Zoo heerlijk eenvoudig
Geschiedenis van de kinderbijbel in Nederland
Willem van der Meiden
462 pp, € 35
isbn/issn: 978-90-8704-120-5
Handelseditie (het gelezen proefschrift heeft geen eigen ISBN); in zwart/wit en kleur geïllustreerd

Zoo heerlijk eenvoudig

(recensie: Paula Dix-Hertogh)

Wie in een boekhandel zoekt naar een kinderbijbel vindt waarschijnlijk mooie boekwerkjes, geschreven in voor kinderen toegankelijke taal. Van peuter tot puber, voor iedere leeftijd is er in Nederland nu een mooi geïllustreerde, op niveau aangepaste bijbel beschikbaar. Dit was in de zestiende en zeventiende eeuw wel anders, betoogt theoloog en journalist Willem van der Meiden in zijn proefschrift ‘Zoo heerlijk eenvoudig’. Geschiedenis van de kinderbijbel in Nederland. Deze eerste kinderbijbels zijn vaak lees- en lesboekjes, voornamelijk op school gebruikt om de leerlingen teksten te laten memoriseren. De vaak letterlijk uit de bijbel overgenomen teksten zijn inhoudelijk lang niet altijd geschikt voor kinderen. Dat David als cadeautje voor zijn bruid tweehonderd Filestijnse voorhuiden meebracht, mag hier een mooi voorbeeld van zijn.


In de Verlichting ontstaat een nieuw soort kinderbijbel, geïnspireerd op de ontwikkeling van het kind als oppassend burger. In de negentiende eeuw laat de ontwikkeling van bijbels wederom een nieuw type zien. Deze bijbel wordt meer en meer ingezet met een indoctrinerende functie. Pas ver in de twintigste eeuw worden kinderbijbels ook echt kinderbijbels in de letterlijke zin van het woord. De kwaliteit van de illustraties is aanmerkelijk hoger, en de bijbelse verhalen worden vertellingen. Schrijvers en uitgevers proberen een aantrekkelijk boek voor kinderen uit te brengen.
 
In acht hoofdstukken beschrijft Van der Meiden de chronologische ontwikkelingen van dit genre. Ieder hoofdstuk begint met een schets van de maatschappelijke context en het leggen van verbanden met kerk en religie. Daarna worden de meest opmerkelijke kinderbijbels uit de beschreven periode behandeld. Goed gekozen citaten uit deze bijbels ondersteunen zijn verhaal. Ook besteedt de auteur aandacht aan de veranderingen op het gebied van de illustraties in de bijbels. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een beschrijving van bestaande opvoedingsidealen en pedagogische ontwikkelingen. Een lijst van ruim negenhonderd in Nederland verschenen kinderbijbels sluit deze studie af.
 
Van der Meiden maakt in zijn goed geschreven proefschrift duidelijk dat de Nederlandse kinderbijbel lang niet altijd ‘Zoo heerlijk eenvoudig’ is geweest. En ook niet zo mooi geïllustreerd, zo mag blijken uit de prachtige kleurenillustraties in het hart van het boek. Dat deze illustraties bijna allemaal uit de twintigste eeuw komen, zal geen toeval zijn. Op het gebied van de geschiedenis van de kinderbijbel is in Nederland nog niet veel geschreven. Voor wie geïnteresseerd is in dit thema is dit proefschrift dan ook zeker een goed begin!
 
Paula Hertogh

 

 
Trefwoorden: Nederland, Nieuwe tijd, Literatuurgeschiedenis, Kerkgeschiedenis, Kinderbijbel