Wonen als arbeider in een textielstad
Arbeidershuisvesting in Tilburg 1870 - 1938
Jan Timmermans
344 pp, € 35,-
isbn/issn: 978-90-8704-551-7
geïllustreerd

Wonen als arbeider in een textielstad

(recensie: Drs. Marieke Bos)

 

Jan Timmermans, Wonen als arbeider in een textielstad. Arbeidershuisvesting in Tilburg 1870-1938, Hilversum, Verloren, 2015, 344 pp, geïllustreerd, ISBN 978-90-8704-551-7, € 35,-
Jan Timmermans, oud wethouder cultuur van de gemeente Tilburg, schreef een boek over sociale woningbouw in zijn gemeente in de periode 1870-1938. Het boek verscheen bij de uitgeverij Verloren in de serie van Zuidelijk Historisch Contact. In zijn studie gaat hij uitgebreid in op de materie. Hij vergelijkt de Tilburgse situatie met de Europese situatie. In grijze blokken tekst zoomt hij in op thema’s die een beetje buiten de scope van het centrale verhaal vallen, maar wel interessant zijn. Voor zijn boek heeft hij intensief gebruik gemaakt van de krantendatabase van de Koninklijke Bibliotheek en het Secretarie-archief van de Gemeente Tilburg.
De industriële revolutie is natuurlijk niet aan Tilburg voorbij gegaan. Heel snel groeide de bevolking van de stad. Door de overgang van huisarbeid naar fabrieksarbeid veranderde het woonpatroon. In de negentiende eeuw groeide het besef dat wanneer arbeiders deugdelijk zouden wonen, de productie omhoog zou gaan en onrust en revoluties zouden worden voorkomen. Fabrikanten hadden dus baat bij het verzorgen van goede woningen voor hun arbeiders. In zijn boek somt Timmermans een aantal voorbeelden op van woonwijken die zijn opgezet met deze visie. Timmermans wijdt een paragraaf aan het Agnetapark in Delft. De Tilburgse textielfabrikanten kenden in tegenstelling tot andere steden geen traditie om huizen te bouwen voor de werknemers. Er werden slechts enkele huizen gebouwd door textielfabrikanten. Relatief gezien was de woonsituatie van de textielarbeiders niet slecht. Er was in Tilburg nog ruimte. De meeste huizen hadden een tuintje. In Tilburg had je niet de overbevolkte krotten en mensenpakhuizen zoals beschreven in het boek van Auke van der Woud uit 2010, Koninkrijk vol sloppen.
Met de hygiëne was het minder gesteld. Drinkwater kwam uit troebele waterputten. Er was enorme kindersterfte en regelmatig brak er cholera uit. De gemeente Tilburg reageerde, wanneer je het met andere gemeenten vergelijkt, laks. De arbeiders werden niet vertegenwoordigd door het conservatieve stadsbestuur. Het duurde lang voordat er riolering en waterleidingen werden aangelegd.
In 1901 werden de woningwet en de gezondheidswet ingevoerd. Doel was om de leefsituatie van de arbeiders te verbeteren. Volgens Timmermans werden deze nieuwe wetten met weinig elan door het gemeentebestuur geïmplementeerd. In 1913 benoemde men wel een hele capabele stedenbouwkundige, ir. J.H.E. Rückert. Hij was niet katholiek en een buitenstaander. In 1917 vertrok hij enigszins gedesillusioneerd. Het stadsbestuur werkte niet mee. Bijna elke vernieuwing in de textielstad werd door het stadsbestuur argwanend bekeken als gevaarlijke nieuwlichterij. Uiteindelijk vonden de ideeën van Rückert toch een bodem en werden zijn stedenbouwkundige ideeën uitgevoerd.
Zo midden jaren twintig begon de woningwetbouw in Tilburg op gang te komen. Particulieren en woningbouwverenigingen maakten gebruik van de subsidiemogelijkheden van de overheid.  De projecten waren kleinschalig en men deed aan stadsinbreiding. Het stadsbestuur nam nu wel zijn rol. De hoogte van de huren was vanaf de Eerste Wereldoorlog een punt van zorg. Het loon van de arbeiders werd in die tijd verlaagd. Mensen bleven langer thuis wonen en stelden hun huwelijk uit en bleven in één huis wonen. In de jaren twintig was er dus sprake van leegstand vooral bij de particuliere verhuurders. Het stadsbestuur zorgde ervoor dat de huren naar beneden werden aangepast.
Timmermans besteedt over de tijd van het interbellum veel aandacht aan de rol van de katholieke kerk. 95% van de Tilburgse bevolking was katholiek. De nieuwe wijken die werden gebouwd, vielen samen met nieuwe katholieke parochies compleet met alle faciliteiten voor Het Rijke Rooms Leven: jongens- en meisjesscholen, kerk en patronaat. Vervolgens zoomt hij in op de arbeiderswijk Groeseind als voorbeeld van zo’n katholieke wijk.
Timmermans maakt op een mooie manier gebruik van het Secretarie-archief als bron. Af en toe dwaalt hij wel iets af van het centrale onderwerp `arbeidershuisvesting in Tilburg’ en zoomt hij in op details die wel verbonden zijn met het katholicisme maar niet specifiek zijn voor Tilburg.
Drs. Marieke Bos
mhfbos@gmail.com
Trefwoorden: Nederland, Tilburg, 19e eeuw. 20e eeuw, Sociale geschiedenis, Textielarbeiders