Christoffel van Brants en zijn hofje
Harry Donga
186 pp, € 19,-
isbn/issn: 978-90-8704-049-9
geïll.

Christoffel van Brants en zijn hofje

(recensie: Diane Spelbos)

Harry Donga is predikant en voorzitter van de kerkenraad van de Evangelisch-Lutherse gemeente in Amsterdam. Zijn betrokkenheid bij deze gemeenschap is dan ook groot. Naast het hier te bespreken boek is ook Monumentale orgels van luthers Amsterdam uit 1998 van zijn hand. Bij bestudering van de bijlage blijkt zijn naam op de ‘Lijst van regenten’ van het Van Brants Rus hofje te prijken, in het boek zelf doet hij daar nergens melding van.
 
In het eerste hoofdstuk verbindt Donga op heldere wijze de levensgeschiedenis van de lutherse koopman Christoffel Brants (1664-1732) en zijn familie met de ontwikkelingen in de Republiek en met name in Amsterdam. Christoffel brengt namens het handelshuis van zijn vader geruime tijd door in Rusland en speelt een belangrijke rol in de Hollands-Russische handelsbetrekkingen. Na de dood van zijn vader, 1696, maakt hij fortuin en raakt bevriend met tsaar Peter de Grote. In 1704 keert hij terug naar Amsterdam en vestigt zich aan de Keizersgracht. Ook koopt hij een buitenverblijf aan de Vecht en noemt dit Petersburg. Bij zijn tweede bezoek aan Holland zal Peter in beide huizen logeren. Door zijn belangrijke bijdrage in de politieke en economische relatie tussen beide landen wordt Christoffel Brants in 1717 in de Russische adelstand verheven, waardoor hij ‘van’ voor zijn naam mag zetten. Ook wordt hij de ambassadeur van de tsaar in Amsterdam. Hij bemiddelt in het aantrekken van Hollandse ambachtslieden voor de tsaar en begeleidt delegaties en Russen die hier werden opgeleid. Daarbij opgeteld de niet geringe bijdragen in het financieren en voorschieten van gelden en we krijgen een idee van zijn aanzienlijke rol in het behartigen van de Russische belangen.
 
De liefde voor Rusland zien we terug in de decoratie van zijn beide huizen. Aan de Keizersgracht laat hij twee panden verbinden en verbouwen door architect Simon Schijnvoet. In de rijke decoratie vinden we meerdere afbeeldingen van tsaar Peter. Ook in het buitenverblijf Petersburg treffen we verschillende verwijzingen naar zijn Russische vriend en naar de gelijknamige stad. Het buitenhuis en zijn prachtige tuinen bestaan niet meer, maar in het boek de Zegepraalende Vecht neemt het een prominente plaats in, zodat we nog een indruk krijgen van haar rijkdom. Aan de hand van de vele foto’s en prachtige illustraties in Donga’s boek krijgen ook wij hier een beeld van.
 
Donga’s bronnenmateriaal is gevarieerd. Documenten uit het Amsterdamse stadsarchief alsook de pas opengestelde Russische archieven, bewaarde correspondentie, rekeningen, testamenten en codicillen zijn tot een aantrekkelijk verhaal geconstrueerd. Hier en daar worden ze misschien wat al te gedetailleerd besproken, maar het geheel leidt tot een compleet beeld van deze belangwekkende koopman.
 
De oprichting van een hofje voor minderbedeelden paste in het tijdsbeeld en fungeerde als een sociaal vangnet waar Amsterdam in Europa bekend om stond. Al rond 1650 boden de gezamenlijke hofjes plaats aan 200 mensen, hoofdzakelijk vrouwen.
 
Van Brants hofje aan de Nieuwe Keizersgracht is ontworpen door Daniel Marot en het beeldhouwwerk is vervaardigd door de gebroeders van Logteren. Het werd in 1733, kort na Christoffels dood in gebruik genomen. Christoffel was echter pragmatisch, legde een goede financiële basis en stelde kort voor zijn overlijden de reglementen voor beheer, bewoning en personeel op. Het college van regenten moest bestaan uit vier lutherse ouderlingen en de predikant-voorzitter. De bewoonsters, weduwen en ongetrouwde vrouwen, moesten luthersgezind, niet geheel armlastig en van onbesproken gedrag zijn. Het hofje bood ruimte aan 48 vrouwen. De dagelijkse zorg en controle op het naleven van de huisregels geschiedde door een binnenvader en –moeder, eveneens luthers en kinderloos. Donga bespreekt deze reglementen en de aanpassingen die er in de loop van de tijd zijn gedaan.
 
In het laatste hoofdstuk komen de schilderijen en kunstvoorwerpen aan de orde, die zich nog veelal in de regentenkamer bevinden. In 1972 is deze regentenkamer, die nog altijd wordt gebruikt, geheel gerestaureerd en ook is een van de woninkjes in oorspronkelijke stijl teruggebracht. De andere huisjes worden nu hoofdzakelijk door studenten bewoond.
 
We kunnen concluderen dat de rol van Christoffel van Brants in het Holland van begin 18de eeuw op meerdere gebieden van grote betekenis is geweest. Het eerste deel verhaalt over zijn interessante leven, het tweede geeft een boeiende beschrijving van de totstandkoming van en het leven in een hofje. De prachtige illustraties tonen een ongekende rijkdom. Christoffel van Brants treffen we misschien niet aan in de geschiedenisboekjes, maar na het lezen van deze biografie realiseren we ons dat dat wel zou moeten.
 
Diane Spelbos

 

 
Trefwoorden: Nederland, Amsterdam, 18e eeuw, Luthers, Hofje, Russische handelsbetrekkingen, Tsaar Peter de Grote