Kennis in beeld
Denken en doen in de Middeleeuwen
Andrea van Leerdam, Orlanda S.H. Lie, Martine Meuwese en Maria Patijn (red.) (redactie)
196 pp, € 25,-
isbn/issn: 978-90-8704-417-6
geïllustreerd in kleur

Kennis in beeld

(recensie: Aron de Vries)

 

Andrea van Leerdam, Orlanda S.H. Lie, Martine Meuwese en Maria Patijn (red.) Kennis in beeld. Denken en doen in de Middeleeuwen (Hilversum, Uitgeverij Verloren, 2014) Deel 8 van de reeks Artesliteratuur in de Nederlanden, geïllustreerd, 196 pag. ISBN 978-90-8704-417-6, € 25,-
Onlangs verscheen een prachtig ‘platenboek’ over de Middelnederlandse artesliteratuur. Daarmee kwam een lang gekoesterde wens van de Werkgroep Middelnederlandse Artesliteratuur (WEMAL) in vervulling, want al in 1999 werd dit boek gerekend tot de desiderata. Maar pas vanaf 2011 werd er serieus werk van gemaakt toen de werkgroep versterkt werd met kunsthistorische inbreng. Het resultaat mag er dan ook zeker zijn. Het is een genot om door het boek vol kleurenafbeeldingen te bladeren. Een bonte stoet aan onderwerpen passeert de revue. Zo valt het oog de ene keer op een zodiakman – waarbij wordt uitgebeeld hoe de dierenriem en de planeten invloed hebben op het menselijk lichaam – om daarna getrokken te worden door de anatomische afbeeldingen van het inwendige van de vrouw.
            De omschrijving ‘platenboek’ doet feitelijk niet recht aan deze publicatie. Tal van experts hebben een korte bijdrage aan deze bundel geleverd. Hierbij is steeds een afbeelding en een citaat uit een Middelnederlandse artestekst (instructieve teksten op het gebied van techniek en wetenschap) als uitgangspunt genomen. Het gaat om maar liefst 21 bijdragen, waardoor het moeilijk is in een korte recensie op alle bijdragen in te gaan. Ik zal er daarom slechts enkele noemen.
            Wieze van Elderen gaat in op het gebruik van cosmetica in de middeleeuwen (pag. 97-103). Het doel was om een smetteloos, blank gezicht te krijgen, rode lippen en een hoog voorhoofd. De auteur geeft enkele recepten om dit schoonheidsideaal te verwezenlijken. Een prachtig portret van Rogier van der Weyden toont een dame die aan dit ideaal kon voldoen.
            Interessant vond ik de bijdrage van Maria Patijn (pag. 120-127). Hierin wordt beschreven en getoond hoe artsen pijlen uit een lichaam wisten te verwijderen. Dit deden ze wonderlijk genoeg door gebruik te maken van een kruisboog. Een tang werd bevestigd aan de pijl in kwestie. Die tang werd vervolgens gehaakt aan de pees van een gespannen kruisboog. Daarna werd de pijl letterlijk uit het lichaam geschoten. De auteur laat zien dat op een schilderij uit de 17e eeuw voorstellende een chirurgijnswinkel de kruisboog aan de muur gezien kan worden als een medisch instrument.
            Dan zien we op pagina 160 een afbeelding van een naakte, mensachtige figuur met een groene bladerentooi op zijn hoofd. Dit is al vreemd, maar hij is ook nog vastgebonden aan een hond. In de marge staat ‘mandragore’ een andere naam voor de plant alruin. Tom de Schepper vertelt het boeiende verhaal van de plant, de man en de hond (pag. 160-167). De auteur schrijft dat “wie kennis verwierf van de eigenschappen van de mandragora werd bewust van de schoonheid en de liefdevolle hand van Gods schepping” (pag. 166). Verder zal ik niets verklappen, u moet het maar lezen.
            Toch hebben sommige bijdragen aan de bundel niet een artestekst als uitgangspunt genomen. Zo gaat Marjolijn Kruip in op de wonderbaarlijke genezingen die in Den Bosch plaatsvonden op voorspraak van Maria (pag. 136-143). Deze tussenkomst van de Heilige Maagd staat beschreven in het Bossche Mirakelboek. De auteur realiseert zich zelf dat dit werk niet gerekend kan worden onder de artesliteratuur. Casper Staal gaat in op schenkingen van kleding aan een klooster (pag. 80-87). Zeker een interessante bijdrage, maar ik mis ook hier het verband met artesliteratuur. De auteur neemt namelijk als uitgangspunt de kloosterkroniek geschreven door Henrica van Erp, abdis van het Utrechtse Vrouwenklooster bij de Bilt. Weliswaar werd de profane kleding omgewerkt tot liturgische gewaden, maar de kloosterkroniek is niet geschreven om wereldse kennis door te geven. Het bevat dan ook geen aanwijzing hoe men precies de kleding moest vermaken.
            Het boek Kennis in beeld geeft een prachtig gevarieerd beeld van de kennis en inzichten die men in de middeleeuwen bezat. De multidisciplinaire aanpak en de wisselwerking tussen tekst en beeld verdienen navolging.
Drs. Aron de Vries
Burg. Gaarlandtstraat 10
4205 CC Gorinchem
Trefwoorden: Nederlanden, Middeleeuwen, Kennisoverdracht, Artes-literatuur, Wereldbeeld