Roermond
Biografie van een stad en haar bewoners
Peter Nissen en Hein van der Bruggen
662 pp, € 35,-
isbn/issn: 978-90-8704-192-2
geïllustreerd in kleur en zwart-wit

Roermond

(recensie: Susan Derksen)

 

Peter Nissen en Hein van der Bruggen, Roermond. Biografie van een stad en haar bewoners. Hilversum, Verloren, 2014 (Maaslandse Monografieën, serie groot formaat deel 12) 662 pp, illustraties in kleur en zwart-wit, ISBN 978-90-8704-192-2, € 35,-
 
Als één plaats in Nederland eens een goed geschreven en inhoudelijk veelzijdige biografie nodig had, dan was het misschien wel Roermond. Ten onrechte – zij het wegens de nieuwswaarde van de informatie wel enigszins verklaarbaar – dreigde de afgelopen decennia in de rest van Nederland een eenzijdig beeld te ontstaan van deze stad. Roermond was het toneel van de laatste aanslag van de IRA op het Europese vasteland en van gevechten tussen Nederlanders en Molukkers, er zijn probleemwijken met criminaliteit en gezinsdrama’s, een corrupte gemeenteambtenaar kon er jarenlang zijn gang gaan, men gaat er vooral naartoe voor de Designer Outlet en het Retail Park, en de muziek is een mix van dweilorkest met onverstaanbare songteksten. Tegen dergelijke uiteraard wat gechargeerde vooroordelen zou deze stadsbiografie een direct afdoende maatregel kunnen zijn.
Het eerste dat opvalt aan dit boek is het formaat. Met 662 pagina’s is het een lijvig werk, waarbij bovendien duidelijk niet is bezuinigd op papier en band. Het werk is mede gefinancierd door de gemeente Roermond, de Roermondse Stichting 1880, Rabobank Roermond-Echt en het Prins Bernhard Cultuurfonds, en ondersteund door de Stichting Rura. Naast het schrijven van de tekst voor dit boek, zal ook het verzamelen en ordenen van al het beeldmateriaal een bijzondere uitdaging zijn geweest. Het is duidelijk te zien dat in dit project veel productie- en redactietijd is gestoken; behalve inhoudelijk leerzaam is het een waar sieraad voor de koffietafel. Een sierlijk smal leeslintje completeert het geheel.
Bij het lezen van de epiloog van dit boek wordt in een paar pagina’s mede duidelijk waarom het zo dik heeft moeten zijn. In haar eeuwenlange geschiedenis kende de stad een groot aantal oriëntatiepunten, met de nodige gewijzigde handelsbetrekkingen, religieuze veranderingen en politieke machtswisselingen als gevolg. Vanaf het ontstaan van de nederzetting aan de Roer in de twaalfde eeuw zijn al bewijzen terug te vinden van contacten met Duitse steden waaronder Keulen, waarbij Roermond aan een belangrijke handelsweg tussen Keulen en Brugge/Antwerpen lag. Na het ontstaan van het graafschap Gelre (vanaf 1339 hertogdom) verschoof het politieke oriëntatiepunt naar Arnhem, waar de centrale macht gezeteld was, ook al was Roermond als hoofdstad van het Overkwartier al een centraal punt in het bestuurlijk systeem. Hierna volgde aansluiting bij de Hanze, machtswisselingen tussen Bourgondische en Habsburgse hertogen, na de ondergang van Gelre gerichtheid op Brussel, periodes van Spaanse en Franse overheersing, alsmede een negen jaar durende aansluiting bij de nieuwe staat België voordat Roermond in 1839 formeel bij Nederland ging horen.
Het chronologisch geordende verhaal begint in het eerste hoofdstuk bij het ontstaan van het landschap van Roer en Maas en het moment waarop de eerste bewoners kort na de laatste IJstijd hun sporen nalieten. Vervolgens wordt in het tweede hoofdstuk een sprong gemaakt naar het daadwerkelijke ontstaan van de stad, waarna in intervallen van 100 à 200 jaar de volgende hoofdstukken zijn geplaatst, voor leesbaarheid en overzicht ingedeeld in vele korte paragrafen. Een handig detail hierbij is de kop van de rechterpagina, die steeds de paragraaftitel weergeeft, zodat het boek snel te doorbladeren is op zoek naar een bepaalde passage. De geschiedenis wordt afgesloten met eerder genoemde epiloog, waarin aan het eind een mooie vergelijking wordt gemaakt met de beginsituatie van de stad in de twaalfde eeuw: door het ontstaan van de Europese Unie maakt Roermond deel uit van de economie van de Maas-Rijnregio, met aansluiting op het Duitse wegennet en eenvoudige doorgang naar Noordrijn-Westfalen, Nederlands Limburg, Noord-Brabant en een groot deel van België, net zoals in het begin. De auteurs voorspellen dan ook dat Roermond, gelegen op het snijvlak van Noord en Zuid, economisch gezien alleen een toekomst zal hebben in Europees verband (p. 576). Met deze opmerking is de cirkel weer rond en wordt een mooi gestructureerd verhaal afgesloten. Wel had de lezer misschien nog baat gehad bij een visuele weergave van de belangrijkste historische gebeurtenissen, bijvoorbeeld in de vorm van een tijdbalk. Het is niet eenvoudig om van zóveel geschiedenis na lezing meteen een duidelijk beeld te vormen.
Interessante details zijn door het hele verhaal heen te vinden. Waar we bijvoorbeeld het zuiden van Nederland tegenwoordig vooral associëren met het katholieke geloof en het vandaag de dag volkomen logisch lijkt dat Roermond een bisdom is, bleek het in de tweede helft van de zestiende eeuw nog behoorlijk moeilijk om de eerste bisschop in deze omgeving te installeren, toen Roermond door de nieuwe bisdomsindeling van 1559 voor het eerst een bisdom was geworden. Bang voor een aantasting van de religieuze tolerantie waar de stad om bekend stond, en niet van zins om nog meer invloed vanuit Brussel te accepteren, boden het stadsbestuur en een deel van de burgerij waar mogelijk lijdzaam verzet tegen de komst van de bisschop. Het lukte hen echter niet om dit te verhinderen; in 1569, niet minder dan acht jaar na zijn benoeming en zes jaar na zijn wijding, kon de bisschop dan toch geïnstalleerd worden. Het eerste bisdom werd in 1801 onder invloed van de Franse bezetter opgeheven. Het begin van het tweede bisdom in 1841 ging er vervolgens behoorlijk wat vlotter en feestelijker aan toe (p. 366).
            In de verantwoording bij het boek geeft hoofdauteur Peter Nissen weliswaar uitleg over het fenomeen urban history als wetenschappelijke discipline, maar haast zich grappig genoeg om hieraan toe te voegen dat men met dit boek aan de wetenschappelijke debatten binnen deze discipline nu juist geen bijdrage beoogt te leveren. Wel sluit dit boek aan bij een trend van stadsgeschiedenissen in de zin van urban biographies; de afgelopen jaren verschenen er wereldwijd al veel boeken met een ondertitel als ‘biografie van een stad’.  
            Het moet ook niet meegevallen zijn om bij de totstandkoming van het boek steeds de twee in de verantwoording genoemde doelen in het oog te houden. Enerzijds moest het zo toegankelijk mogelijk zijn voor een breed publiek van historisch geïnteresseerden, anderzijds was het de bedoeling om een ‘wetenschappelijk verantwoord’ boek te schrijven (p. 579). Door een bijzonder zorgvuldige aanpak is men erin geslaagd om van dit boek inderdaad een prettig leesbaar geheel te maken. Het is een bijzonder informatief werk, zonder een handboek-achtige indeling te hebben. Er wordt geen wetenschappelijk vakjargon gebruikt, maar na ieder hoofdstuk volgt een uitgebreid notenapparaat. Er is zelfs gedacht aan degenen die zo’n dikke pil niet helemaal willen lezen: zij kunnen uren zoet zijn met het bewonderen van het beeldmateriaal.
 
 
Susan Derksen MA
Susan.Derksen@live.nl
 
Trefwoorden: Nederland, Limburg, Roermond, Prehistorie, Middeleeuwen, Nieuwe tijd, Nieuwste tijd, Stadsbiografie