Jan de Bas, Kom maar binnen! Zwarte Piet in spotprenten 1871-2017, (Hilversum Verloren 2017), 294 blz., in kleur geïllustreerd, ISBN 978-90-8704-682-8, €27,-
Afgelopen december liepen de gemoederen in Nederland hoog op. Het Sinterklaasjournaal werd uitgebreid becommentarieerd en betogers op weg naar de intocht werden tegen gehouden op de snelweg. Het nieuws draaide overuren rondom de kwestie Zwarte Piet. Het is dan ook geheel terecht dat Zwarte Piet en zijn betekenis voor de Nederlandse cultuur tegen het licht is gehouden, wat het zeer leesbare maar ook zeer informatieve boek Kom maar binnen! heeft opgeleverd.
Reeds drie keer schrijft Jan de Bas over Sinterklaas– in de boeken ‘ Sinterklaas bestaat als u dat wilt’, ‘Een mijter zonder kruis. Sint-Nicolaas in de protestantse pers’ en ‘Sinterklaaskartoentje. Sint-Nicolaas in spotprenten’. Tijdens het schrijven van dat laatste boek wordt de discussie rondom Zwarte Piet steeds groter, wat zich vertaalt in meer en meer spotprenten over de Piets aanwezigheid en uiterlijk. Volgens Jan de Bas gaat de discussie niet alleen over Zwarte Piet maar over het wezen van de Nederlandse cultuur, en hij besluit -een onderzoek te doen naar de betekenis die de zwartepiet-figuur in de Nederlandse beeldcultuur bezit. Jan de Bas stelt relevante en interessante vragen zoals: waar gaan de prenten over? Veranderden de onderwerpen met de jaren? Welke bladen namen zwartepiet-prenten over?
Voor het schrijven van zijn boek neemt Jan de Bas 20.000 bladen door en bekijkt 1125 prenten uit die bladen. Ook neemt hij 72 prenten mee die alleen op het internet verschijnen. De opzet van zijn onderzoek is zorgvuldig: bladen van alle achtergronden worden betrokken, cartoonisten geïnterviewd en er is een landelijke enquête over de rol van Zwarte Piet. Er is dan ook een enorm en uitgebreid notenapparaat, literatuurlijst en register.
In het eerste hoofdstuk geeft Jan de Bas weer wat er al aan onderzoek is geweest naar Zwarte Piet. Uit een onderzoek van Bianca Berends leren we dat Piet in de loop van de twintigste eeuw steeds minder realistisch werd weergegeven en meer als een karikatuur. Ook wordt de verhouding tussen Sint en Piet steeds minder hiërarchisch. Waar Zwarte Piet lang een stereotype was van de Afrikaan (grote rode lippen, gouden oorbellen, kinderlijk) veranderde hij geleidelijk in een politiek correctere lichtere versie die de Sint ondersteunt.
Daarnaast geeft Jan de Bas in dit hoofdstuk aan wat een spotprent eigenlijk is en wat een cartoon. Strips en illustraties laat hij in dit boek buiten beschouwing. De bespiegelingen over wat een spotprent is, wat de impact is van zo’n prent en welke middelen (overdrijving, weglating, omkering en zo voorts) er worden ingezet door de tekenaar is een fijne opstap naar de rest van het boek. -
Maar dan is het zover en kan de lezer zich verdiepen in de Zwartepieten-prent. In negen hoofdstukken behandelt Jan de Bas de herkomst van Zwarte Piet, Piet in de politiek voor en na 1945, Piet en de maatschappij, en eindigt met de actuele hoofdstukken over Kritiek op Piet en de Internetpiet. Het boek is zo opgesteld dat aan het eind van elk hoofdstuk Jan de Bas naar de hoofdvragen over de prenten terugkijkt: is er stereotypering? Wat was de impact? Wat was de rol van Zwarte Piet in de prenten? Het is een prettige opzet, die de lezer elke keer weer even bij de bredere structuur van zijn onderzoek houdt. Het maakt het makkelijk, de rode draad vast te houden.
Sommige hoofdstukken zijn breder dan andere: hoofdstuk vier over Zwarte Piet in de buitenlandse politiek is wel heel erg breed. Allerlei onderwerpen komen langs: Zuid-Afrika, de Koude Oorlog, Europese samenwerking. Dit hoofdstuk is hierdoor wat versnipperd, van hele grote onderwerpen telkens één of twee prenten is wat kort. De hoofdstukken over de binnenlandse politiek en maatschappij zijn rijker en waaien wat minder kanten op.
Tot 1945 spelen Zwarte Piet en Sinterklaas heel verschillende politiek rollen op spotprenten. Piet stelt zeer verschillende figuren voor, van een assistent van Abraham Kuyper tot aan buitenlandse politici als Goering. In de prenten tot 1945 ziet Jan de Bas wel stereotypering, van dikke lippen en kroeshaar tot een dienende en lagere rol dan Sinterklaas.
Na 1945 is vooral de cartoonist Opland een liefhebber, niemand maakt zoveel politieke Zwartepiet-prenten als hij. Er verschijnen van hem en anderen vele prenten over bezuinigingen, begrotingen, verzuiling en politieke partijen, waarbij Zwarte Piet meestal samen met de Sint wordt afgebeeld. Als duo kunnen ze als politieke tegenstanders af worden gebeeld. Na 2000 veranderen de prenten: ze gaan minder over politici en beleidsmakers en vaker over een algemeen (politiek) fenomeen. Zwarte Piet blijft wel altijd herkenbaar als Zwarte Piet: de baret, het kostuum, de oorbellen gaan allemaal heel lang mee op de prenten. Tegelijkertijd zijn de Pieten heel divers, vooral als ze op een politicus moeten lijken. Opvallend is de opmerking dat “menig cartoonist zich jaarlijks verheugt in het maken van een prent over Zwarte Piet en Sinterklaas” (p. 102). Het is overduidelijk niet alleen een kinderfeest!
Halverwege het boek, bij hoofdstuk zes verlaat Jan de Bas de politieke prenten en bespreekt prenten over de maatschappij. Een rijk scala aan onderwerpen komt aan de orde: media, techniek, de kloof tussen arm en rijk, de multiculturele samenleving. Een belangrijk onderwerp is ook de strijd met de Kerstman, een hele actuele discussie. Het is natuurlijk niet vreemd dat onderwerpen die te maken hebben met geld en uitgaven (zoals de kloof tussen arm en rijk, maar ook de rijksbegrotingen) veel prenten opleveren over de (wel of niet) goedgeefse Sint en zijn Piet. De prenten die De Bas plaatst in dit hoofdstuk zijn deels indringend en deels duidelijk bedoeld als grapje. De kracht van een goede spotprent wordt daarmee heel duidelijk.
Al in de jaren 1930 worden kanttekeningen geplaatst bij de persoon van Zwarte Piet. Is het wel ethisch? In 1963 volgt ophef over een schoolhoofd dat een witte Piet zou willen zonder roe. Het waait over, Zwarte Piet is nog teveel onderdeel van de cultuur van Nederland. Cartoonisten nemen de eerste bezwaren over het racisme van Zwarte Piet niet serieus. Ook het ‘Witte Pietenplan’ krijgt weinig bijval (p.171). In 1998 zou slechts 2% van de Nederlandse bevolking volgens een NIPO-onderzoek Zwarte Piet als een discriminerend personage beschouwen. Je kunt als lezer dan alleen maar concluderen dat het daarna kennelijk snel is gegaan met de beeldvorming. Jan de Bas beschrijft uitgebreid de Zwarte Piet-discussie die de laatste tien jaar heeft gewoed – elke lezer die het nieuws ook maar een beetje volgt herkent het verhaal. Maar voor dit boek gaat het over wat cartoonisten doen met Zwarte Piet. Jan de Bas maakt aannemelijk dat die het debat slechts volgen en geen voortrekkersrol spelen. Sterker nog: ze nemen het standpunt van de tegenstanders op de korrel door de stereotypering extra aan te zetten. De lippen worden roder, de oorbellen groter. Volgens De Bas heeft dit te maken met de herkenbaarheid van Zwarte Piet in een prent: “ Zwarte Piet was een cartoonistenvriend” (p.214). Deze opmerking past ook goed bij het afsluitende hoofdstuk van De Bas waarin hij met data en cijfermateriaal zijn vragen doorneemt: wat is de betekenis van Zwarte Piet? Welke veranderingen zijn er en welke verklaring is daarvoor? Wie maakten de cartoons en waar verschenen ze? Het zou te ver gaan om alle conclusies te herhalen maar De Bas weet duidelijk te maken dat Zwarte Piet van alle tijden en van alle bladen was. De veranderingen die hij doormaakte in uiterlijk en gedrag pasten bij ontwikkelingen in het denken over stereotypering van zwarte mensen maar ook met technische ontwikkelingen als internet. Na het bekijken van de vele en zeer gevarieerde prenten in Kom maar Binnen! is de conclusie gerechtvaardigd dat Zwarte Piet is uitgegroeid tot een markante figuur in de Nederlandse beeldcultuur. Jan de Bas geeft de lezer als laatste mee dat de ontwikkeling rond Zwarte Piet bepalend is voor de toekomst van de zwartepiet-spotprent.
Drs. S. Wubbolts – de Boer
Prof. H. de Vrieslaan 23, 3571 GE Utrecht
Trefwoorden: Nederland, 19e eeuw, 20e eeuw, Sinterklaas, Zwarte Piet, Spotprent, Multiculturele samenleving,