Knooppunt Halbertsma
Joast Hiddes Halbertsma (1789-1869) en andere Europese geleerden over het Fries en andere talen, over wetenschap en over de samenleving
Alpita de Jong
480 pp, € 39,-
isbn/issn: 978908704134
geïllustreerd

Knooppunt Halbertsma

(recensie: Gwendolyn E. van Essen)

Deze stijlvolle dissertatie is tot stand gekomen door een gedreven onderzoek naar het leven en werk van de Friese taalgeleerde en schrijver en tevens doopsgezinde dominee Joast Hiddes Halbertsma (1789-1869) te Deventer. De promovenda Alpita de Jong beschrijft in dit omvangrijke werk hoe deze vermeende Friese nationalist bovenal een bijdrage wilde leveren aan de opbouw van Nederland en Europa. In tegenstelling tot wat algemeen werd aangenomen, namelijk dat hij met zijn voorliefde voor het Fries, de Friese regionale cultuur wilde versterken, wordt in dit boek heel helder beschreven hoe de kritische wetenschappelijke denker Halbertsma bovenal de moderne taalwetenschappelijke methode wilde verbeteren en hoe zijn kritiek vooral een belangrijke politieke en maatschappelijke dimensie bezat.

Centraal in het onderzoek dat hierin gepresenteerd wordt, staan de teksten en de correspondentie van taalgeleerden in Europa met Joast Halbertsma in de vroege negentiende eeuw. Uit het onderzoek blijkt de opvallende rol van Halbertsma in het debat over taalonderzoek en in het verlengde daarvan ook in godsdienstige en politieke kwesties. De bekende Duitse geleerde Jacob Grimm werd door Halbertsma aan de ene kant bewonderd maar aan de andere kant ook hevig bekritiseerd. De methode van Grimm, die leidde tot dwingende systemen, liet daarnaast weinig ruimte voor afwijkende verschijnselen. Ook werd de Duitse taalwetenschap door Duitse geleerden gebruikt om politieke claims op gebieden rond Duitsland kracht bij te zetten. Hierover bestond veel bezorgdheid bij geleerden in Europa en ook Halbertsma zelf uitte zijn bezorgdheid over deze ontwikkeling in zijn omvangrijke nagelaten correspondentie.

Halbertsma's belangrijkste streven was het ontwikkelen van een eigen variant van taalwetenschap om op deze wijze een Nederlandse wetenschappelijke traditie te ontwikkelen die Nederland als een zelfstandige natie zou versterken. Hierbij werd de Friese taal naar voren geschoven als een belangrijke brontaal van het Nederlands. Inspiratie voor een onafhankelijk en zelfbewust Nederland werd gevonden in de geschiedenis van de vrije Friezen, waarbij autonomie en verscheidenheid in nationaal en Europees verband de kern vormden. Het Fries kon zich hiermee dus verheugen in de belangstelling van allerlei geleerden uit die tijd. De eerbiedwaardige oude Friese rechtsteksten en de associatie van Friezen met vrijheid en democratie hadden die aandacht al ruim vóór de Franse revolutie op gang gebracht. Weliswaar verstond men onder 'Friesland' niet zozeer de huidige provincie als wel een bijna mythisch oud rijk dat overal en nergens lag, hetgeen veel wetenschappers in de achttiende en negentiende eeuw inspireerde tot het doen van onderzoek en onderlinge uitwisseling.

Op de omslag is een kaart te zien uit een reisgids uit de bibliotheek van J.H. Halbertsma, Hand-book for travellers on the continent (Brussel, 1845). In het boek bevinden zich verder interessante zwart-wit illustraties van onder andere het paspoort van Halbertsma uit de Napoleontische periode. Achterin het boek is vervolgens een evaluatie van zijn onderzoek opgenomen, waarin ondermeer uiteen wordt gezet waar oude sporen eindigen en nieuwe wegen worden ingeslagen. Hierop volgen acht bijlagen, op hun beurt gevolgd door een 'tijdlijn' met een overzicht van de belangrijkste publicaties op taalkundig gebied van na 1815 in de verschillende Europese landen. De bijlagen bevatten verscheidene brieven uit de correspondentie van J.H. Halbertsma en anderen. Verder zijn achtereenvolgens een zeer uitgebreid notenapparaat per hoofdstuk opgenomen, een lijst met gebruikte handschriften, een 'verklaring afkortingen secundaire bronnen' en een samenvatting zowel in het Nederlands als in het Engels. Tot slot bevat het boek een bibliografie en een register.

Conclusie: Halbertsma wordt nog altijd gezien als een belangrijk boegbeeld van de Friese cultuurbeweging. Desondanks blijkt heel duidelijk uit dit onderzoek dat Halbertsma met zijn bemoeienis met het Fries niet zozeer een regionale Friese cultuur heeft willen versterken, maar juist een bijdrage heeft willen leveren aan de ontwikkeling van Nederland in Europa. In het geleerde debat liet hij diverse bijdragen zien aan zeer uiteenlopende onderwerpen en zijn contacten reikten tot ver over de Alpen. Hij wisselde uit met geleerden uit Italië, Engeland, Denemarken en Duitsland. De Friese taal en letterkunde boden hem de gelegenheid voor het uitdragen van zijn eigen politiek-maatschappelijke denkbeelden inclusief een ethisch programma, dat werd gedragen door de overtuiging dat de samenleving sterker zou worden als ieder zijn eigen bijdrage zou leveren.

Deze toegankelijk geschreven dissertatie is bedoeld voor een klein gespecialiseerd publiek. Desondanks is ze door de interessante onderwerpskeuze ook aantrekkelijk voor een grotere lezerskring.

 

 

Drs. Gwendolyn E. van Essen


Trefwoorden: Nederland, Friesland, Taalwetenschap, 19e eeuw