten in deze bundel. Zo is er een vermakelijk artikel over twee berijmde schuitpraatjes uit 1747. Hierin bekritiseren boeren de regenten van de grote stad Amsterdam. Een ander artikel gaat over het beeld van Willem van Oranje tijdens de Nederlandse Opstand dat in de pamfletten naar voren komt. Het gaat dan niet zozeer om de pamflettekst, maar juist om de afbeeldingen die de tekst begeleiden. Volop komen aan bod de parallellen die getrokken worden tussen de ‘vader des vaderlands’ en bijbelse en mythologische helden.

Hierop aansluitend is er een uiterst boeiend artikel over Spaanse pamfletten over de Tachtigjarige Oorlog. In de conclusie maakt de auteur een vergelijking tussen de Nederlandse en de Spaanse pamfletten. Ze stelt dat er in de Republiek een open forum ontstond waarin over politieke kwesties gediscussieerd werd. De Nederlandse pamfletten presenteren verschillende standpunten en zijn bedoeld om tegenstanders te overtuigen van het eigen standpunt. De Spaanse pamfletten kennen dit niet. Hierin ziet men duidelijk de aansturing van de centrale overheid. Op een vrij informatieve wijze wordt bericht over de oorlogsverwikkelingen, hoewel er ook sprake is van een persuasief element.

Men krijgt een goed beeld van de vele takken der wetenschap die zich bezighouden met pamfletten. Tevens wordt een antwoord gegeven op de openingsvraag van deze recensie: Waren er pamflettisten die schreven voor het nageslacht? Veel van hen probeerden een literair gehalte te bereiken. En ook toen gold al, wie schrijft die blijft.

Aron de Vries

Trefwoorden:
Nederland, Nieuwe Tijd, Pamfletten, Propaganda, Iconografie, Boekwetenschap, Politieke geschiedenis, Tachtigjarige Oorlog, Willem van Oranje, Spanje