Op een vrijdagavond in september 1876 kwam een aantal mannen bijeen in een zaaltje aan de Hoogte Kadijk te Amsterdam. Ze waren uitgenodigd voor de oprichtingsvergadering van de Christelijke Werkliedenvereeniging Patrimonium. Tijdens de vergadering werd gesteld dat andere verenigingen arbeiders van God afvoerden. Patrimonium moest hen juist naar God toe leiden. De vereniging werd opgericht om een volksbeweging in gang te zetten tot behoud van Nederland als orthodox-protestantse natie. Vanaf 1877 speelde de buitenparlementaire schoolstrijd onder leiding van Abraham Kuyper tegen de wet-Kappeyne van de Coppello, die in de drie daarop volgende jaren tot historische mijlpalen zou leiden, waar de naam van Kuyper onverbrekelijk mee verbonden is: het beginselprogramma van de ARP in 1878, de oprichting van deze politieke partij in 1879 en de stichting van de Vrije Universiteit in 1880. Patrimonium vertegenwoordigde de echte kleine luyden binnen de aanhang van de ARP en in de eerste decennia van haar bestaan waren er regelmatig spanningen binnen de Anti-revolutionaire beweging rondom het vakbondsachtige imago en de strijdbaarheid van Patrimonium tegenover de gezagsgetrouwheid van de orthodoxe christenen. De strijd om de uitbreiding van het kiesrecht raakte immers ook de christelijke arbeiders. Bewegingsleider Kater verweet Kuyper en de ARP het ontbreken van een sociaal program. Uiteindelijk kwam er in 1891 een sociaal congres. De resultaten hiervan waren magertjes maar de Patrimoniumleden werden voor de ARP behouden.
Rond de eeuwwisseling ging het niet goed met Patrimonium. Het kreeg als vakbond vanaf 1909 concurrentie van het CNV. Als reactie besloot men de koers te verleggen en op 21 februari 1911 werd de Woningstichting Patrimonium Amsterdam opgericht. De huizenblokken van deze stichting werden al snel centra van protestants leven.
Beekers en Van der Woude beschrijven de geschiedenis van deze woningstichting. Zij stelden een drietal vragen centraal. Ten eerste: op welke wijze heeft de woningstichting bijgedragen aan het welzijn van de Amsterdamse bevolking, zowel in materiële als in immateriële zin? Ten tweede: welke sociaal-economische, politieke en cultureel-levensbeschouwelijke factoren, omstandigheden en ontwikkelingen bepaalden het beleid van Patrimonium? Tot slot werd onderzocht welke rol de organisatie zelf speelde bij de diverse maatschappelijke ontwikkelingen.
Met de verlegging van de koers werd het fundament gelegd voor een christelijk-sociale beweging die meer wilde zijn dan alleen een woningbouwvereniging, niet bij steen alleen.
De onderzoekers zijn er in geslaagd een zeer gedegen en tegelijk prettig leesbaar boek te produceren. De vragen die zij zich stellen, worden allen beantwoord en de geschiedenis van Patrimonium voert ons langs de opkomst en ondergang van de verzuiling in Nederland. Wat mij bijzonder aanspreekt, is het feit dat in ieder hoofdstuk microhistorie afgewisseld wordt met de grote gebeurtenissen in de wereld en in Nederland. We zien zo ook dat een orthodox Christelijke organisatie niet alleen met ontzuiling en secularisatie te maken krijgt maar dat er zelfs en juist in de jaren zestig van de 20e eeuw een zogeheten paleisrevolutie plaatsvindt.
Na de jaren zestig kreeg de secularisatie ook vat op Patrimonium, maar het christelijk-sociaal denken bleef van invloed. Zo nam Patrimonium aan het eind van de jaren negentig het beheer van de verpauperde sociale woningbouw in de Bijlmermeer op zich. In 2004 volgde de fusie met de van oorsprong sociaal-democratische Bouwvereniging Rochdale. Ontzuiling is hiermee voltooid. Zoals het FNV bestaat uit een RK bond en een sociaal-democratische, bestaat Rochdale thans uit sociaal-democraten en christelijk-socialen. Niet bij steen alleen vertelt het verhaal van een woningcorporatie die lang functioneerde als hoeksteen van de verzuiling en ruimte bood aan een bijzondere subcultuur. Het verhaalt ook van een beweging die een verzakelijkte organisatie werd, en zo niet alleen geconfronteerd werd met de gevolgen van het secularisatieproces, maar daar zelf ook een rol in speelde.
Paul Hendriks
Trefwoorden:
Nederland, Amsterdam, Nieuwe tijd, 20e eeuw, Woningbouw, Verzuiling, ARP, Secularisatie