Leven, werken en geloven in zeevarende gemeenschappen
Schiedam, Maassluis en Ter Heijde in de zeventiende eeuw
Annette de Wit
375 pp, € 29,90
isbn/issn: 9789052603063

Leven, werken en geloven in zeevarende gemeenschappen

(recensie: Cristel R. Stolk)

Rauwdouwers die hun leven slijten op zee, dát is het doorsnee historische beeld van de zeeman. De zeevaart heeft een bijzondere plaats in de geschiedenis van de Nederlanden. De activiteiten op zee bepaalden de economische voorspoed van het land en werden een beeldbepalend element in de Nederlandse identiteit. De maritieme geschiedschrijving heeft zich vooral gericht op de grote scheepvaart en op het leven op zee. Maar hoe het reilen en zeilen op de wal ging, is een nog onbevaren gebied.

In het proefschrift Leven, werken en geloven in zeevarende gemeenschappen kiest historica Annette de Wit voor een benadering vanaf de wal. Zij wil inzicht krijgen in de manier waarop het maritieme leven doordrong in de huishoudens en de structuur van een gemeenschap bepaalde. De Wit selecteerde drie zeevarende gemeenschappen in het Maasmondgebied, dat veel zeelieden herbergde, maar weinig is onderzocht. De havenstad Schiedam, het vissersdorp Maassluis en kustdorpje Ter Heijde bieden vanwege hun verschillende omvang en het beschikbare bronnenmateriaal interessante vergelijkingsmogelijkheden.

In alle drie de plaatsen werd het ritme bepaald door de zeevaart. De zeelieden uit Maassluis en ter Heijde wisselden haringvisserij, kabeljauwvisserij en kustvaart af terwijl de Schiedammers ook actief waren in de walvisvaart en mensen leverden voor de koopvaart en VOC. In alle gevallen waren de zeelieden voor langere tijd afwezig. Het beeld van de verstokte vrijgezelle zeeman die na terugkomst met zijn geld in de kroeg verdwijnt, verwijst De Wit direct naar het rijk der fabelen. De meeste zeelieden hadden vaste voet in de gemeenschap en hadden een vrouw en kinderen te onderhouden.

Het zeemanshuwelijk is daarom een interessant onderzoeksobject. ‘Afscheid nemen en thuiskomen’ was een vast patroon. De scheiding van de echtelieden was niet alleen van emotionele aard, maar had ook veel praktische gevolgen, met name op financieel gebied. Lonen werden maar voor een deel (en soms helemaal niet) vooruitbetaald en waren niet toereikend om een gezin te onderhouden. Vrouwen combineerden de zorg voor de kinderen daarom met betaald werk als bijvoorbeeld visverkoopster of nettenboetster. Bovendien moesten ze zelfstandig financieel optreden, wat normaal gesproken alleen was voorbehouden aan het gezinshoofd. Ze werden daartoe bevoegd met een ‘akte van procuratie’. Vrouwen waren tegelijkertijd belangenbehartiger van hun man. Er was dus sprake van wederzijdse afhankelijkheid.

Naast het zeemanshuwelijk en het vrouwenwerk bevat het proefschrift interessante hoofdstukken over religieuze beleving, sociale status en beroepsidentiteit. Hieraan vooraf gaan algemene hoofdstukken over het Maasmondgebied, de drie vissersplaatsen en de arbeidsmarkt voor zeevarenden. De Wit haalt ontzettend veel uit het bronnenmateriaal. Ze berekent bijvoorbeeld de sociale stratificatie aan de hand van onder meer het zout -en zeepkohier. In dit register werd de verbruiksbelasting op zout en zeep bijgehouden door de belastinginner. Hiermee kan inzicht worden verworven in de samenstelling en het vermogen van een deel van de huishoudens van de onderzochte gemeentes.

Een andere bron zijn de bentcontracten. Dit waren collectieve verzekeringen die elk seizoen tussen stuurlieden, boekhouders en reders werden onderhandeld en afgesloten. In deze contracten is na te gaan hoeveel stuurlieden en scheepsvolk zelfstandig een handtekening konden zetten, en wie er ondertekenden met een kruisje. De Wit analyseert zo de mate van alfabetisering en sluit zich aan bij een eerder gestelde these dat lees- en schrijfvaardigheid niet noodzakelijk was voor een stuurman. Verder voert De Wit nog steekproeven uit naar bijvoorbeeld partnerkeuze en voorechtelijke kinderen. Dit alles weet ze helder en levendig te analyseren en met een passende hoeveelheid voorbeelden te illustreren. Het resultaat is een prettig leesbaar en gelaagd proefschrift waarin de lezer de vissersgemeenschappen van binnenuit leert kennen.

Drs.Cristel Stolk

Trefwoorden: Nederland, Maasmondgebied, Nieuwe tijd, 17e eeuw, Visserij, Huwelijk, Mentaliteitsgeschiedenis