Strijd!
(recensie: Tessa Nagel M.A.)
Mineke Bosch, Strijd! De vrouwenkiesrechtbeweging in Nederland, 1882-1922, Hilversum, Verloren, 2019, 390 pp, ISBN 978-90-8704-774-0, € 35,-.
Om te vieren dat er in 2019 100 jaar vrouwenkiesrecht bestaat, wordt er in het Groninger Museum een tentoonstelling georganiseerd over dit onderwerp. Fantastische pamfletten, prenten, vaandels en andere snuisterijen zijn in het museum, en in dit boek, dat uitgegeven wordt als een begeleidend schrijven, te bewonderen. Hoogleraar Mineke Bosch, gespecialiseerd in vrouwen- en gendergeschiedenis is de auteur.
De uitgave is (deels) gebaseerd op de tentoonstelling; van de vele te bewonderen onderdelen aldaar zijn prachtige afbeeldingen toegevoegd. Dit, in combinatie met de mooie kleurrijke lay-out die volledig past bij de kleuren van de vrouwenbewegingen, zorgt voor een ongelooflijk mooi boekwerk.
De belangrijkste reden om 100 jaar vrouwenkiesrecht groots te herdenken, is vooral om de strijd bekender te maken bij het grotere publiek. Zoals Bosch aangeeft: “de lange strijd om het vrouwenkiesrecht is stiefmoederlijk bedeeld in het historische verhaal over de democratisering van Nederland” (p.11). Aan het einde van het boek wordt en passant nog genoemd dat de vrouwenstrijd goede dingen gebracht heeft, maar dat deze strijd voor vrouwen nog niet voorbij is. Door de kiesrechtsrijdsters meer bekendheid te geven, wil Bosch het boek een wapen maken “in de symbolische strijd om de historische verhalen die er toe doen” (p.371).
De strijd van de vrouwen wordt verteld in woord en beeld, aan de hand van reguliere hoofdstukken die een bepaalde periode beslaan en tevens een specifiek onderwerp hebben. Tussendoor staan beeldessays met prachtige foto’s, afbeeldingen van vaandels en spotprenten. Deze structuur heeft aan de ene kant het voordeel dat er veel ruimte is voor de afbeeldingen, maar heeft ook het nadeel dat de geschiedenis niet altijd chronologisch aan bod komt. Omdat er wat heen en weer gesprongen wordt in de tijd zorgt dit soms voor verwarring en soms voor verdubbeling in de tekst, omdat iets twee keer wordt uitgelegd.
Het boek geeft een gedetailleerde beschrijving van de strijd voor vrouwenkiesrecht. Start is de voorzichtige eerste aansporing om kiesrecht op te eisen in 1882. Daarna zien we dat de vrouwen zich steeds meer gaan organiseren. De Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht speelt hier een hoofdrol in, maar ook andere vrouwenclubs (en zelfs mannenclubs) worden opgericht. De organisatie van vrouwen begint klein, maar groeit steeds meer uit tot een massabeweging, die propaganda als middel volledig inzet. De vrouwen krijgen in eerste instantie veel tegenstand uit de gevestigde politiek, maar naarmate de tijd vordert, zien steeds meer politici in dat het vrouwenkiesrecht onvermijdelijk wordt. Dan rest alleen nog de vraag hoe en wanneer het ingevoerd dient te worden. Het boek eindigt met de verankering in de Grondwet van 1922.
Een belemmerend element in de strijd om vrouwenkiesrecht is dat de vrouwen het onderling niet altijd eens zijn. Een belangrijk discussiepunt is of algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht hand in hand moeten gaan of dat er juist een soort dameskiesrecht moet komen, waarbij alleen de rijkere of ongehuwde vrouwen stemrecht krijgen. Daarnaast is er over allerlei zaken veel discussie binnen de feministen, die Bosch door het vele overgebleven materiaal prachtig weet te beschrijven en weet te illustreren met afbeeldingen of citaten. Zo gaf Wilhelmina Drucker haar mening bij een discussie over het gebruik van vlaggen en vaandels: ‘”degoûtante charlatannerie! Zeker. Wie echter paarlen wil, moet niet schromen den modder”(p.217). Deze levenshouding van verschillende vrouwen die betrokken waren bij deze kiesrechtstrijd, zorgt ervoor dat wij anno 2019 100 jaar vrouwenkiesrecht kunnen vieren.
Trefwoorden: Nederland, vrouwenkiesrecht, emancipatie, feminisme, 1882-1922, Aletta Jacobs, Wilhelmina Drucker, Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, Groninger Museum.