In deze studie staat de handel in energie in het laat- middeleeuwse Holland centraal. Van oorsprong is Cornelisse een chemicus die voor een multinationaal olieconcern heeft gewerkt. Vanuit deze achtergrond en zijn interesse in geschiedenis is dit proefschrift geschreven. Het resultaat is boeiend, maar de materie is voor een niet-chemicus soms nogal lastig, vooral waar het gaat over chemische eigenschappen van allerlei brandstoffen.
De schaarste aan energiebronnen die ons tegenwoordig bezighoudt, is iets wat de Hollandse bevolking in de late middeleeuwen ook al zorgen baarde. De toenemende groei van de bevolking, de verstedelijking, de groei van de export, de verstening van de steden en de behoefte aan nieuwe bouwwerken zorgden ervoor dat de vraag naar energie enorm groeide in de late middeleeuwen. Eind vijftiende eeuw heerste er bezorgdheid in Holland dat de energiebronnen uitgeput zouden raken.
Cornelisse stelt zichzelf de vraag hoe de markt en handel in energie zich in Holland van de 14e eeuw tot 1572 hebben ontwikkeld. Hierbij bekijkt hij welke factoren bepalend zijn geweest voor de ontwikkeling en vergelijkt die met gebieden buiten Holland.
In Holland was hout niet in grote hoeveelheden beschikbaar en het graafschap was al vroeg afhankelijk van houtimport . Vanaf de dertiende eeuw was turf er de voornaamste brandstof. Omstreeks 1514 was de verstedelijking er ongeveer 45%, mede dankzij de snelle industrialisatie en vercommercialisering van de handel.
De auteur heeft de opkomst van de energiemarkt getoetst aan de hand van drie modellen: het verzorgingsmodel, het centrale plaats model en het netwerkmodel. Daarnaast heeft hij ze ook getoetst aan institutionele en markteconomische inzichten.
Het verzorgingsmodel gaat ervan uit dat een stad een verzorgingsgebied heeft met een bepaalde reikwijdte (afhankelijk van het type en soort goederen). Een belangrijk aspect in dit model zijn de transportkosten. Tot aan de zestiende eeuw lukt het de steden in Holland om in de nabijheid van hun eigen omgeving turf te winnen. Het centrale plaats model erkent dat er een hiërarchische ordening is tussen de verschillende plaatsen. Grote steden zijn de centrale plaats voor de omliggende kleine steden. Op hun beurt zijn kleine steden weer de centrale plaats voor de omliggende kleinere plaatsen en dorpen. Ook in dit model zijn de transportkosten een belangrijk aspect. De kosten van transport van de ene plaats naar de andere lopen evenredig op met de afstand. (p. 44). Het netwerkmodel is gebaseerd op een handelsnetwerk tussen steden en plaatsen van ongelijke grootte en over grote afstand (p. 71). Dit model is een aanvulling op het centrale plaats model, maar gaat uit van transport over water.
Bij de institutionele behandeling wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwikkeling van politieke, juridische en economische spelregels in een regio. Hoe effectiever de ontwikkeling van een instituut is, des te lager zijn de transactiekosten. Met transactiekosten worden de kosten van informatie over prijzen, contractkosten, kosten van banken, financiering, verzekeringen en bescherming van eigendomsrechten, meetkosten om kwantiteit en kwaliteit vast te stellen, handhavings- en controlekosten bedoeld (p. 75). Bijna elke stad en plaats in Holland hanteerde een ander maatsysteem en maateenheden. Dit werkte niet effectief in de handel, gezien alle omrekeningen die de handelaren moesten maken. Bovendien was dit versnipperde matensysteem zeer fraudegevoelig.
De markteconomische inzichten zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat markten zich alleen stabiel kunnen blijven ontwikkelen als er aan de marktwerking grenzen worden gesteld (pp. 19-20). Het wordt daarom als een positief punt gezien dat lokale overheden door allerlei afspraken en protectionistische maatregelen vooral probeerden, de groei van de eigen economie te bevorderen.
Aan de hand van de bovenstaande modellen en uitgebreid archiefonderzoek geeft de auteur een helder inzicht in het functioneren van de energiemarkten in Holland. Hij besteedt veel aandacht aan de financiële kant van de energiemarkt, zoals het heffen van accijnzen en de transportkosten door en tussen de verschillende steden. Maar ook heeft hij aandacht voor de juridische kant van de handel en de gevoeligheid voor fraude, mede door het hanteren van de verschillende maatsystemen in de steden. Het technische verhaal wordt verlevendigd door voorbeelden van fraudebestrijding, processen en de alledaagse werkzaamheden van turfstekers, turfdraagsters en handelaren.
De tekst van zijn onderzoek is soms erg technisch van aard. Het veelvuldige gebruik van grafieken en tabellen maakt zijn bevindingen wel duidelijker. De bijlagen, waarin onder andere de kwaliteit en de eigenschappen van brandstoffen worden besproken, zijn erg natuurwetenschappelijk. Dit neemt niet weg dat Cornelisse erin is geslaagd om de middeleeuwse energiemarkt in Holland inzichtelijk te maken, zeker als men beseft hoeveel verschillende maateenheden, muntenstelsels etcetera er gehanteerd werden. Het is hem gelukt om een zeer technisch onderwerp op een redelijk begrijpelijke manier te. behandelen. Dit heeft geresulteerd in een goed standaardwerk over energie en energiehandel in laatmiddeleeuws Holland.
Trefwoorden: Nederland, late Middeleeuwen, Vroege Nieuwe tijd, Holland, Energiemarkt, Turf, Handel, Transport
Drs. J. Martin de Bruijn