Collaboratie, Landverraad en Heldendaden.
Kanttekeningen bij ‘Goed’ en ‘Fout’ in de Tweede Wereldoorlog.
Henk Eefting
200 pp, € 18,95
isbn/issn: 9789461530455

Collaboratie, Landverraad en Heldendaden.

(recensie: Paul Hendriks)

 

Henk Eefting, Collaboratie, Landverraad en Heldendaden. Kanttekeningen bij ‘Goed’ en ‘Fout’ in de Tweede Wereldoorlog. Soesterberg, uitgeverij Aspekt, 2011, 200 blz, geïllustreerd, ISBN 9789461530455, € 18,95..
 
De schrijver, zelf zoon van een Drentse NSB-boer, plaatst kritische kanttekeningen bij de naoorlogse goed-fout discussie over de NSB, SS, de Bijzondere Rechtspleging en de misstanden in de internerings- en verblijfkampen.  Dit thema houdt hem al langer bezig, getuige eerdere publicaties van zijn hand, zoals: De achterkant van de bevrijding en De Bijzondere Rechtspleging 1944-1952.
Eefting is niet de eerste die nuances aan probeert te brengen in de beeldvorming over het leven tijdens de bezetting. Chris van der Heijden, zelf een kind van NSB-ers, droeg zijn steentje al bij met Grijs Verleden. Hans Blom introduceerde lang geleden het begrip ‘accommodatie’, om de houding van de meeste Nederlanders te omschrijven. Zowel Helden als Verraders vormden een minderheid. Dit gezegd zijnde, wat is dan de meerwaarde van dit boek? Bij eerste aanschouwing had ik gemengde gevoelens. Enerzijds was ik onder de indruk van de vormgeving: drie banen op de voorkant, als bij een vlag. Bovenaan een foto van Nederlanders in Duits uniform en onderaan een afbeelding van de oproep tot staken tijdens de Februaristaking. Anderzijds was ik sceptisch over de kwaliteit van de bijdragen vanwege de gebruikte bronnen, bijna allemaal boeken, dus secundaire literatuur, onder andere van Nanda van der Zee en Ronald Sörensen. Daar staat dan weer tegenover dat Eefting erin geslaagd is om in tachtig korte verhalen, rond een vijftal thema’s, een boeiend boek te schrijven waarin hij onder andere de rol van de communisten scherp analyseert, de Jodenvervolging behandelt en ingaat op de rol van Prins Bernard.
Het boek bestaat uit een vijftal delen, die in chronologische volgorde het interbellum tot en met de bijzondere rechtspleging beslaan. Eefting eindigt met enkele losse notities en de weergave van recensies van en reacties op zijn boek over bijzondere rechtspleging. In zijn inleiding motiveert de auteur waarom hij tot het schrijven van dit boek is gekomen: Er is sprake van een kentering. De nuance die vanaf de introductie van het begrip `accommodatie’ tot en met het verschijnen van Grijs verleden (2001) in de beeldvorming had postgevat, wordt sindsdien weer vervangen door een zwart-wit tegenstelling, omdat we volgens Schwegman (p.10) weer behoefte zouden hebben aan helden en schurken.
Eefting heeft een manier van schrijven die mij doet denken aan wijlen historicus en vader van Ischa, Jaap Meijer. Deze man had na de oorlog ook een missie en gaf in eigen beheer diverse publicaties uit die betrekking hadden op het joodse leven hier te lande en het vooroorlogs antisemitisme. Mijn associatie heeft betrekking op het feit dat Eefting, net als Meijer, weliswaar vlot schrijft en historisch juiste feiten weergeeft danwel prangende kwesties aankaart, maar dat het serieus wetenschappelijk karakter van zulk werk teniet wordt gedaan door opmerkingen als: “Ook professor mr. A. D. Belinfante schrijft in 1978 in zijn boek ‘In plaats van bijltjesdag’ dat de lichtkogelaffaire voor rekening komt van de NSB. Hij noemt dit een zaak van landverraad. De klok horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt. En wat een professor beweert, wordt immers voetstoots aangenomen!”
Bovengenoemd citaat, waarmee hoofdstuk 1, bijdrage 2, eindigt (p.19), gevoegd bij het gebruik van uitsluitend secundaire bronnen, maakt dat mijn oordeel over dit boek is, dat het weliswaar vlot leest en aan de kaak stelt dat Nederland weer in Zwart-wit termen is gaan denken, maar dat het wetenschappelijk karakter van onderhavig werk twijfelachtig is. Helaas geldt dit voor meer uitgaven van uitgeverij Aspekt, die onder haar auteurs zowel serieuze beroepshistorici als welwillende amateurs telt. In zijn werkzame leven was Henk Eefting commando-officier, luitenant-kolonel der infanterie en directeur van de militaire strafgevangenis “Nieuwersluis”.
 
Drs. Paul Hendriks
meesterpaul@gmail.com
 
Trefwoorden:
Nederland, Tweede Wereldoorlog, NSB, Collaboratie, Bijzondere rechtspleging