Funeraire Cultuur
Amsterdam
Henk de Feijter
€ 9.98
isbn/issn: 90-5911-073-0

Funeraire Cultuur

(recensie: Henk Looijesteijn)

Begrafenissen waren in Nederland jarenlang een ingetogen aangelegenheid, waarin de dear departed efficiënt in een gat of oven werd gedeponeerd, al dan niet voorzien van voorgezaagd steentje en kopje koffie. Tegenwoordig mag de tocht naar de laatste rustplaats, en die rustplaats zelf, best weer wat kosten. Beroemde doden als Manfred Langer, Prinses Diana, Herman Brood en Pim Fortuyn brengen bij hun begrafenis meer mensen op de been dan tijdens hun leven, en in ieder geval drie van hen hebben inmiddels een indrukwekkend grafmonument, zoals Fortuyn in Provesano, Manfred Langer op Zorgvlied en Lady Di heeft zelfs een eigen grafeilandje - met daarop overigens een nogal conventioneel mausoleumpje..

Maar ook minder beroemde doden nemen tegenwoordig geen genoegen meer met een lullig stukje voorgezaagde steen: we mogen dan massaal Ikea-meubelen en Nikes kopen, als we in de grond liggen te vergaan, dan toch wel onder een fraai monumentje al naar gelang onze wensen. Dat is een tijd lang anders geweest, maar wie nu een begraafplaats bezoekt in Amsterdam, ziet al lang niet meer strak in het gelid staande stenen maar een keur van grafmonumenten, variërend van simpele houten bordjes tot het kitscherige standbeeld van Manfred Langer. Die staan nu beschreven in een handzaam, 64 bladzijden tellend boekje, geschreven door Henk de Feijter, een van de - uiteindelijk 25 deeltjes tellende - door de Vereniging de Terebinth in samenwerking met uitgeverij Aspekt uitgegeven reeks over funeraire cultuur. Het is niet alleen een handige introductie op de funeraire cultuur van Amsterdam en Amsterdammers, maar laat zich ook gebruiken als reisgidsje voor de necropolen van Amsterdam. De Feijter beschrijft de Amsterdamse kerkhoven die voor bezoekers zijn opengesteld en de herdenkingsmonumenten die her en der in Amsterdam staan opgesteld - van het homo-monument bij de Westerkerk tot de plaquette voor Margit Widlund, de in 2001 verongelukte dochter van schrijfster Anna Enquist - en geeft en passant interessante weetjes. Geuzenveld bijvoorbeeld ontleent zijn naam aan de plek waar in de 16de eeuw onboetvaardige gelovigen en ketters ter aarde werden besteld. De Amsterdamse kerkhoven worden bewoond door halsbandparkieten die oorspronkelijk in hoofdstedelijke kooitjes thuis hoorden, en alle Amsterdamse kerkhoven zijn opgehoogd om te voorkomen dat de Amsterdamse bodem ooit nog eens honderden veenlijken oplevert - vlees vergaat namelijk slecht in veen. De pionier van het buiten de kerk begraven ligt op het Zuiderkerkhof - chirurgijn Hartman vond dat begraven in de kerk onhygiënisch vanwege al die nare luchtjes die tussen de grafstenen omhoog kierden, en liet zich in 1678 buiten de kerk begraven. De rest van Amsterdam was daar pas aan toe in 1865, toen kon de gemeenteraad er echt niet meer onder uit te verordenen wat in de rest van Nederland al lang wettelijk verplicht was - om op een kerkhof te worden begraven.

Het boekje van De Feijter heeft handzame plattegrondjes van de verschillende begraafplaatsen, met daarop de highlights aangegeven, praktische informatie zoals openingstijden en dergelijke, en is voorzien van tal van foto's van Amsterdamse grafmonumenten - van het monument van Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk tot die van Jordanezen op Vredenhof. Wie wil, kan met dit boekje in de hand zelf gaan kijken of de overleden Amsterdammers er nog netjes bij liggen. In dezelfde reeks zijn overigens ook al deeltjes verkrijgbaar over de kerkhoven in de Alblasserwaard en de Vijfherenlanden, Den Haag, de Drechtsteden, Midden Holland en Rotterdam, zodat ook daar het funerair toerisme kan beginnen.