Wonderen voor alledag
Elf opstellen over godsdienst en samenleving in de Middeleeuwen door Jaap van Molenbroek opnieuw uitgegeven bij zijn afscheid van de Vrije Universiteit
Jaap van Moolenbroek (Onder redactie van Sabrina Corbellini, Koen Goudriaan, Johannes A. Mol & Ad Tervoort.)
320 pp, € 29,-
isbn/issn: 90-6550-937-2
Middeleeuwse Studies en Bronnen XCVII

Wonderen voor alledag

(recensie: Martha Catania-Peters)

Onlangs nam Jaap van Moolenbroek afscheid van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij was daar sinds 1970 als universitair docent, en later hoofddocent, werkzaam bij de leerstoel Middeleeuwse Geschiedenis. Zijn interesse lag bij de cultuur- en religiegeschiedenis en op eigen verzoek is nu een bloemlezing van zijn publicaties over godsdienst en samenleving in de middeleeuwen verschenen. Elf artikelen zijn geselecteerd op leesbaarheid, actualiteit, onderlinge samenhang en representativiteit van het gehele oeuvre. De opstellen zijn gegroepeerd rond drie onderwerpen. In de inleiding spreekt men van een drieluik. Deze beeldspraak volgend, kunnen we zeggen dat bij het middenpaneel het oog valt op artikelen waarin de geschriften van de cisterciënzer monnik Caesarius van Heisterbach veelvuldig figureren. Op het linker zijpaneel zien we taferelen ten tijde van de vernieuwingen in het kloosterwezen in de twaalfde en dertiende eeuw (eerste drie opstellen), en op het rechter zijpaneel taferelen uit het religieuze leven van de late middeleeuwen (laatste vier opstellen). Zoals bij een drieluik past, prijkt op het middenpaneel het centrale thema. Daar richten we dus eerst de aandacht op.

De auteur promoveerde in 1982 op Vitalis van Savigny. De hervormingsbeweging waar Vitalis voor arbeidde, resulteerde uiteindelijk in een kloosterstichting. Deze orde ging later op in de orde van Cîteaux. En daarop richtte ook Jaap van Moolenbroek in de loop van zijn werkzame leven de aandacht, naar Caesarius van Heisterbach niet in de laatste plaats. Deze cisterciënzer monnik publiceerde van 1218 tot 1228 meer dan 900 stichtelijke vertellingen. Hij noteerde wonderverhalen uit zijn eigen tijd en eigen omgeving. Zijn twee exempelverzamelingen, de Dialogus miraculorum en de Libri VIII miraculorum, zijn vermaard in het genre. Van Moolenbroek onderzoekt in het eerste opstel van het middenpaneel, ‘Over exempels, wonderen en visioenen in het werk van Caesarius van Heisterbach’ (pp. 109-127), wat Caesarius verstond onder exemplum, miraculum en visio, en in hoeverre hij ze onderscheidde. Caesarius heeft daar namelijk mededelingen over gedaan en de lezer krijgt dus inzicht in zijn ideeën over wonderen en aanverwante vormen van goddelijke interventie. Dat komt andere opstellen ook ten goede, want dit boek, dat niet voor niets Wonderen voor alledag heet, zit vol met exempla, miracula en visiones. Je zou dit opstel dus een sleutel tot de bundel kunnen noemen. In de conclusie blijkt overigens dat Caesarius, anders dan Jacques le Goff heeft aangenomen, niet veel onderscheid maakte tussen exempels en wonderen.

In een volgend opstel komt een merkwaardig mirakel voor. Tijdens een prediking te Bedum van Olivier van Keulen, waarin tot kruisvaart werd opgeroepen, verschenen op 16 mei 1214 drie kruistekens in een witte wolk. Kruistekens waren wel vaker in deze context waargenomen, maar dit keer werd ook de heiland zelf gesignaleerd. Het wonder veroorzaakte volgens Jaap van Moolenbroek de enorme respons op Oliviers oproep het kruis op te nemen.

Wonderen en visioenen komen ook voor op het linkerzijpaneel. In ‘Vrouwen en visioenen in de abdij Oostbroek. Studie, editie en vertaling van een Utrechtse mirakeltekst uit de twaalfde eeuw’ (pp. 31-71), wordt een mirakeltekst onderzocht die handelt over twee vrouwen in een pas gesticht benedictinessenklooster. Berta, van onberispelijk gedrag, sterft jong, maar na haar dood wordt helder drinkwater bij de nieuwe vestigingsplaats gevonden. Margareta ontvlucht het klooster, maar krijgt berouw in haar stervensuur. Ze verschijnt daarna meerdere malen aan de kloosterlingen met het verzoek voor haar verlossing te bidden. De anonieme tekst is samen met een Mariamirakel in het Latijn en in Nederlandse vertaling in deze bundel opgenomen.

Op het rechter zijpaneel aangaande het religieuze leven van de late middeleeuwen, vinden we minder contemporaine stichtelijke verhalen. Hier wordt wel de samenhang in het boek manifest in het opstel ‘Wessel Gansfort, de abdij Aduard bij Groningen, en de afdanking van de Dialogus miraculorum van Caesarius van Heisterbach’ (pp. 243-260). Twee eeuwen na zijn ontstaan werd het ooit zo veel gelezen werk van Caesarius binnen de kring van zijn eigen cisterciënzer orde verworpen. Wessel Gansfort veroordeelde niet zozeer de wonderverhalen van Caesarius, als wel de idee daarin van bijstand aan de verlossing van gestorvenen.

De bundel getuigt in elk hoofdstuk van een grote eruditie en bronnenkennis van de auteur. Hij heeft een fraaie zoekende, nuancerende schrijfstijl. Conclusies zijn een feest, maar evenzogoed is hij voorzichtig als het onderzoek weinig concrete bewijzen heeft opgeleverd, zoals in het opstel over de waaghalzerij van Jacob van Maerlant inzake de publicatie van zijn Rijmbijbel. In de persoon van Wessel Gansfort zou men een protestant avant la lettre kunnen ontdekken, maar er wordt niet gemakkelijk verwezen naar wat later komt. Ook de exempels en mirakelteksten worden gelaten voor wat zij zijn: geen medische verklaringen of een hedendaagse psychologische duiding waaraan de leek zich zou willen bezondigen. De middeleeuwse mens en zijn religieuze beleving worden in eigen context bestudeerd. De uitweiding van Caesarius over de zesde hoofdzonde in een opstel over het strenge eetregime van de cisterciënzers, kan voor de moderne veelvraat wellicht nog echt leerzaam blijken.

In de inleiding valt te lezen dat bij de keuze der opstellen de toegankelijkheid voor een niet-specialistisch publiek een rol heeft gespeeld. Ik vraag mij af: niet-specialistisch waarin? Op zijn minst is enige kennis van het middeleeuwse kloosterwezen noodzakelijk. Daarnaast zullen juist specialisten op het terrein van het religieuze leven in de middeleeuwen het grootste plezier aan de detailstudies in deze bundel (met bijlagen) kunnen beleven.

Martha Catania-Peters


Trefwoorden:
Religie
Middeleeuwen
Cultuurgeschiedenis
Kloosterwezen
Cisterciënzer orde
Wonderverhalen
Caesarius van Heisterbach
Wessel Gansfort
Jacob van Maerlant