Wolfgang Büscher reisde grotendeels te voet van Berlijn via Polen en Wit-Rusland naar Moskou. Soms kreeg hij een lift of nam hij even de trein. Zijn tocht duurde 82 dagen en verliep in primitieve omstandigheden. Helaas vermeldt hij niet in welk jaar alles plaatsvond. Het lijkt alleszins recent te zijn.
Büscher beschrijft boeiend wat hij zag, hoorde en meemaakte in die andere wereld: dorpen zonder verharde wegen, paden die doodlopen in een wei, paarden op de snelweg, eten dat lijkt op concentratiekamprantsoenen, motels waar het bed inzakt en waar hij de enige gast was en heel veel herinneringen aan de 2e Wereldoorlog en de Stalintijd. Zo zag hij het bos van Katyn bij Smolensk (nu Rusland), waar in 1940 duizenden Polen gruwelijk vermoord werden door de Russen, iets wat ze pas in 1990 toegaven.
Hij maakt kennis met overlevenden van de 2e Wereldoorlog: de dochter van een soldaat die in 1945 de Russische vlag op de Rijksdag zette, mensen die hem subtiel of brutaal wijzen op het Duitse oorlogsverleden, ook veel marginale figuren.
Zelf verwijst hij ook vaak naar het verleden, o.a. naar Napoleon en diens oversteek van de Berezina. Hij noemt Napoleon een dwaas, omdat hij in de winter kwam (p.139), hoewel dat niet klopt. Hij noteert mentaliteitsverschillen en zaken zoals het verschil in spreektempo tussen Wit-Rusland (traag) en Rusland (snel).
Na een onzeker en soms onveilig zwerversbestaan van bijna drie maanden, volgt in Moskou totaal het omgekeerde: verwenning door een zekere Aleksandr; rijk, machtig, met bevoorrechte limousine die op een aparte rijstrook mag rijden.
Het verslag leest als een roman, mits je de geschiedenis kent. Twee dingen ontbreken: a) een woordenlijstje, want niet elke lezer weet wat soljanka, oblast, igoemen, vostotsjnik, nitsjevo, noe davaj en andere Russische begrippen inhouden en b) een routekaart, want vele plekjes vind je in geen enkele atlas. Doordat er ook geen enkele foto in staat, heeft het boekje ook een monotoon uitzicht.
Wie dezelfde reis wil overdoen, kan dat ook met een stevige mountainbike of met een 4x4-terreinwagen, niet met een gewone auto.
Jef Abbeel