Bernhard zakenprins.
Zijn connecties met wapenhandelaren, louche zakenlieden en dubieuze bankiers,
Gerard Aalders
233 pp, € 18,95
isbn/issn: 978-94-6153-015-8

Bernhard zakenprins.

(recensie: Han C. Vrielink)

Dit boek komt voort uit de mijn inziens zeer gerechtvaardigde kritiek van Aalders op het boek van Cees Fasseur: Juliana & Bernhard. Het verhaal van een huwelijk, de jaren 1936 – 1956. Fasseur kreeg voor het schrijven van dit boek als enige toegang tot het Koninklijk Huisarchief (KHA). Door Fasseurs geprivilegieerde positie kunnen andere historici bepaalde gedeelten van het boek, die gebaseerd zijn op stukken uit het KHA, niet verifiëren. Aalders betreurt dit vooral omdat we zo niet te weten komen tot welke bronnen Fasseur wel en tot welke hij geen toegang heeft gehad.
Directe aanleiding voor Bernhard Zakenprins was hetgeen Fasseur in Juliana & Bernhard schreef over de zaak Duyff. Professor Jan Willem Duyff zou namens Bernhard contacten met wapenhandelaren en zakenlieden hebben onderhouden, waarbij het zou gaan om illegale wapenleveranties aan Indonesië. Zowel de Koninklijke Marechaussee als de Rijksrecherche deden onderzoek naar de rol van Duyff en Bernhard in die wapentransacties. Fasseur bagatelliseert de onderzoeksrapporten van de Koninklijke Mareschaussee en maakt ze belachelijk. Waarom wordt niet direct duidelijk. Maar na alles wat Aalders over deze en andere kwesties rond Prins Bernhard uit buitenlandse archieven en circumstantial evidence aan de weet is gekomen, kan de lezer moeilijk anders concluderen dan dat partijdigheid van Fasseur ten gunste van Bernhard de reden was.
Eveneens uit circumstantial evidence concludeert Aalders dat Bernhard zich met de illegale wapenhandel in Indonesië inliet. Hij kende meerdere lieden die zich met die handel bezighielden, onder wie de beruchte wapenhandelaar Ali Shah, die bij Bernhard op Soestdijk kwam overleggen. Bernhard liet zich graag voorstaan op zijn rol als ‘zakenprins’, als de man die in het buitenland de orders voor het Nederlandse bedrijfsleven binnenhaalde. Aalders geeft een gedetailleerd beeld van een prins die in de eerste plaats zijn eigen zaakjes behartigde en daarbij weinig scrupules had in de keuze van zijn ‘zakenvrienden’.
De regering was wel degelijk op de hoogte van Bernhards wapenhandel, maar was, zoals vrijwel altijd, geneigd de prinselijke `kwesties’ in de doofpot te stoppen. Dit ondanks het feit dat Bernhards onverantwoordelijk gedrag niet alleen de naam van het Koninklijk Huis zou kunnen bezoedelen, maar ook de regering chantabel maakte. Aalders beschrijft hoe het Bernhard altijd weer lukte om de ministers te manipuleren en onder druk te zetten. De Prins had dat, aldus Aalders, “tot kunst verheven, al was het een vorm van Entartete Kunst” (p.21).
Dat Bernhard steeds weer de ruimte kreeg voor zijn velerlei escapades is verbijsterend en eigenlijk alleen te verklaren uit de serviliteit van een groot deel van de Nederlandse bevolking ten opzichte van het Oranjehuis en de angst van de regeringen voor een ‘koningskwestie’.
Aalders heeft aan dit bijzonder interessante boek vier artikelen toegevoegd die niet rechtstreeks met Bernhards waarschijnlijke rol in de wapenhandel te maken hebben, maar die aspecten van zijn karakter laten zien, zodat de lezer inzicht krijgt in Bernhards gedrag. Daaruit komt een man naar voren die in staat was mensen voor zich in te nemen, maar in wezen te karakteriseren is als “een gewetenloze geldwolf” (Aalders in een t.v.-interview in 2009) of, in de woorden van Annejet van der Zijl: “een man wiens honger naar geld niet te stillen (leek)” en die “als een moderne Faust door hebzucht verblind was geraakt” ( in: Bernhard. Een verborgen geschiedenis p. 371).

Han C. Vrielink
Kuinder 32, 3891CC Zeewolde

Trefwoorden: Nederland, 20ste eeuw, Indonesië, Wapenhandel, Prins Bernhard, Cees Fasseur.