Het was slechts oorlog
15 interviews met oude en jonge Friese veteranen
Dingeman van Wijnen (red.)
119 pp, € 19,95
isbn/issn: 9789051943573
geïllustreerd

Het was slechts oorlog

(recensie: Philip M. Bosscher)

Deze uitgave is een initiatief van de Stichting Veteranendag Friesland. Zij heeft de Stenden Hogeschool te Leeuwarden uitgenodigd haar leerlingen interviews vast te doen leggen met inwoners van Friesland die voldoen aan het criterium ‘veteraan’, dat officieel wordt omschreven als - ik parafraseer nu enigszins - een gewezen militair die het Koninkrijk heeft gediend onder oorlogs- of daarmee vergelijkbare omstandigheden, zoals bij vredesoperaties.


Zeven van de opgenomen interviews betreffen dienst onder wat oorlogsomstandig- heden kunnen worden genoemd: in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog (éénmaal), in het toenmalige Nederlands-Indië en in Nieuw-Guinea. De overige zijn te brengen onder de noemer ‘vredesoperaties’. Het lijkt me een wijs besluit van de redactie, de teksten exact zo weer te geven als deze door de ondervragers zijn ingeleverd. Dat komt de authenticiteit stellig ten goede en verhoogt daarmee hun waarde als bijdrage tot de sociale geschiedenis van de krijgsmacht. Soms levert het wel merkwaardige passages op als deze in het verslag van een interview met een Nieuw-Guinea-veteraan: “Na ruim 3 jaar op school te hebben gezeten om opgeleid te worden tot jongste officier…” (51). Bedoeld wordt uiteraard dat de betrokkene de opleiding tot zeeofficier aan het Koninklijk Instituut voor de Marine gevolgd heeft. Waar dit boekje mede bedoeld is als hulpmiddel bij het onderwijs zou het wellicht verstandig zijn, passages van deze aard in een soort handleiding voor de docent nader toe te lichten.


Ontsierend vind ik dat de ondervraagden consequent worden aangeduid als “Dhr” in plaats van “de Heer” dan wel met hun voornaam. Dat had zonder de authenticiteit te kort te doen zeker gekund. Of de opgenomen functie-aanduidingen ook voor rekening van de ondervragers komen, weet ik niet maar het zou zinvol zijn deze hier en daar wat bij te schaven: als iemand “kapitein voor de landmacht” (62) wordt genoemd, is dat niet alleen een wat ongebruikelijke omschrijving maar zegt het ook niet veel.


Twee dingen hebben mij in Het was slechts oorlog in het bijzonder getroffen. Men vindt er uiteraard vrij veel over wat de ondervraagden aan spanningen alsook fysieke en morele ontberingen ‘op missie’ - zoals men dat tegenwoordig pleegt te noemen - hebben moeten doorstaan. Toch kan men constateren dat zij in het algemeen wat zij beleefd hebben niet hadden willen missen en dus uiteindelijk als positief hebben ervaren . Verder blijkt dat de verantwoordelijke autoriteiten steeds meer oog hebben gekregen voor het belang van adequate nazorg voor mensen die teruggekeerd zijn van riskante operaties.

Dr.Philip Bosscher