Onze slag bij Waterloo
(recensie: Saskia Wubbolts-de Boer)
Louis Ph. Sloos, Onze slag bij Waterloo – de beleving van de overwinning op Napoleon in Nederland, (Nijmegen: Vantilt, 2015), 303 blz. In kleur geïllustreerd, noten en literatuurlijst aanwezig, ISBN 978-94-6004-208-9, €34,50
Op pagina 43 van Onze slag bij Waterloo staan foto’s van vaandels, prachtig geborduurd met stralenkransen en gouden letters, die verschillende studentencompagnieën uit handen van dames mochten ontvangen. Erbij staan de verhalen zoals hoe in 1815 de Leidse compagnie haar vaandel ontving “ voor het huis van jonkvrouw van Baveren, uit haar handen en uit naam van 68 Leidse dames. Dit vaandel werd onder luid gejuich naar buiten gebracht, waarna de kapitein uit naam van zijn compagnie de eed van trouw aflegde” (p.43). De vaandels zijn een goed voorbeeld van de nieuwe invalshoek die Sloos in zijn boek gebruikt voor het verhaal van de slag bij Waterloo. Aan de hand van daadwerkelijke relieken en de overblijfselen van de slag in ruimere zin in de Nederlandse samenleving wil de auteur een beeld schetsen van de Nederlandse Waterloocultuur. Zijn boek is zeer kleurrijk geïllustreerd met foto’s van voorwerpen, portretten, boekjes, tegeltableaus en prenten. Vooral de voorwerpen maken van het boek een interessant naslagwerk, zoals de gegraveerde kogel die Cornelis Johannes baron Krayenhoff in de buik verwondde (p.77) of de foto van een kunstgebit – de zogenaamde “Waterlootanden” - dat werd gemaakt van de tanden van gesneuvelde militairen en “met trots werd gedragen” (p. 84).
In het eerste hoofdstuk wordt een inleiding gegeven op het onderwerp. Sloos zet uiteen waarom de slag bij Waterloo – in 2015 precies 200 jaar geleden uitgevochten - nog altijd een belangrijke plek in de geschiedschrijving en het collectieve geheugen inneemt. Hij concludeert dat bij Waterloo de Nederlandse Republiek voor het eerst sinds de Franse overheersing een bijdrage kon leveren aan de oorlog én dat de deelname aan de slag het nationalisme in Nederland aanwakkerde. Dit leidde tot het enthousiast borduren van vaandels maar ook tot de vorming van corpsen van vrijwilligers die de landsverdediging op zich namen.
In de volgende hoofdstukken laat Sloos zien hoe de slag bij Waterloo doorklonk in de jaren erna. Hij bespreekt hoe de gewonden in colonnes door het land trokken en hoe plunderaars enkele uren na de slag al op het slagveld aanwezig waren om alles van enige geldelijke of sentimentele waarde te roven (wat uiteraard wel heeft geleid tot het behoud van alle overblijfselen die Sloos zo graag gebruikt). Daarna onderzoekt hij hoe in Nederland werd omgegaan met de helden en met de slachtoffers zoals invaliden, veteranen en weduwen. Het blijkt dat de helden in het zonnetje werden gezet na de slag. Er kwam een gedenkzuil, de Naald van Waterloo bij het paleis in Soestdijk van 37 meter, en er werden ridderordes uitgereikt. Sloos vermeldt ook de BN’ers van 1815 (p. 136) zoals luitenant-generaal Collaert en De Perponcher.
Voor de gewone soldaat was minder oog maar voor hun familie en omgeving waren ook zij echte helden. In “Erkentis der Nederlanders aan hunne verdedigers” (p. 148) laat Sloos zien dat er wel oog was voor de veteranen, invaliden, weduwen en wezen maar dat veel van de organisatie in handen was van particulieren. Wel werd een militair invalidenhuis te Leiden geopend. Juist de beschrijving van de gewone alledaagse zaken zoals de bestellingen aan linnengoed en de verschillende voorstellen voor het opschrift voor de façade (“Het Erkentelijk Nederland, aan zijne dapperen verdedigers” wint van onder andere “ Hier zorgt het Vaderland voor onbezweken helden en Belooning der dapperheid” en “ Aan Heldenmoed toegewijd”, p. 155) maakt Onze slag bij Waterloo tot een interessant en toegankelijk boek. Al lezende krijg je het gevoel mee te kijken hoe de slag bij Waterloo doorklinkt in de samenleving.
De laatste hoofdstukken van het boek zijn gewijd aan de tastbare kunstwerken die werden opgericht en vervaardigd om de slag te herdenken. Talloze prenten, schilderijen, monumenten en tegeltableaus werden vervaardigd naar aanleiding van de slag. Aardig is het historiespel op p. 254 waar de speler de slag als een soort ganzenbord kan nalopen, hopende niet in de knoei te komen.
Louis Sloos is een militair historicus en conservator bij het Nationaal Militair Museum in Soest. Zijn expertise drukt een stempel op het boek. Enerzijds is duidelijk dat de auteur over een zeer ruime kennis beschikt als het gaat om het onderwerp van dit boek, anderzijds leidt zijn expertise er wel toe dat er soms wel erg veel militaire details worden vermeld. De vele beschrijvingen van samenstellingen van troepen en namen van generaals maken het verhaal soms traag. De bijlages en literatuurlijst laten zien dat Sloos uitgebreid onderzoek heeft verricht en zijn ongetwijfeld een aanknopingspunt voor eenieder die meer wil weten over de slag bij Waterloo of de Nederlandse beleving hiervan. Ook voor de lezer die nog weinig weet van de geschiedenis van Nederland rond 1815 en de daaropvolgende jaren is dit een zeer informatief boek, dat zeker de moeite van het lezen waard is.
Drs. S.E. Wubbolts- de Boer
Prof. H. de Vrieslaan 23
3571 GE Utrecht
Trefwoorden: Nederland, 1815, Slag bij Waterloo, Napoleon, Militaire geschiedenis, Vaderlandse geschiedenis