Vera Funke, Dat is nu handel, meisjelief! - Verlovingsbrieven van de Amsterdamse boekhandelaar en uitgever George Lodewijk Funke (1836-1885), (Hilversum Verloren 2017), 351 blz., zwart-wit geïllustreerd, ISBN 978-90-8704-650-7, €35,-
“Het programma van dien dag is hoogst eenvoudig: ik zal op de Notariële kamer om twaalf uur te beginnen receptie te geven in gezelschap van een goede kwantiteit broodjes en chocolade. .. Wees zoo goed intusschen een paar ferme tulbanden bij neef Ledoot te bestellen, die we dan zaturdag of zondag kunnen verorberen en voorts een flesch punch of een paar flesschen wijn te laten halen, benevens een kleine flacon “Bisschop”. Beredder dit maar zooals U ’t best dunkt, maar laat ze er niets van merken; de onkosten retourneer ik zaturdag wel” (blz.87).
Aan het woord is George Funke, boekhandelaar die zich in 1862 verlooft met Marie de Koning. Tussen 1862 en hun huwelijk op 27 juli 1865 schrijft George zijn verloofde brieven vanuit zijn woonplaats Amsterdam. Hij schrijft over zijn dagelijks leven, over politieke gebeurtenissen en over het opzetten van zijn nieuwe boekhandel. De brieven passen in de wekelijkse routine: George en Marie ontmoeten elkaar elke zondag bij haar ouders in Haarlem en zondagavond vertrekt hij weer met de trein naar Amsterdam. Dinsdagavond schrijft hij een brief aan Marie en op donderdag krijgt hij een brief van haar. Er zijn 126 brieven van George Funke bewaard gebleven, helaas van Marie maar twee.
Vera Funke, achterkleindochter van George, schrijft met behulp van deze correspondentie een boek over haar voorvader. Ze wil daarmee een bijdrage leveren aan het besef dat geschiedenis maakt wie wij nu zijn. Dat menselijke emoties als liefde nu én toen bijdragen aan de wereld zoals wij die kennen. Ze roemt in de inleiding Funkes zorgvuldige manier van formuleren en de intensiteit van wat hij schrijft, waarbij ze dat vergelijkt met de wijze waarop momenteel op social media emoties in symbolen worden gevangen om die vervolgens, met kennelijk gemak en daarmee gevaar voor uitholling van betekenis, de ether in te slingeren (blz. 10).
Maar Vera Funke doet meer met de brieven van haar overgrootvader dan liefde en welsprekendheid illustreren. In zeven hoofdstukken citeert ze rijkelijk uit de brieven om daarmee een beeld te schetsen van de samenleving in de tweede helft van de negentiende eeuw. Onderwerpen als “Wonen in Amsterdam”, “Geloofsbeleving” en “Sociale netwerken en familiebanden” krijgen een persoonlijke noot met de citaten uit de brieven van George. Persoonsgeschiedenis om het grotere verhaal te kunnen vertellen, dat is waar het om draait in Dat is nu handel, meisjelief! Het citaat waarmee deze recensie begint past bij “Wonen in Amsterdam” onder het kopje Vertier. Het laat zien dat jonge mensen in die tijd geld uitgeven aan feestjes en aan gezellig samen zijn. Ook kaartspelen, vakanties en grotere festiviteiten zoals de Kermis, een culturele avond of een defilé van “oude knappers”( mannen die hebben meegevochten in de slag bij Waterloo in 1815, blz. 95) komen aan bod in de brieven. Aardig is dat uit de brieven kan worden gedestilleerd hoe het leven er in die tijd uitzag. Was het gebruik om cadeautjes te kopen voor je geliefde op de Kermis? Ja! Was het druk bij de opening van het Paleis van Volksvlijt? (zeker! “drommen van menschen” blz. 102).
Bij enkele onderwerpen plaatst Vera Funke een grijs katern met daarin extra historische achtergrond om zaken uit de brieven te kunnen duiden. Zo staat er bij het hoofdstuk over geloof een uitleg over de achtergrond van de door Funke genoemde Frederik Muller en Jacob de Hoop Scheffer (blz.110.). Elders wordt aandacht besteed aan bijvoorbeeld het Noorzeekanaal (blz. 37) en de Dienstplicht (blz. 78). Deze kaders verduidelijken opmerkingen van Funke maar geven daarmee ook een breder beeld van de negentiende eeuw. Wel valt het op dat in sommige hoofdstukken de grotere lijn beter uit de verf komt dan in andere, zo gaat juist het hoofdstuk over “uitgever en boekhandelaar in de tweede helft van de negentiende eeuw” - waar een groot verhaal vermoed wordt - grotendeels persoonlijk over Funke zelf. Er is een hele verhandeling over wat Funke doet en laat maar laat heel weinig zien van het overkoepelende beeld. In het laatste hoofdstuk, over “ de man achter de brieven” , komt het uitgeversvak wel nogmaals ter sprake. Funke is als succesvol uitgever van auteurs als Multatuli en vooral als oprichter van Het nieuws van den Dag, een goedkoop dagblad dat lang de grootste krant van Nederland was, een belangrijke figuur geworden in de uitgeverswereld. Wellicht dat Vera Funke de aandacht hiervoor over twee hoofdstukken wilde uitspreiden. Andere hoofdstukken, zoals die over “ Wonen in Amsterdam” bevatten wel veel informatie over de negentiende eeuw in het algemeen. Er is een bibliografie opgenomen met secundaire literatuur die Funke heeft geraadpleegd om de brieven in de setting te kunnen zetten (blz. 344-346) en een verantwoording van de illustraties (zwart-wit). Deze illustraties variëren van foto’s van genoemde personen tot prenten en foto’s van gebouwen.
De algemene indruk die achterblijft bij dit boek is dat George Funke echt veel hield van zijn Marie en dat hij een veelbelovende jongeman was, met (gelukkig!) enige humor. De fragmenten zijn verrassend leesbaar en doen niet zo archaïsch aan als in eerste instantie zou worden verwacht. Een leesbaar boek, waarbij je vanzelf een inkijkje krijgt in leven en beslommeringen van George Funke, zijn vrienden en familie en een oppervlakkig overzicht van verschillende aspecten van Nederland in de negentiende eeuw, is het eindresultaat. Mochten de citaten naar meer smaken dan is het mogelijk in het tweede deel van het boek alle brieven in hun geheel te lezen, Vera Funke heeft ze alle opgenomen.
Drs. S. Wubbolts – de Boer
Prof. H. de Vrieslaan 23
3571GE Utrecht
Trefwoorden: Nederland, Amsterdam. 19e eeuw, Boekhandel. Uitgeverij, Dagelijks leven