Geloven in het ideaal
Geschiedenis en actualiteit van de Arbeidersgemeenschap der Woodbrookers
Maarten van den Bos
140 pp, € 19,-
isbn/issn: 978-90-8704-803-7
geïllustreerd

Geloven in het ideaal

(recensie: Tessa Nagel M.A.)
Maarten van den Bos, Geloven in het ideaal. Geschiedenis en actualiteit van de Arbeidersgemeenschap der Woodbrookers, Hilversum, Verloren, 2019, 140 pp., geïllustreerd, ISBN 978-90-8704-803-7, € 19,-.
 
De Banningvereniging, een vereniging die vandaag de dag activiteiten organiseert op het snijvlak van levensovertuiging, religie en sociaaldemocratie, bestaat honderd jaar. Voor Maarten van den Bos is dat een belangrijke reden om te onderzoeken of de ideeën die begin 20e eeuw als uitgangspunt werden gebruikt, ook vandaag nog actualiteitswaarde hebben.
 
De Vereniging ontstond vanuit een groep Leidse studenten die zichzelf de Woodbrookers noemden. Woodbrooke was een landgoed bij Birmingham waar de Quakers een instituut hadden. In dat instituut stond vooral het open gesprek centraal; waardoor geestelijke verdieping en een groei in spiritualiteit konden ontstaan. De Leidse studenten waren geïnspireerd door deze benadering en richtten een Nederlandse vereniging voor cursussen op in Barchem. Later ontstond hieruit de Arbeidersgemeenschap (AG) met eigen cursussen. Predikant Willem Banning werd hiervan voorzitter en speelde een belangrijke rol bij de discussie over de grondslagen van de sociaaldemocratie.
Het boek geeft de geschiedenis van de AG weer binnen de ontwikkeling van de sociaaldemocratie en de religieuze ontwikkeling van Nederland. Hierbij ligt de nadruk op de geschriften van de AG of aan de AG gelieerde personen, waarbij een hoofdrol voor Banning is weggelegd. De eerste hoofdstukken bevatten een chronologische geschiedenis, het laatste hoofdstuk legt de verbinding met de actualiteit.
 
De AG was opgericht om de arbeidersbeweging in religieuze zin te dienen door na te denken over een beschaving die op religieuze waarden was georiënteerd. De AG moest in een tijd van verzuiling verbinding brengen, maar ook ideeën formuleren over hoe deze verbinding tot stand kon komen, zowel op politiek vlak als ook voor de kerk en de samenleving. Dit was behoorlijk lastig, want enerzijds had Marx geschreven dat kerk en godsdienst onderdeel waren van het onderdrukkingsmechanisme van de bezittende klassen en anderzijds kwam er in de kerk meer aandacht voor de arbeidersklasse maar had men weinig zin om met de socialisten samen te werken. De AG wilde graag een weg vinden voorbij het individualisme zonder de verstikkende elementen van het klassieke gemeenschapsdenken.
Het was vaak lastig om in de AG vorm te geven aan dit religieus socialisme. Toen er bijvoorbeeld in 1919 een officieel bestuur werd ingesteld, waren de belangrijkste vragen: wat gaan we doen en voor wie gaan we dat doen? Het uitgangspunt was dat de arbeidersbeweging bestond uit mensen die verheffing zochten. Dat werd binnen de AG tegelijkertijd bevestigd maar ook doorbroken, omdat tijdens de cursussen de nadruk lag op ontwikkeling, maar ondertussen in de leefgemeenschap de stem van iedere aanwezige ondanks verschil in ontwikkeling even zwaar telde en eenieder hetzelfde corvee moest doen.
 
De rol van religie bleef een discussiepunt binnen de Vereniging. Volgens Banning moest houvast gezocht worden bij het hogere, maar wat hij hier precies mee bedoelde, was niet voor iedereen duidelijk. Het bestuur probeerde de discussie te ondersteunen door mensen uit verschillende religieuze hoeken samen te brengen.
De Duitse bezetting zorgde voor een kentering in het denken van Banning. De populariteit van het nationaalsocialisme maakte immers duidelijk dat zowel de kerk als het socialisme geen antwoord hadden op de noden van de massa. Een oplossing kon het personalistisch socialisme zijn, waarbij mensen werden opgevoed tot werkelijke participanten in het democratisch proces. Tijdens zijn gijzeling in Sint Michielsgestel, waar hij gevangen zat samen met andere mensen uit het openbare leven van wie aan te nemen was dat zij tegen de bezetter zouden zijn, legde Banning de basis voor de doorbraakgedachte: de oorlog had uitgewezen dat er weliswaar verschillen bestonden maar dat de vragen en problemen van deze tijd binnen alle bevolkingsgroepen dezelfde waren. Banning vond dat de godsdienst een grote rol moest spelen om de mensen te verbinden, maar wel in een nieuw soort kerk. Na de oorlog moest een herkerstening van Nederland plaatsvinden.
In de tweede helft van de 20e eeuw verdwijnt de religieuze connotatie steeds meer. In het kader van de secularisatie twijfelt de AG steeds meer over haar eigen bestaansrecht. Daarnaast berust de leiding steeds meer bij mensen met een onderwijsachtergrond, terwijl dit vroeger mensen met een kerkelijke achtergrond waren. De vraag wordt gesteld wat de AG dan nog onderscheidend maakt. Er breekt een tijd van aarzeling aan, waarin gezocht wordt naar de eigen rol, maar ook de eigen positie ten opzichte van de Partij van de Arbeid (PvdA) en het oude ideaal van de Woodbrookers.
De nadruk van het boek ligt op de periode tijdens het leven van Banning. De periode daarna wordt beschreven om een brug naar het heden te slaan in het laatste deel van het boek. De huidige Banningvereniging, de naamsopvolger van de AG, legt nog steeds de nadruk op dialoog en gesprek over ideologische en levensbeschouwelijke grenzen heen. De ideeën van Banning zijn in de loop van de tijd wel gedateerd genoemd, maar het was interessant geweest als de auteur deze nog iets meer getoetst had aan die van de huidige Vereniging.
 
Het boek is interessant om een beeld te krijgen van de geschiedenis van de Vereniging en haar ideeën. De auteur probeert deze in de historische ontwikkeling te plaatsen. Dit maakt het levend, maar soms is het ook lastig om het niveau te bepalen. Soms wordt de AG binnen de Europese ontwikkeling van het socialisme geplaatst, soms gaat de discussie over de ontwikkeling van de PvdA en de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) zelf en soms over de ideeën binnen het bestuur van de AG. Daarnaast komt ook de algemene tijdgeest aan bod. Hierdoor fladdert het boek wat. Het neemt echter niet weg dat de discussie binnen en de problematiek van de Vereniging helder aan bod komen en dat Van den Bos een mooi jubileumcadeau heeft geschreven.
 
Tessa Nagel MA tessanagel@gmail.com
 
Trefwoorden: Nederland, 20e eeuw, Socialisme, Willem Banning, Woodbrookers, Arbeidersgemeenschap, SDAP, PvdA, politieke geschiedenis.