Goede luiden en gemene onderzaten
Assendelft vanaf zijn ontstaan tot de nadagen van de Gouden Eeuw
B.Koene
320 pp, € 29,-
isbn/issn: 978-90-8704-143-4

Goede luiden en gemene onderzaten

(recensie: Saskia Wubbolts-de Boer)

 

B. Koene, Goede luiden en gemene onderzaten – Assendelft vanaf zijn ontstaan tot de nadagen van de Gouden Eeuw (Hilversum: Verloren, 2010, 320 blz., in kleur geïllustreerd, ISBN 978-90-8704-143-4) €29,-
 
In zijn Goede luiden en gemene onderzaten schetst Bert Koene een beeld van het reilen en zeilen in Assendelft. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, loopt de beschreven periode slechts van het jaar 1000 tot 1717. Koene verklaart het ontbreken van het echte verhaal over Assendelfts ontstaan uit het ontbreken van relevant bronnenmateriaal. In het ‘ Voorspel’ (blz. 18-19) wordt heel kort Assendelft in de prehistorie aan de hand van enkele archeologische vondsten op de kaart gezet. Daarna springt het verhaal naar het jaar 1000. Deze opbouw voelt enigszins bevreemdend aan, want over de Romeinse periode in Nederland is uiteraard wel degelijk bronnenmateriaal aanwezig en ook is er een Romeinse potscherf aangetroffen in het veen rond Assendelft. Toch is de keuze van Koene te verdedigen: hij heeft er duidelijk voor gekozen, Assendelft tot leven te wekken.
In zijn inleiding maakt hij een aantal scheidslijnen vanuit het aanwezige bronnenmateriaal. Zo worden bestuur, rechtspraak en godsdienstig leven behandeld in twee perioden: 1000 – 1576 en 1576 – 1717. Koene koos 1717 omdat dit een rampjaar was, waarin de catastrofale dijkdoorbraken, bovenop de kommer en kwel van massale veesterfte, het dorp voor de duur van vele generaties tot diepe armoede deden vervallen.
De middeleeuwen eindigen voor hem in 1576, het jaar van de Spaanse aftocht. Tot 1576 werkt Koene met bronnenmateriaal van machthebbers en instanties buiten het dorp, waarbij Assendelfters zelf niet aan het woord komen. Na 1576 zijn er ook teksten van de inwoners zelf, variërend van verslagen van de rechtbank (blz. 281) tot de lijfrentebrief van 300 gulden die pastoor Beyer naliet voor zijn huishoudster Antje Hermans (blz. 250). Dit bronnenmateriaal verlevendigt het boek zeer.
Nergens geeft Koene aan waarom hij Assendelft een onderzoek waardig achtte. Ook tijdens het lezen komen de gebeurtenissen in en rond Assendelft niet als heel bijzonder over. Toch is Goede luiden en gemene onderdanen de moeite waard. Koene weeft de verwikkelingen rond Assendelft tot een mooi verhaal met de maatschappelijke en politieke geschiedenis van Nederland. Zowel leken als kenners zullen met dit boek uit de voeten kunnen. Wel gaan de details soms heel ver, zoals de uitleg over de loop van de Westzaner Reef langs Delft naar de Nauernase vaart (blz 53).
Goede luiden is dus opgedeeld in twee delen: grofweg Middeleeuwen en Gouden Eeuw. Binnen die delen worden in hoofdstukken een aantal hoofdlijnen uiteen gezet. De eerste hoofdlijn is het bestuur van Assendelft. De Heren van Assendelft kregen te maken met het uiteenvallen van het hofstelsel, de verwikkelingen rond Jacoba van Beieren en lokale zaken als feodale rechten. Er was sprake van een “woud van regels” (blz 225) voor de lokale bevolking, zoals het verbod “met zwepen bij de dingstal of langs de weg te knallen zoals boeren dat doen wanneer zij hun varkens opdrijven” (blz 227).
De tweede hoofdlijn is de strijd tegen het water, die van levensbelang was voor Assendelft. Hoofdstukken als ‘De grote overstromingen’ (blz 69-73) en ‘Waterwering en waterinlaat’ (blz 132 – 147) tonen aan wat de Assendelfters konden uitrichten tegen de dreiging van het water. Deze hoofdstukken geven een kijkje in de goed ontwikkelde organisatie van de Nederlandse waterkeringen.
Een derde lijn behelst het dagelijks leven van de inwoners van Assendelft. Het dorpsleven wordt geïllustreerd aan de hand van rechtbankverslagen, boedelinventarissen en demografisch cijfermateriaal. De godsdienstige lijn komt er in het deel over de Gouden Eeuw bij. De strijd tussen “calvinisten en paapsgezinden” (blz 248) speelde ook in Assendelft een rol.
Aan het eind van deel II lijkt het alsof Boeke geen afscheid kon nemen van al het mooie materiaal. Er volgen enkele hoofdstukken die weinig meer zijn dan opsommingen van weddenschappen en beemstergangers. Wel vermakelijk om te lezen maar los van de hoofdlijnen. Het boek is mooi geïllustreerd en bevat noten en een literatuurlijst. Koene heeft veel bronnen uit het Gemeentearchief Zaanstad geraadpleegd.
 
 
Drs. S.E. Wubbolts- de Boer
Prof. H. de Vrieslaan 23
3571GE Utrecht
 
Trefwoorden: Nederland, Noord-Holland, Assendelft, Middeleeuwen, Gouden eeuw, Waterstaat, Sociale geschiedenis, Demografie, Reformatie