Gerard Brandt
Het leven van Michiel de Ruyter
Vibeke Roeper en Remmelt Daalder (gekozen, hertaald en ingeleid door)
Rainbow
Athenaeum – Polak & Van Gennep
251 pp, € 8,-
isbn/issn: 978-90-4171-151-9
geïllustreerd in zwart/wit

Gerard Brandt

(recensie: Han C. Vrielink)

 

Gerard Brandt, Het leven van Michiel de Ruyter. Gekozen, hertaald en ingeleid door Vibeke Roeper en Remmelt Daalder, Uitgeverij Rainbow, Amsterdam, in samenwerking met uitgeverij Atheneum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2015, 251 pp., zwart/wit geïllustreerd, ISBN 978-90-4171-151-9, € 8.-
 
Vibeke Roeper en Remmelt Daalder brachten bovengenoemde hertaling van Het Leven en Bedryf van den heere Michiel de Ruiter (1687)van Gerard Brandt al eerder uit, namelijk in het “De Ruyter-jaar” 2007, toen het vierhonderd jaar geleden was dat Michiel de Ruyter in Vlissingen werd geboren. Bij uitgeverij Rainbow is nu deze zeer goedkope, maar keurig verzorgde pocketeditie verschenen; tegelijkertijd met het uitkomen van de film Michiel de Ruyter. Dat zal geen toeval zijn.
Vibeke Roeper is neerlandica en gespecialiseerd in maritieme geschiedenis en het hertalen van zeventiende- en achttiende-eeuwse reisverslagen. Bekende boeken van haar zijn Om de Noord (1996), Om de Zuid (1997) en In dienst van de Compagnie (2002) en het kinderboek Zwarte peper, scheurbuik (2002). Remmelt Daalder promoveerde in 2013 op Van der Velde en zoon, zeeschilders; werken van hem zijn Maritieme Geschiedenis van Nederland in 70 Hoogtepunten (2004) en Schepen van de Gouden Eeuw (2011).
Het oorspronkelijke werk van Gerard Brandt beslaat 1065 bladzijden. Roeper en Daalder hebben ongeveer een vijfde deel daarvan overgenomen en in hedendaags Nederlands hertaald. De samenstellers vermelden duidelijk uit welke pagina’s zij voor ieder hoofdstuk passages hebben geselecteerd. Voor de liefhebbers is het origineel te downloaden op dbnl.org. Aan het begin van ieder hoofdstuk geven de auteurs een korte samenvatting van hetgeen volgt en zetten zij de gebeurtenissen in een bredere context.  
De hertaling is in alle opzichten voortreffelijk. Ook al is de originele tekst toegankelijk gemaakt voor moderne lezers, de stijl van Brandt blijft duidelijk herkenbaar. De auteurs zijn meesters in de kunst van het weglaten. Mij is in ieder geval nergens gebleken dat zij ten onrechte delen van het dikke boek van Brandt hebben geschrapt. Alle grote gebeurtenissen uit het leven van Bestevaer passeren de revue, met natuurlijk als hoogtepunt het jaar 1673, waarin De Ruyter de vloten van Engeland en Frankrijk `tot driemaal toe de trotse vlag deed strijken’. Het werk van Brandt wemelt van de anekdotes en die zijn door Roeper en Remmelt uiteraard wel opgenomen. De `blauw geruite kiel’ zal men echter niet aantreffen: dat is een verzinsel van schoolmeester De Rop uit 1875, die het ook nog bestond om De Ruyter naar Oost-Indië te laten varen.
Ruim tachtig, meest maritieme, vaktermen (als boelijn, goteling, bijsteken en ombrassen) worden in een woordenlijst verklaard. De vrij ingewikkelde organisatie van het zeewezen van de Republiek wordt in het kort uit de doeken gedaan, evenals het rangenstelsel van de vlagofficieren. De benamingen van de masten, de zeilen, het lopend en staand want, kortom de vraag waar al die `houtjes en touwtjes’ zitten op zo’n zeventiende-eeuws oorlogsschip, wordt met behulp van een illustratie beantwoord. Het boek bevat enige prenten.
Het is jammer dat de auteurs niet een kaartje hebben opgenomen met de locaties waar zich de grote zeeslagen tussen 1652 en 1673 hebben afgespeeld. Het is voor de geïnteresseerde leek helemaal niet zo eenvoudig om locaties als bijvoorbeeld Schooneveld, Duins en Solebay vlug te vinden.
In 1996 sloot Ronald Prud’homme van Reine zijn magistrale standaardwerk: Rechterhand van Nederland. Biografie van Michiel Adriaenszoon de Ruyter af met een korte beschouwing over de enorme invloed die Gerard Brandts boek, Het Leven en Bedryf van den heere Michiel de Ruiter (1687),heeft uitgeoefend. Brandt heeft, aldus Prud’homme van Reine, een mythevorming rond de figuur van de grote admiraal op gang gebracht, die werd versterkt door het negentiende-eeuwse nationalisme en die tot in de twintigste eeuw heeft voortgeduurd. “Nu er geen behoefte meer is aan nationale helden”, zo vervolgt hij, “ dreigt De Ruyter in de vergetelheid te raken. Dreigt, want noodzakelijk is dat niet. (…) Voorwaarde is alleen dat hij voortaan als mens van vlees en bloed wordt voorgesteld en niet als een ongeloofwaardige, onpersoonlijke held” (p. 364). Prud’homme van Reine heeft dankzij zijn enorm uitgebreid onderzoek van oude en nieuwe bronnen die “mens van vlees en bloed” kunnen beschrijven. Hij heeft afgerekend met de talloze mythen rond De Ruyter, zonder af te dingen op het feit dat De Ruyter een grote zeeheld was.
Lopen we nu de kans dat de hertaling van Brandt de mythevorming rond De Ruyter nieuw leven zal inblazen en daarmee een hernieuwd nationalisme zal aanwakkeren? Dat hangt, lijkt mij, van de gebruiker van het boek af.  De inleidingen van Roeper en Daalder aan het begin van ieder hoofdstuk zijn objectiverend genoeg. Zo rekenen ze bijvoorbeeld af met de mythe van het optreden van De Ruyter aan de spits van de vloot bij de tocht naar Chatham en vermelden zij nadrukkelijk dat De Ruyter toen ziek was en lange tijd op de achtergrond bleef.
In de film Michiel de Ruyter vaart de admiraal echter weer vrolijk voor alle anderen uit naar Chatham. Die film wil dan ook nadrukkelijk wel een nieuw nationalisme genereren. Regisseur Roel Reiné meldde den volke dat hij de film gemaakt heeft: “opdat wij weer trots op Nederland worden”. Op de “B.V. Nederland” kennelijk, gezien de vette nadruk die de film legt op de commercie.
Wat betreft het aanjagen van een nieuw Nederlands nationalisme denk ik ook aan het scholenproject 400 jaar Michiel de Ruyter van de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO). Dat wil bij het vak burgerschapsvorming De Ruyter gebruiken “als bindende factor in de maatschappij, vergelijkbaar met het Nederlands elftal”.
 
Han C. Vrielink [ jcvrielink@planet.nl ]
Trefwoorden: Nederland, 17de eeuw, Michiel de Ruyter, Zeegeschiedenis, Nationalisme.