Holland-Amerika
-
Karin Lurvink en Jeannette Kamp )red.) (Holland Historisch Tijdschrift 50 (2018) nr. 2, pp. 97-147)
50 pp, € 10,-
isbn/issn: 978-90-7040-376-8
geïllustreerd in kleur

Holland-Amerika

(recensie: Saskia Wubbolts-de Boer)

 

Karin Lurvink en Jeanette Kamp (red.). Holland Historisch Tijdschrift 50 #2 2018 (pp.97 -147), Holland-Amerika, (Hilversum, Verloren 2018, 50 blz., geïllustreerd in kleur, ISBN 978-90-7040-376-8), € 10,-
 
Ruim 400 jaar geleden vertrok het eerste schip Nederlanders richting Amerika. New York begon als Nieuw-Amsterdam en Wallstreet heette gewoon de Walstraat. In het themanummer van Holland wordt ingezoomd op de vraag hoe de ontwikkelingen van Holland en de Verenigde Staten door elkaar werden beïnvloed. Er is veel te vertellen over “de lange geschiedenis van Holland in Amerika en Amerika in Holland” (p.100). De redactie heeft een overzicht willen geven met onder andere een interview met Hans Krabbendijk over de Hollandse invloed op de migratie. Er is een artikel van Suze Zijlstra over (het overleven van) de Hollandse kolonie in Amerika en ook de 20e eeuw is vertegenwoordigd door een artikel van Aniek Smit over een Amerikaanse vrouwenclub in Den Haag die tussen 1945 en 1990 liefdadigheidswerk deed.
             Het themanummer Holland-Amerika is veelzijdig. Het interview met Krabbendijk leest vlot en neemt de lezer mee in de interessante vraag in hoeverre de migratie vanuit Nederland naar Amerika per regio verschillend was en of dit invloed heeft gehad op de Amerikaanse samenleving. Niet geheel verwonderlijk is het antwoord dat vooral de laatste twee golven van Nederlandse immigranten (tussen 1845 en 1920 en na 1945) weinig Hollandse invloed veroorzaakten in de Verenigde Staten. Zowel de relatief lage aantallen migranten als de ontwikkelde eigenheid van de Amerikaanse samenleving maakte de Hollandse invloed klein. Grappig is het gegeven van de Holland Mania die rond 1890 in de Verenigde Staten ontstond. Dit was een overdreven belangstelling voor de Nederlandse schilderkunst en andere cultuuruitingen, omdat in de Verenigde Staten de Republiek als een soort voorloper van de Amerikaanse republiek qua ondernemingszin en durf werd gezien. Hansje Brinker werd zo beroemder in de Verenigde Staten dan in Nederland.
           Daarna vertellen drie artikelen elk over een ander aspect van de Hollands migratie naar Amerika of vice versa. Suze Zijlstra weet aannemelijk te maken dat de inwoners van de kolonie Nieuw-Amsterdam het in de 17e eeuw zwaar hebben gehad. Van de bescherming vanuit Holland of van de WIC moesten ze het niet hebben – eerder van een netwerk van contacten met de inheemse bevolking, andere Europeanen in de kolonie en met andere Amerikaanse staten. Dat in 1664 Nieuw-Amsterdam viel na een Engelse aanval is niet verwonderlijk. Zijlstra ‘illustreert’ haar verhaal met succes met details, zoals het aanstellen van een ‘Maeckelaer’ in 1656 (p.113) die Nederlands én Engels kon spreken om contacten met handelaars te onderhouden. Dit artikel is het meest wetenschappelijk te noemen, waarbij een breed overzicht wordt gegeven.
         De andere twee artikelen – over ‘our small Marshall-plan’ en het Beeldessay ‘De Holland-Amerika Lijn en het vervoer van landverhuizers’ houden het kleiner. Hier wordt een beeld geschetst van respectievelijk de invloed van de liefdadigheidsclub van expat-vrouwen en van de reis naar Amerika in de 19e en begin 20e eeuw. Our small Marshallplan beslaat de periode 1945-1990 en legt de link met de politiek in die tijd. De kern van het artikel is niet heel vernieuwend: expat-vrouwen zoeken een bezigheid en gaan daarom aan de slag. Ze organiseren evenementen en zamelen geld in voor goede doelen in Nederland.
        Het laatste artikel – over de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij begint met een ietwat droog overzicht van de schepen, reizigers en reisroutes naar Amerika. Leuk wordt het als het inzoomt op persoonlijke geschiedenis, zoals met de scheepskist van de heer Flürscheim (p.133), die ingenieus zowel zijn garderobe als zijn geëmailleerde wasbekken bevatte.
       Het overzicht in dit themanummer is niet volledig, dat zou ook niet kunnen. Wel is het ‘gat’ tussen de artikelen heel groot. Tussen Nieuw-Amsterdam en ‘Our Little Marshallplan’ zit in dit themanummer weinig. De columns en andere bijdragen zijn ook allemaal zeer divers. Dat maakt het makkelijk om dit themanummer gerust in enkele keren te lezen, maar een iets vollediger verhaal was allicht ook wel aardig geweest.
 
S.E.  Wubbolts- de Boer, MA
Prof. H. de Vrieslaan 23
3571 GE Utrecht
 
Trefwoorden: Nederland, Amerika, Vroege nieuwe tijd, 20e eeuw, Migratie, Cultuurgeschiedenis