Het water de baas
(recensie: Gwendolyn E. van Essen)
Daan van Rijn, Rutger Polderman, Het water de baas. Geschiedenis van de mechanische bemaling in Nederland. (De Nederlandse Gemalen Stichting / Hilversum,Verloren, 2010), 356 blz., Geïllustreerd in zwart-wit en kleur, ISBN 978-90-8704-147-2, € 35,-
Dit boek is het eerste complete overzichtswerk dat specifiek de geschiedenis van de mechanische bemaling in Nederland behandelt. Stap voor stap worden we meegenomen in de geschiedenis van de strijd tegen het water in Nederland. Het is bedoeld als een vervolg op de in 2007 verschenen Gemalengids van de Nederlandse Gemalen Stichting (NGS). De inventarisatie die hiervoor werd opgezet en de database die hierop is gebaseerd, vormden daarbij een zeer nuttig hulpmiddel.
De NGS is sedert 1987 actief om de instandhouding van een groot aantal waardevolle gemalen te ondersteunen. In het hier besproken boek Het water de baas. Geschiedenis van de mechanische bemaling in Nederland worden de ontwikkelingen beschreven die de gemalen hebben doorgemaakt. Dit boek toont niet alleen de toegepaste techniek in historisch perspectief, maar tevens wordt uitgebreid ingegaan op de sociaal-economische ontwikkelingen die zich als het ware dwars door de techniek heen hebben gevlochten.
In de strijd tegen het water hebben zich mensen uit vele disciplines verenigd, zoals technici, ecologen, landschapsarchitecten, economen, ict-ers en nog vele anderen. De Nederlandse bemaling is van grote betekenis gebleken, waarvan de hoge kwaliteit uniek is in de wereldgeschiedenis. Vanaf 1750 werden in Nederland geavanceerde gemechaniseerde en geautomatiseerde installaties ontwikkeld en gebruikt om overtollig water af te voeren. Naast de duinen en dijken waren en zijn de gemalen onmisbaar in de strijd tegen het water. In Nederland zijn circa 4.500 gemalen op dit moment werkzaam.
Het boek is geschreven door twee auteurs, van wie als eerste Daan van Rijn sinds 1987 als opzichter, tekenaar, ontwerper en projectleider/vestigingsleider betrokken is bij de nieuwbouw en de aanpassing van ruime polder-en boezemgemalen. De andere auteur is Rutger Polderman, die als restauratie-adviseur en bouwhistoricus betrokken is geweest bij de plannen voor aanpassing of restauratie van diverse gemalen bij het inventarisatie- en selectieproces van de NGS.
De auteurs hebben gekozen voor een chronologische benadering, na een algemene inleiding. Het boek telt 23 hoofdstukken. Afwisselend zijn in de tekst kadertjes opgenomen, met een uitgebreide beschrijving van de belangrijkste gemalen van ons land, fraai geïllustreerd met kleurenopnamen en historische zwart-witfoto's. Achterin het boekwerk bevindt zich een verantwoording van de illustraties, zoals foto’s, kaarten en figuren. De geraadpleegde bronnen zijn onderverdeeld in Bronnen met auteur, Bronnen zonder auteur en een verzameling websites. Gerechtvaardigde kritiek is dat de bronnen wel erg summier zijn aangegeven en dat het boek geen voetnoten bezit. Wat daar weer tegen opweegt, is de grote levendigheid van het boek en de nauwkeurige ordening van het beschrevene. Met een hoopvolle blik op de toekomst wordt het boek afgesloten.
Gwendolyn E. van Essen
Grote Rozenstraat 88
9712 TK Groningen
Tel: 050-52070704
Trefwoorden: Nederland, Nieuwe tijd, Contemporaine geschiedenis, Techniek, Sociaal-economische geschiedenis, Water, Mechanische bemaling, Polders,Waterhuishouding