Bondgenootschap onder spanning
Nederlands-Amerikaanse betrekkingen, 1969-1976
Kim van der Wijngaard
243 pp, € 27,-
isbn/issn: 978-90-8704-243-1
Geïllustreerd

Bondgenootschap onder spanning

(recensie: Saskia Wubbolts-de Boer)

 

Kim van der Wijngaart, Bondgenootschap onder spanning. Nederlands-Amerikaanse betrekkingen, 1969-1976, (Hilversum, Verloren, 2011), 243 blz., zwart-wit geïllustreerd, ISBN  978-90-8704-243-1, € 27,-
 
Kim van der Wijngaart promoveerde op dit interessante onderzoek naar de relatie tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika in de roerige jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, waarin de protestgeneratie en de detente een herdefiniëring van wederzijdse betrekkingen binnen het Atlantisch Bondgenootschap veroorzaakten. Zij bestudeerde primair bronnenmateriaal dat in de afgelopen jaren vrijkwam, zoals de telegrammen van en naar Amerikaanse ambassadeposten, en bakende daarbij haar onderzoek af tot de jaren tussen het aantreden van Nixon en de start van de ambtstermijn van Ford.
            In vijf hoofdstukken wordt geschetst hoe de Nederlandse regering poogde een serieuze partner te zijn voor de Verenigde Staten. Van der Wijngaart begint met een hoofdstuk waarin de grotere internationale gebeurtenissen als de Vietnam-oorlog en de Ostpolitik een rol speelden en behandelt daarna in vier chronologische hoofdstukken de Nederlandse verhouding met Amerika. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een korte conclusie.
            In Bondgenoot onder spanning beschrijft de auteur hoe Nederland op cruciale momenten steun verleende aan de Verenigde Staten, waarbij de Nederlandse belangen ook moesten worden bediend. De Verenigde Staten waardeerden Nederland als trouwe bondgenoot en als voorbeeld voor andere, kritische, Europese landen. Luns was er zeer op gebrand dat Nederland zou worden erkend als serieuze partner en gepikeerd toen Nixon tijdens een bezoek aan Europa Nederland oversloeg (p.87). Het is tekenend dat de Amerikanen op zijn protesten reageerden en hem en minister-president Piet de Jong uitnodigden voor een bezoek. Ook de landingsrechten voor de KLM werden door Luns met succes betrokken in deze kwestie. De Verenigde Staten wilden de Nederlanders graag tevreden houden.
            Spanningen kwamen ook geregeld voor. Deels kon dit, volgens de auteur, geweten worden aan persoonlijke factoren. De ontmoeting tussen Den Uyl en Ford verliep moeizaam en ook Luns kon soms botsen met de Amerikaanse gesprekspartners. Vooral de angst ‘for granted’ te worden genomen, maakte de Nederlandse politici soms fel. Thema’s zoals mensenrechten en democratisering werden door Nederland herhaaldelijk aangeroerd in gesprekken met de Verenigde Staten. Ook de ongelijkheid in de verhoudingen (wereldmacht versus kleine Europese staat) maakte het niet altijd gemakkelijk. Toch concludeert Van der Wijngaart dat Nederland over het algemeen kan worden aangemerkt als een trouwe bondgenoot, die ook in moeilijke tijden zoals tijdens de Vietnam-oorlog en de oliecrisis zich achter de Verenigde Staten schaarde. Kritisch maar trouw is een goede omschrijving van de Nederlandse houding.
            Het boek is zeer de moeite waard. Van der Wijngaart heeft een prettige open stijl van schrijven. Het onderzoek is breed uitgevoerd - de lange lijst van bronnen en literatuur getuigt hiervan – maar het is een goed leesbaar verhaal. De rode draad blijft behouden. Sommige hoofdstuktitels zijn goed gekozen en wekken meteen interesse (belangrijk voor een titel!) zoals  `In het Amerikaanse schuitje’ (p. 154) of ‘ A kind of Dutch Reform school’ (p. 207). Het regelmatig gebruik van citaten uit bronnen geeft het boek extra diepte. De lezer krijgt een kijkje in de keuken van de internationale betrekkingen.
 
S. Wubbolts- de Boer
fraskia@xs4all.nl
 
Trefwoorden: Nederland, 20e eeuw, Verenigde Staten, Politieke geschiedenis, Buitenlandse betrekkingen, Vietnam-oorlog, Atlantisch Bondgenootschap