Herinneringen
Fritz Schuster (vertaald en uitgegeven door Jet Quadakker)
uitgave in eigen beheer
240 pp, € 17,50
isbn/issn: 978-90-9023188-4
illustraties alleen op de flappen

Herinneringen

(recensie: F. Vogelzang)

De dagboeken van Fritz Schuster, die leefde van 1859 tot 1944, zijn door hemzelf samengevat in een bundel herinneringen, die nu door zijn achterkleindochter in het Nederlands zijn vertaald en uitgegeven. Ze heeft besloten ze zonder enige annotatie of commentaar te publiceren. Schuster leefde in bewogen tijden in Duitsland. Hij groeide op in Münster en maakte daar de Kulturkampf mee, volgde een opleiding tot Oberförster, een functie die meer inhield dat toezicht houden op een boswachterij, en werd op verschillende plaatsen in het Duitse keizerrijk tewerkgesteld. Na een gedegen opleiding kwam hij eerst in dienst van een particuliere grootgrondbezitter, daarna werd hij assistent bij de opleiding die hijzelf een paar jaar daarvoor had afgerond en vervolgens kreeg hij een staatsfunctie als Oberförster in het oosten van Duitsland, waar hij vooral met Polen te maken had. Hij beschrijft zijn bezigheden aldaar, die niet alleen inhielden dat hij toezicht moest houden op uitgestrekte bosgebieden. Hij had ook voor dat territorium juridische en ambtelijke taken te vervullen. Voor de plaatselijke bevolking was hij een belangrijk bestuurder, die met alle egards werd binnengehaald. Inmiddels was hij met een Hollandse getrouwd.

Aandoenlijk is dat hij tot in de details vertelt over kleine persoonlijke zaken. Zo leren we zijn docenten en hun eigenaardigheden kennen, welke meisjes op school aantrekkelijk worden gevonden, hoeveel geld zijn opleiding kost, met wie hij en zijn vrouw later omgang hebben en wat hij verdient. Jachtpartijtjes met de lokale adel (zelfs maakt hij met de keizer en de latere Wilhelm II kennis tijdens zo’n schietpartij, waarbij opa en kleinzoon Hohenzollern zich niet ontzien, over een geschoten bok te twisten) en bezoekjes aan de familie worden uitgebreid uit de doeken gedaan. Ondanks de woelige tijden waarin hij leeft, blijft het wereldgebeuren op afstand. De Eerste Wereldoorlog, waarin twee zoons vechten, wordt met nog geen 20 pagina’s karig bedeeld en ondanks het feit dat het dagboek eindigt in 1937 is er nergens sprake van Hitler, Nazi’s of jodenvervolging. Toch steekt Schuster zijn meningen niet onder stoelen of banken. De Eerste Wereldoorlog is overduidelijk de schuld van de geallieerden, Duitsland het slachtoffer van internationale machinaties. Polen zijn nauwelijks het niveau van de wilden ontstegen. Als hij al iets positiefs moet melden, bijvoorbeeld dat er Poolse troepen blijken te zijn die gedisciplineerd kunnen marcheren, dan blijkt dit het gevolg van hun opleiding in Duitsland te zijn. Socialisten deugen niet. In die zin wordt Schuster weliswaar niet sympathiek, maar geeft hij wel een beeld van de mentaliteit van een Duitser uit zijn sociale klasse.

Het is jammer dat de vertaalster geen aanvullende informatie heeft willen toevoegen. Zo zeggen de genoemde bedragen weinig, omdat er geen vergelijkingsmateriaal is. Enkele kaartjes hadden de omzwervingen van Schuster en zijn gezin kunnen verhelderen. Ook zou het interessant zijn te weten of de oorspronkelijke dagboeken nog bestaan en in hoeverre Schuster zijn herinneringen zelf heeft geredigeerd. Als we dat zouden weten, zou misschien duidelijker zijn voor wie hij, of anders gezegd, met welk doel Schuster deze herinneringen heeft samengesteld.

Ondanks het feit dat de vertaalster er vooral de nadruk op legt dat Schusters leven zo veel politieke en economische omwentelingen heeft bevat, spelen die geen hoofdrol. De man is vol van zijn eigen besognes en het verwondert dan ook niet dat we veel leren over bosbouw en de jacht, de hoofdbestanddelen van zijn werk. Ook leren we veel over de hiërarchische verhoudingen in het ambtenarenapparaat, de sociale omgang met zijn maatschappelijk gelijken en ondergeschikten en zijn meningen over buitenlanders. Enige eigendunk kan de man niet ontzegd worden. Quadakker noemt hem een bevlogen verteller. Achter die mening kan ik me minder scharen. Het is uniek dat iemand over zo’n lange tijd zoveel details over zijn leven heeft opgeschreven, maar dat maakt lang niet altijd spannende lectuur. Toch is het goed dat deze herinneringen openbaar zijn gemaakt. Het is een waardevolle bijdrage voor mentaliteitshistorici omdat het een mooi beeld geeft van de denkwereld van een Duitse ambtenaar in deze lange periode.

Drs.Fred Vogelzang

Trefwoorden: Duitsland,19e-20e eeuw, Eerste Wereldoorlog, Dagboeken, Bosbouw