Alexander Philip van der Capellen (1745-1787)
De tragische lotgevallen van een dienaar van prins Willem V
Jacques Baartmans
222 pp, € 23,-
isbn/issn: 978-90-8704-506-7
geïllustreerd

Alexander Philip van der Capellen (1745-1787)

(recensie: Drs. Marieke Bos)

 

Jacques Baartmans, Alexander Philip van der Capellen (1745-1787). De tragische lotgevallen van een dienaar van prins Willem V (Hilversum, Verloren, 2015), 222 pp., geïllustreerd, ISBN 978-90-8704-506-7, € 23,-
Jacques Baartmans heeft opnieuw een biografie geschreven over een lid van de familie Capellen. Deze tweede biografie gaat over Alexander Philip van der Capellen (1745-1787). Bij het Gelders Archief ligt een rijke bron, het familiearchief Van der Capellen en ook in het Nationaal Archief is veel correspondentie van deze Gelderse regentenfamilie bewaard gebleven. Eerder schreef Baartmans een biografie over de broer van Alexander Philip, Robert Jasper van der Capellen tot den Marsch (1743-1814). Deze Gelderse regent was de voorman van de patriotten in de oostelijke gewesten en later ook een van de landelijke leiders van deze beweging. Robert Jasper volgde zijn achterneef Joan Derk baron van der Capellen tot den Pol (1741 - 1784) op, die eerder een belangrijke rol in de patriottenbeweging speelde. Joan Derk steunde de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog en had openlijk kritiek op het regentenstelsel. Deze Joan Derk was de auteur van het anoniem gepubliceerde pamflet Aan het Volk van Nederland, dat in de nacht van 25 op 26 september 1781 in alle grote steden van de Republiek werd verspreid
Alexander Philip van der Capellen zat in het andere kamp; hij was eerst als page en later als kamerheer bij stadhouder Willem V in dienst en was bijna 25 jaar echt een vertrouweling. Hij vervulde zijn ambt plichtsgetrouw en met een helder besef van zijn verantwoordelijkheden. Maar het feit dat zijn broer Robert Jasper en zijn verwant Joan Derk van der Capellen vooraanstaande patriotten waren, compliceerde zijn positie aan het hof. Hij had een goed contact met zijn familieleden en vooral ook met Robert Jasper. Hij probeerde de persoonlijke verhoudingen los te zien van de politieke voorkeuren, hoe moeilijk dat ook was. Alexander Philip had begin jaren tachtig echter enige ontmoetingen met Cornelis De Gijselaar. Deze  leidde het onderzoek naar het dramatisch verloop van de Vierde Engelse oorlog (1780-1784) en had scherpe kritiek op het beleid van stadhouder prins Willem V. De ontmoetingen met Cornelis de Gijselaar waren persoonlijk en niet echt politiek, maar het vertrouwen bij Willem V was weg. Alexander Philip werd gepasseerd in augustus 1782. De prins ging naar Texel voor een inspectie van de vloot en eigenlijk was Van der Capellen aan de beurt om mee te gaan als kamerheer, maar in plaats daarvan vroeg hij François Bigot mee. Alexander Philip bracht het zelf onder de aandacht van de prins en ze spraken met elkaar. Het vertrouwen kon tijdelijk weer herwonnen worden. Maar de lasterpraat in de Haagse kringen bleef aanhouden en ook in nieuwsbladen stonden nare berichten waarin zijn loyaliteit in twijfel werd getrokken. Van der Capellen zag zich uiteindelijk in 1783 genoodzaakt om zijn ontslag aan te vragen. Dit werd hem ook verleend.
Vervolgens schreef hij een apologie: Het gedrag van jonkheer A. P. van der Capellen aan het publiek door hemzelf opengelegd in Den Haag in 1784. Hij probeerde hierin te verklaren wat hem was overkomen en wat zijn oprechte intenties waren. Aan het publiek was het om hierover te oordelen. Deze apologie is gepubliceerd in het boek.
Uiteindelijk trad hij daarna toch toe tot het kamp der Patriotten. Hij was echter gematigd in zijn standpunt.  De Staten van Holland benoemden hem tot kolonel van een regiment cavalerie. Op 10 september 1787 werd hij belast met het bevel over de vesting Gorinchem. Hij aanvaardde het bevel op 14 september en reeds op de 17 september werd de vesting door de Pruisische kolonel von Romberg opgeëist. Van der Capellen werd met het gehele garnizoen krijgsgevangen gemaakt en naar Wesel afgevoerd. Toen men door Nijmegen trok, werd hij bedreigd door de Orangisten. Te Wesel werd hij schofterig  behandeld.  Hij werd ernstig ziek, psychisch en fysiek. Toen hij uiteindelijk in vrijheid werd gesteld, overleed hij enkele dagen later. In zijn slotwoord geeft Baartmans aan dat hij deze biografie ook schrijft om recht te doen aan het ‘mon honeur’ van Alexander Philip van der Capellen (p. 168).
De publicatie is rijk geïllustreerd en er wordt regelmatig geciteerd uit de brieven. Het boek volgt de chronologie: jeugd, studententijd in Utrecht, trouwen, zijn tijd aan het hof en het tragische verloop van de missie in Gorinchem en zijn dood. De manier waarop hij in zijn brieven en in zijn pleidooi streed voor zijn eer geven een interessante inkijk in het Hollandse hof van de achttiende eeuw.
Drs. Marieke Bos
mhfbos@gmail.com
Trefwoorden: Nederland, Gelderland, 18e eeuw, Patriottentijd, Stadhouder Willem V