Sophie, koningin der Nederlanden
Biografie van Sophie van Württemberg (1818-1877) op basis van brieven en dagboeken
Dianne Hamer
277 pp, € 25,-
isbn/issn: 978 90 8704 201 1
geïllustreerd

Sophie, koningin der Nederlanden

(recensie: Diane Spelbos)
Dianne Hamer heeft kunstgeschiedenis gestudeerd aan de Universiteit Utrecht. Zij heeft gepubliceerd in verschillende tijdschriften over kunst en geschiedenis en is co-auteur van het boek ´De dolle jonker´. Dit is haar eerste zelfstandige boek, dat direct al is opgenomen op de longlist van de Libris Geschiedenis Prijs 2011.
Hamer heeft zich verdiept in het leven van koningin Sophie, echtgenote van koning Willem III. Aan de hand van vele brieffragmenten en aantekeningen van Sophie zelf en van mensen uit haar omgeving heeft zij getracht ons een beeld te schetsen van wie deze vrij onbekende koningin was.
De eerste hoofdstukken behandelen haar afkomst en haar jeugd als dochter van Wilhelm I, koning van Württemberg, en Catharina Paulowna. Op 3-jarige leeftijd verloor zij haar moeder, aan wie zij dus nauwelijks concrete herinneringen had maar die zij haar hele leven heeft geadoreerd. Het leven aan het hof van Württemberg was aangenaam. Haar stiefmoeder Paulina van Württemberg, de tweede vrouw van Wilhelm, was niet heel lief voor Sophie en haar zusje maar haar vader maakte dat ruimschoots goed. Later werd Sophie door haar vader betrokken bij staatszaken.
Zoals destijds gebruikelijk tussen vorstenhuizen, was een huwelijk vooral een strategische kwestie. Een geschikte huwelijkskandidaat voor beide zijden was de erfprins van Oranje, zoon van toen nog prins Willem II. Sophie voelde zich al direct de meerdere van haar toekomstige echtgenoot. Ze vond hem grillig en niet erg intelligent, letterlijk schreef zij “.. dat hij niet de volledige beschikking over zijn verstandelijke vermogens heeft.” (p. 73) Ondanks haar twijfels realiseerde zij zich dat een huwelijk onontkoombaar was en op 18 juni 1839 voltrok zich de plechtigheid met veel feestgedruis.
Het huwelijk werd geen succes. Haar man was haar ontrouw, ze hadden doorlopend ruzie en Sophie kreeg vele restricties opgelegd. Toch werden er drie zoons geboren. Maar ook na de geboorte van haar kinderen, van wie zij zielsveel hield, werd haar in haar ogen het leven onmogelijk gemaakt. Willem III, inmiddels koning, probeerde haar zo veel mogelijk bij de troonopvolger weg te houden en zij had geen inbreng in zijn opvoeding en educatie. Van een officiële scheiding kon geen sprake zijn maar in 1855 werd een document opgesteld dat een scheiding van tafel en bed vastlegde. Sophie bleef haar verplichtingen als koningin nakomen maar verder waren de contacten tussen haar en Willem tot een minimum beperkt. Sophie wijdde haar verdere leven aan haar schrijven, haar vrienden en sociale verplichtingen. Eind 1875 werd zij ziek en herstelde niet meer tot haar dood op 2 juni 1877.
Een literatuurlijst, een uitgebreid notenapparaat en verschillende Europese stambomen completeren dit werk.

 
In deze biografie voeren de brieffragmenten van Sophie de boventoon. Dit geeft een goed beeld van haar zielenroerselen. Eerlijkheid gebied te zeggen dat het ook een eenzijdig beeld geeft. We lezen hoe zij zichzelf zag, hoe zwaar zij haar lot vond en hoe eenzaam zij was. Veel van de opgenomen fragmenten zijn brieven aan haar vertrouwelinge Lady Malet. Echter we lezen maar weinig over hoe anderen haar zagen. Hier en daar worden wel mensen uit haar omgeving aangehaald. Zo is er de gouverneur van haar oudste zoon, kapitein jonkheer Eduard August Otto de Casembroot, die in zijn dagboek regelmatig aangeeft dat hij Sophie een slechte moeder en een berekenende “tooneelspeelster”” (p.160) vindt. Koningin Anna Paulowna, haar schoonmoeder, verafschuwde haar, het wordt niet echt duidelijk waar deze houding vandaan komt. Uiteraard legt Sophie de oorzaak bij het moeilijke en onaangename karakter van haar schoonmoeder.
Daarnaast is er buiten de uitspraak dat zij een intelligente en ontwikkelde vrouw was, weinig concreets van deze eigenschappen terug te vinden. We krijgen toch vooral de indruk van een ongelukkige vrouw, die zichzelf boven haar omgeving verheven voelde. Regelmatig bekritiseert zij de mensen rondom haar als dom, lelijk en gespeend van elk gevoel voor stijl en klasse zoals het in aristocratische kringen zou moeten zijn. Ook het Nederlandse volk vindt zij oninteressant, dom en slap. Slechts de ontmoetingen met wetenschappers en prominenten, die haar achteraf prijzen, doet vermoeden dat zij een waardige gesprekspartner was.
Al met al ben ik van mening dat we met deze biografie geen objectief beeld hebben gekregen van wie koningin Sophie nu werkelijk was. Dit neemt niet weg dat het een boeiend boek is geworden. Het geeft ons wel degelijk een beeld over het leven van de hogere klassen in de negentiende eeuw en de restricties van een leven in de gouden kooi. Met de vele brieffragmenten is het een interessant egodocument.

 
Diane Spelbos
 

 
Trefwoorden.
Nederland, 19e eeuw, Koningin Sophie, Koning Willem III, Oranjehuis, Biografie, Egodocument