Onno Boonstra en Paul van Lunteren (red.), De Markt van Arnhem. 800 jaar wonen, werken, besturen en bezoeken (Hilversum, uitgeverij Verloren, 2017) ISBN 978-90-8704-672-9, geïllustreerd, 215 pp., € 20,-
De bedrijvigheid op marktpleinen in het verleden kunnen we ons maar moeilijk voorstellen. Tegenwoordig kopen we eerste levensbehoeften vaak in de supermarkt en bestellen we andere zaken via Internet. Vaak hebben de pleinen nu meer een toeristische bestemming gekregen met de vele terrasjes die er verschenen zijn. Het boek De Markt van Arnhem laat de vele aspecten verbonden aan dit marktplein zien. Over de waren die men er ooit kon kopen, van kruidkoeken, potten en pannen naast groente, vis, boter, kaas en eieren. Maar er was ook veel vertier met straattoneel en openbare terechtstellingen. Een boeiende geschiedenis.
Het boek opent met een mooie bijdrage van Menno Potjer over de bewoningsgeschiedenis van de huizen die aan de Grote Markt stonden (pp. 13-41). Dit artikel loopt tot 1944, toen de stad werd gebombardeerd door de geallieerden. De Markt veranderde in een desolate vlakte, waarbij slechts een pand vrij ongeschonden bleef staan. Na de oorlog werden Waag, Eusebiuskerk en Sabelspoort hersteld en volgde er nieuwbouw. Voor zowel de huidige bewoners als bezoekers van Arnhem is het jammer dat de auteur weinig over deze naoorlogse periode schrijft. Hierdoor blijft het vaak onduidelijk waar een bepaald huis of herberg nu precies stond. Mogelijk biedt de app Arnhem Time Travel, net als het boek onderdeel van het project Arnhem Market Share, uitkomst. De gebruiker kan met deze app op de Grote Markt rondkijken in 1600, 1830, 1935, 1945 en 2017.
Van de hand van Onno Boonstra zijn drie bijdragen. De eerste schetst hoe de markt zich in de loop van de eeuwen ontwikkelde (pp. 43-65). Hierin wordt beschreven wat er verhandeld werd en op welke dagen. Zo kende Arnhem eind 19e eeuw een florerende bloemenmarkt, waardoor de verkoop van aardappels moest uitwijken naar het Eusebiusplein. Ook de rol van markt-, waag- en keurmeesters komt hierin aan bod. Zijn tweede verhandeling gaat over bezoekers van buiten de stad die iets kwamen nuttigen in de tapperijen en de nacht doorbrachten in de hotels en logementen. (pp. 119-138). Hierbij moet men denken aan handelaren met hun Hessenwagens, schippers, soldaten en vanaf de 19e eeuw ook toeristen die de stad aandeden. Zijn derde bijdrage – terecht het slothoofdstuk, want een heuse uitsmijter – gaat zowel over volksvermaak en feesten, als over relletjes en andere ongeregeldheden (pp. 163-186). Hierin wordt bijvoorbeeld stilgestaan bij middeleeuws toneel, naast Duitse zwaarddansers die in 1519 hun kunsten op de Markt vertoonden. Maar ook de strijd tussen de patriottische schutterij en het in Arnhem gelegerde prinsgezinde garnizoen krijgt aandacht, waarbij het kwam tot plunderingen, beschietingen en zelfs het gooien van een handgranaat.
De Grote Markt als politiek machtscentrum wordt beschreven door Maarten Gubbels, waarbij hij oog heeft voor drie hoofdrolspelers: de kerk, de landsheer en de stedelijke bestuurders in de periode 1300-1543 (pp. 67-92). Het biedt een goed geschreven overzicht van deze verschillende actoren in de politieke geschiedenis van Arnhem. Vanaf de 14e eeuw vergaderde het Arnhemse stadsbestuur in het raadhuis aan de Markt. Pas in 1830 verliet men dit gebouw en het is dan ook jammer dat de latere periode in het boek onderbelicht blijft. De Markt als centrum van rechtspraak wordt onderhoudend beschreven door Stef Ketelaar (pp. 93-118). Aan het plein zetelden in de loop der jaren verschillende rechtbanken, werden gevangenen opgesloten zoals in de eerder genoemde Sabelspoort en werden er op het plein straffen uitgevoerd tot lering en vermaak van de toeschouwers. De laatste beul van Nederland, Derk Jansen, woonde in Arnhem. Hij werd werkloos toen in 1870 de doodstraf werd afgeschaft.
Paul van Lunteren beschrijft de komst van hoogwaardigheidsbekleders naar Arnhem (pp.139-161). Zo ontving men in 1549 Filips II. Het Arnhems stadsbestuur stuurde eerder een bode naar Zutphen om te kijken hoe ze de hooggeboren vorst daar ontvingen. Napoleon deed de stad aan in 1811. Beambten hadden zich in hun beste pak gehesen. Het werd een bliksembezoek waarbij de keizer bar weinig interesse toonde voor de ondernomen moeite. Deze fout zal ik niet maken. De schrijvers hebben zich moeite getroost om een aantal bijdragen te schrijven. Ze zijn steeds prettig geschreven en het werk is prachtig geïllustreerd.
Drs. Aron de Vries
Burg. Gaarlandtstraat 10
4205 CC Gorinchem
Trefwoorden: Nederland, Gelderland, Arnhem, Middeleeuwen, Nieuwe tijd, Nieuwste tijd, Economisch-sociale geschiedenis, Politieke geschiedenis, Rechtsgeschiedenis