Het leven van de heilige Katherina van Alexandrië
(recensie: Martha Catania-Peters)
Katherina
van Alexandrië was een zeer populaire heilige in de Middeleeuwen
(11e-16e
eeuw), óók in de Lage Landen. Nog altijd vinden we haar naam hier
en daar terug, zoals in het Museum het Catharijneconvent en ook het
winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht. De afbeeldingen in het boek
tonen ons een middeleeuws gekleed meisje, maar Katherina behoorde tot
de maagdmartelaressen uit de late oudheid, zoals Agatha, Agnes,
Apollonia, Barbara en Dorothea. Hun biografieën zijn steeds
hetzelfde. Beeldschone maagd van hoge komaf bekeert zich tot het
christendom, weigert God te verloochenen, wordt gemarteld, bekeert
haar beulen, en wordt meestal onthoofd. Katherina is daarbij niet
alleen knap van uiterlijk, maar ook nog eens knap door haar grote
intelligentie en geleerdheid.
In 1969 werd zij
door het Vaticaan geschrapt als heilige. De historiciteit van
Katherina was niet te bewijzen, haar biografie vol onjuistheden, haar
personage zonder karaktertekening. Er zou helemaal geen klap van waar
zijn. Hier wordt zij echter flink verdedigd door Hildo van Es en Ludo
Jongen, die onder andere betogen: “In zekere zin zijn alle heiligen
onbestaanbare figuren” (p.28)
Onderwerp van dit
boek is echter niet alleen Katherina, maar vooral ook een
Middelnederlands handschrift over het leven van de heilige Katherina
van Alexandrië, een zogenaamde vita.
De teksteditie is afgedrukt op de linkerbladzijden en de hertaling op
de rechterbladzijden van het boek. De inleiding (pp.9-29) is beknopt
maar informatief. In een voorwoord beschrijft Hildo van Es hoe hij
het handschrift vond in de bibliotheek van zijn vader, tijdens diens
leven hoogleraar Neerlandistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Van Es reconstrueert hoe het handschrift in de bibliotheek terecht
gekomen is. Waarschijnlijk was het afkomstig uit een aan Sint
Margaretha gewijd klooster in Gouda, en is het tijdens de Reformatie,
toen vele religieuze geschriften werden vernietigd, aan een
grotendeels onbekende zwerftocht begonnen, om nu te worden
teruggevonden. Het handschrift is overigens niet het enige over
Katherina in de Lage Landen, hoewel haar heiligenleven hier niet
eerder werd uitgegeven. Appendix 3 geeft een lijst van vindplaatsen
van andere Nederlandstalige teksten aangaande de heilige, en Appendix
4 geeft een aantal tekstvarianten.
Het handschrift uit
de bibliotheek van Van Es is tweedelig. Het eerste deel bestaat uit
vier episoden: het (later toegevoegde) geboorteverhaal (nativitas)
(1) en bekeringsverhaal (conversio)
(2),
gevolgd door de passio,
het kernverhaal van het gesprek met de vijftig geleerden en
Katherina’s lijdensverhaal (3). De vierde episode, een soort
Nachleben
van Katharina (4), lijkt wel wat op een religieus toeristisch
reisverslag door de Sinaïwoestijn, en kan pas na 1217 zijn ontstaan.
Het gaat over het daar aanwezige Katherinaklooster, haar graf dat
zich daar zou bevinden, de wonderen rond haar graf, en wat je het
begin zou kunnen noemen van de jacht op relikwieën van de heilige.
Het verhaal van de vinding door monniken van het lichaam van
Katherina in een rotsspleet op de berg Sinaï (4.2), herhaalt zich
trouwens in een afwijkende versie in het tweede deel, dat meer is
geschreven in de sfeer van vroegchristelijke wonderverhalen. Men
vermoedt dat dit verhaal eerst op zich zelf heeft gestaan. Alleen
hier wordt vermeld dat engelen Katherina’s lichaam eertijds in een
laken naar de berg Sinaï brachten, en ook het tijdstip van de
vinding, 13 mei 433, wordt alleen hier vermeld. Dit stuk is getiteld:
‘De translatie van Sint Katherina van de berg Sinaï’
(pp.179-187).
De oude kern van de
vita
bestaat dus uit het verhaal van de discussie met de 50 filosofen. Dat
zat zo: in het jaar 310 weigerde Katherina een dieroffer te brengen
aan de goden, zoals keizer Maxentius aan het hele volk had
opgedragen. Omdat hij niet tegen de welbespraakte achttienjarige
maagd op kon, riep hij alle geleerden uit het land bijeen, om haar
tot rede te brengen. Maar Katherina was zo sterk in haar
argumentatie, dat zij de geleerden allemaal tot het christendom wist
te bekeren. Die werden daarop ter dood gebracht. Voor Katherina werd
een rad ontworpen, om haar te doden, maar het martelwerktuig spatte
uiteen door goddelijk ingrijpen. Uiteindelijk werd zij onthoofd, maar
niet zonder de vrouw van de keizer, de vijftig geleerden en ook nog
tweehonderd ridders te hebben bekeerd.
De woordentwist met
de geleerden, waarvan de tekst door het Vaticaan te licht werd
bevonden, is een opvallende episode in de vita.
In annotaties wordt steeds verwezen naar Bijbelpassages waaruit
overduidelijk werd geleend, zelfs door de keizer, dus erg historisch
kan het discours niet zijn. Dit kernverhaal is ontstaan in de zevende
eeuw, maar van deze eerste Griekse oertekst zijn slechts fragmenten
overgeleverd. De oudst bekende complete versie is van eind tiende
eeuw.
Over het algemeen
kan worden gesteld dat de onderhavige teksteditie met hertaling,
inleiding, allerhande bijlagen, registers en uitgebreide annotatie,
een klein pareltje is geworden. De lezer gaat echter wel geloven dat
het Vaticaan redenen te over had om aan Katherina te twijfelen. De
nativitas
en
conversio
zijn nogal sprookjesachtig, door zaken als het omvangrijke, maar
onhistorische rijk Alexandrië van haar vader koning Costus.
Sprookjesachtig zijn ook de getallen in deze vita:
er zijn de 50 geleerden, 130 stieroffers, 60 kamelen om het graf van
Katherina te vinden, 4000 doden vallen er te betreuren door het
uiteenspattende rad, en 200 ridders bekeren zich!
Merkwaardig is ook
dat keizer Maxentius dan wel geen christen was, maar de
godsdienstvrijheid in Rome herstelde rond het jaar 308. In Appendix
5 ‘Historische notities’(pp.222-227) blijft mede daardoor weinig
over van de wrede christenvervolger uit Katherina’s leven. Er zou
ook nog sprake zijn van een persoonsverwisseling, al wordt dat
eveneens weerlegd. Wat persoonsverwisselingen aangaat, iemand maakte
mij attent op het bestaan van een andere geleerde vrouw in
Alexandrië. Haar naam was Hypatia en zij was zeer onderlegd in
wiskunde en filosofie, kortom een geleerde vrouw die leefde van 370
tot 415. Zij werd zo’n achtenzeventig jaar na Katherina geboren,
maar er zijn heel wat overeenkomsten. Alle twee stonden bekend om hun
geleerdheid. Alle twee begaven zij zich als vrouw tussen geleerde
mannen. Alle twee komen uit Alexandrië. En alle twee worden zij om
het leven gebracht, Katherina voor haar christelijke geloof, en
Hypatia….door fanatieke christenen, die haar beschuldigden van
hekserij. De overeenkomsten zijn op z’n minst opvallend.
Toch wil ik ook een
lans breken voor de heilige Katherina. Zij werd namelijk nog onlangs
genoemd als een van de 14 noodhelpers in het boek van Jo Claes en
anderen, Beschermheiligen
in de Lage Landen.
Een heilige die ook nog eens noodhelper is, het is wel erg dom om die
af te schaffen. En toevallig zag ik Katherina ook nog vermeld als
heilige op twee Italiaanse katholieke kalenders van 2011, natuurlijk
op haar sterfdag 25 november.
Drs. Martha
Catania-Peters
Trefwoorden:
Nederland, Middeleeuwen, Middelnederlands, Katherina van Alexandrië,
Heiligenlevens, Oudheid, Martelaressen, Christenvervolging, Keizer
Maxentius, Hypatia van Alexandrië