"Leiden, 11 juni 1254. Een groep ruiters rijdt rustig over de zuidelijke Rijndijk. Het zijn rijke, zelfverzekerde mannen, die duidelijk goedgeluimd zijn. Halverwege slaan ze af en gaan langs het Gravensteen naar 's-Gravenhof, waar de graaf van Holland, Willem II, tevens Rooms Koning, resideert. Op deze gedenkwaardige dag krijgen die van Alkmaar het stadsrecht uitgereikt door hun graaf, de landsheer. Hun stadsrechtakte wordt ondertekend door de graaf en met zijn wapen gezegeld. Bij hun thuiskomst kunnen zij vol trots zeggen: 'Wij vertrokken uit een dorp, wij komen thuis in een stad!'"
Zo begint het boekje van de Alkmaarse gemeentesecretaris Joost Cox. Een zeer leesbaar boekje om de geplande feestelijkheden rond 750 jaar stadsrechten kracht bij te zetten. Cox geeft zowel een editie van de Latijnse akte als een Middelnederlandse versie en een bijbehorende vertaling. Dit geeft een zeer duidelijk beeld van wat verstaan moet worden onder stadsrechten.
Maar wat veranderde er nu precies als een plaats stadsrechten kreeg? Soms bitter weinig. Er zijn vele gehuchten bekend die wel stadsrechten kregen, vaak als de landsheer een grote som geld kreeg aangeboden door de plattelanders, maar die zich nooit ontwikkelden tot een ware stad. En andersom is er een aantal steden dat pas stadsrecht kreeg toen ze al uitgegroeid waren tot een ware stad volgens de toen heersende normen. Hoewel Alkmaar al voor 1254 was uitgegroeid tot een plaats waar aardig wat handelsactiviteiten werden ontplooid, bleek de stadsrechtverlening toch een aardig steuntje in de rug om uit te groeien tot een bloeiende stedelijke gemeenschap.
Net als zoveel andere Hollandse steden kreeg Alkmaar haar stadsrechten in de dertiende eeuw. Dordrecht, Haarlem en Delft gingen aan Alkmaar vooraf, maar later zouden er nog velen volgen. Voorheen ging men ervan uit dat een stadsrechtverlening primair uitging van de landsheer, maar inmiddels is door de historicus Kruisheer overtuigend aangetoond dat het initiatief vaak kwam van de lokale gemeenschap zelf. Ook in Alkmaar ging het niet alleen om een grafelijke gunst, maar om een welbewust verzoek van een (prestedelijke) gemeenschap.
Cox zegt terecht dat hoewel het gangbaar is te spreken van een stadsrechtverlening, men beter kan spreken van een 'keur', een van kracht verklaarde verzameling rechtsregels en een aantal privileges. In deze keur werden naast de verhouding van de stad ten opzichte van de landsheer de rechten en plichten van de burgers, de poorters, geregeld. De poorters van Alkmaar konden voortaan alleen veroordeeld worden door schout en schepenen. Tevens gaat de auteur in op de motieven van de graaf van Holland om een nieuwe stad te stichten. Naast het verzoek van de lokale bevolking om stadsrechten, speelde mee dat de nieuwe stad een prachtig bolwerk kon worden tegen de steeds binnenvallende Westfriezen. Willem II bouwde hiertoe bij Alkmaar de burcht 'Torenburg' en verder enkele burchten op de invalswegen naar Haarlem. Floris V, de zoon van Willem II, slaagde er inderdaad in de Westfriezen te bedwingen.
Hieraan vooraf ging wel de dood van zijn vader, de stadsrechtverlener van Alkmaar. Het is een bekend verhaal, maar heeft nog steeds niets aan glans ingeboet. Willem II was namelijk naast graaf van Holland ook gekozen tot Roomskoning. Dat betekende dat hij door de paus tot keizer van het Duitse Rijk gekroond zou worden. Een hele eer voor een graafje aan de buitengrenzen van het grote Duitse Rijk. Maar voor deze kroning zou plaatsvinden, kwamen de Westfriezen weer eens binnenvallen. Willem kwam naar Alkmaar gesneld om orde op zaken te stellen. Een deel van het leger van de graaf trok in de winter van 1255 op naar Hoogwoud. Willem ging zijn troepen te ver vooruit, zakte met zijn paard en wapenrusting door het ijs en werd door de toegesnelde West Friezen om het leven gebracht. Weg kansen op een Hollandse keizer.
Het door Cox geschreven boekje geeft een aardig beeld van een middeleeuwse stad en de rol die een stadsrechtverlening hierin speelt. Het is helder geschreven en mooi geïllustreerd. Personen die goed thuis zijn in stadsrechtverleningen of in de Alkmaarse geschiedenis van de late middeleeuwen zullen weinig onbekends in dit boekje vinden, maar het zet het werk van een aantal historici van de afgelopen jaren goed op een rijtje.