Friedrich Knolle
(recensie: Drs.Paul Hendriks)
Perry Pierik: Friedrich Knolle, bekentenissen van een SD-officier. (Soesterberg, uitgeverij Aspekt, 2011, 307 blz., 3e herziene druk, geïllustreerd, ISBN 9789059119123, € 19,95)
Dr. Perry Pierik (1965) is historicus en sinds 1994 tevens uitgever. Net als veel mensen van zijn (en ook mijn) generatie is Pierik al lang geïnteresseerd in ‘Aspekt’-en van de Tweede Wereldoorlog. Hij heeft al diverse publicaties op zijn naam staan, waaronder Van Leningrad tot Berlijn : Nederlandse vrijwilligers in dienst van de Duitse Waffen-SS 1941-1945 (2006). Uitgeverij Aspekt, waar hij zijn boeken uitgeeft, heeft zich gespecialiseerd in uitgaven rondom de Tweede Wereldoorlog, Jodenvervolging en geheime diensten. Zij verzorgt onder andere heruitgaven van Pressers’ Ondergang en van de boeken van militair historicus E. H. Brongers.
Hoewel ik zelf als scholier reeds begon te lezen in boeken als die van Brongers, over het zogeheten `Englandspiel’ maar ook over mysterieuze figuren als Reinhardt Gehlen, had ik tot voor kort nog nooit van het lijdend voorwerp van onderhavige publicatie gehoord. Friedrich Knolle (Amsterdam, maart 1903 - Neustadt an der Weinstrasse, oktober 1977) was gedurende de Tweede Wereldoorlog inlichtingenofficier bij de Duitse Sicherheitsdienst. Dat is op zichzelf niet zo bijzonder, maar wel dat hij in verband gebracht wordt met talloze bekende personen en gebeurtenissen uit die tijd. Zo was hij betrokken bij het neerslaan van de Februaristaking, diverse gijzelingen en executies, het oprichten van spionagescholen in Oost en West en had contacten met Mussolini's bevrijder Otto Skorzeny, de 'Gross Mufti' van Jeruzalem en de ondergrondse 'Werwolf'-organisatie. Voor de auteur reden genoeg, een diepgaand onderzoek in te stellen naar deze man “zonder spiegelbeeld” (p.11).
Op basis van een geluidsband met een onthullend interview met betrokkene, uitgebreid archiefonderzoek en gesprekken met ooggetuigen, komen echter steeds meer duistere zaken boven water, zoals de rol van premier Colijn voor en na het uitbreken van de oorlog, de Velser-affaire en de beruchte Stadhoudersbrieven van Prins Bernhard. Dit is geen biografie of een poging om alle geruchten en speculaties rond SD-er Knolle te ontzenuwen, maar wel een intrigerende blik achter de schermen van de spionage-activiteiten van de Duitsers tijdens de bezetting van Nederland. Pierik stelt uitdrukkelijk dat het hier niet om een biografie gaat. Dat is zo goed als onmogelijk over een figuur die zijn sporen zo grondig heeft uitgewist.
Anderzijds dient vastgesteld te worden dat de diverse archieven steeds fijnmaziger en beter op elkaar afgestemd raken en dat er van steeds meer hoofd- en bijfiguren uit het nazi-imperium biografieën zijn verschenen. Pierik levert met zijn boek, dat nu al in een 3e herziene druk verschenen is, een indrukwekkende bijdrage in het onderzoek naar de diverse genoemde kwesties, alsmede de schimmige figuur van Knolle zelf. Het betreft hier zeer intrigerende lektuur, die minstens zoveel vragen oproept als beantwoordt; bijvoorbeeld over de na-oorlogse rol van deze figuur, maar ook over personen als Joseph Luns, als junior diplomaat werkzaam op het neutrale Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal), waar agenten van Knolle, onder wie Antonius van der Waals, contact hadden met Jonkheer De Geer.
Als bijlage bevat het boek een uitgewerkte en vertaalde bandopname van gesprekken met Knolle. Het interview in kwestie is afgenomen door Ebbe Rost van Tonningen, zoon van Florrie Rost van Tonningen. Vertaling van dit in het Duits gevoerde gesprek (hoewel Knolle vloeïend Nederlands schijnt te hebben gesproken…) komt voor rekening van Evert van Leerdam. Juist vanwege het feit dat Knolle met zoveel personen en zaken in verband gebracht wordt, mist de lezer node een register op personen en zaken.
Drs. Paul Hendriks
meesterpaul@gmail.com
Trefwoorden: Nederland, Duitsland, Tweede Wereldoorlog, Jodenvervolging, Collaboratie, Spionage, Sicherheitsdienst