Kiezen voor kinderen?
Vrouwentijdschriften en hun lezeressen over het katholieke huwelijksleven, 1950-1975
Marloes Hülsken
224 pp, € `25,-
isbn/issn: 978-90-8704-173-1

Kiezen voor kinderen?

(recensie: Drs.Paul Hendriks)

 

Marloes Hülsken, Kiezen voor kinderen? Vrouwentijdschriften en hun lezeressen over het katholieke huwelijksleven, 1950-1975. Hilversum,Verloren, 2010, geïllustreerd, 224 pagina’s, ISBN 978-90-8704-173-1., € 25,-
 
Dit boek is tevens het proefschrift van onderzoekster Marloes Hülsken. Zij onderzocht een viertal tijdschriften op hun publicaties met betrekking tot het huwelijksleven en het moederschap. Doordat zij tevens lezeressen van de desbetreffende tijdschriften bevroeg, valt er een genuanceerd beeld te schetsen van de invloed van zowel pastoors als de RK media. Een van de conclusies van de onderzoekster is dat de invloed van de tijdschriften beperkt te noemen valt. Het stereotiepe beeld, dat katholieke vrouwen tot ver na de Tweede Wereldoorlog onder druk van de pastoor meer kinderen baarden dan ze eigenlijk wilden, blijkt dus niet te kloppen. Hülsken laat, op basis van pershistorisch onderzoek en oral history, zien hoe in de bewogen periode 1950-1975 opvattingen over moederschap, gezinsgrootte, geboorteregeling en seksuele moraal veranderden in vrouwentijdschriften en onder hun katholieke lezeressen. Door een analyse van de inhoud van Beatrijs, Libelle, Margriet en het blad van het Katholiek Vrouwengilde Doorkijk wordt duidelijk hoe vier verschillende tijdschriften over deze dikwijls heikele thematiek schreven.
De onderzoekster wil vooral weten in hoeverre de bladen betrokken waren in de overdracht van de nieuwe waardepatronen over moederschap, gezinsgrootte, geboorteregeling en seksuele moraal. Volgens haar was dat nauwelijks het geval. Die veranderingen kregen weliswaar hun beslag in de jaren zestig, maar waren al veel eerder op gang gekomen.
Wanneer ik een te recenseren boek in handen krijg, lees ik de achterkant en kijk of de informatie van de uitgever de lading dekt. In dit geval kwam ik al meteen te weten dat noch pastores, noch de bladen, veel invloed hadden op de keuzes van de RK-vrouwen in deze periode. Wat mij echter niet duidelijk werd, ook niet na het lezen van de verantwoording, was de reden van deze periodisering: 1950 - 1975. Ik kan zelf wel bedenken dat de jaren ‘50 een conservatief imago hebben en de jaren ‘60 een revolutionair, maar waarom stoppen in 1975? De keuze voor dit jaartal heb ik nergens onderbouwd gezien. Hiermee wil ik overigens niet suggereren dat de verantwoording niet deugt. Hülsken geeft een helder overzicht van bestaand onderzoek, waarbij ze zelfs doctoraalscripties betrekt die de vrouwentijdschriften uit deze periode vanuit verschillende invalshoeken benaderen.
De keuze voor de onderzochte bladen had te maken met de populariteit onder lezeressen, de oplagen en de thema’s die werden aangesneden. Het blijkt dat er vanaf 1965 in toenemende mate taboes doorbroken werden. In de jaren ‘70 had Margriet zelfs een vrouwelijke hoofdredacteur(p.188). In 1975 werd zowel in Libelle als Margriet het krijgen van kinderen als een keuze voorgesteld (p.189). Misschien dat dit tevens de verklaring is voor het jaartal 1975 als einde van de onderzochte periode.
In de bladen en in de interviews komt de cultuurgeschiedenis in brede zin uiteraard aan bod en hier en daar is ook sprake van het beleid van De Heilige Stoel, in het bijzonder ten aanzien van geboortebeperking. Vanaf de jaren ‘30 van de twintigste eeuw deden Katholieken volop aan geboortebeperking, meestal via periodieke onthouding. Begin jaren ‘60 kwam daar de pil bij, ondanks de officiële afwijzing van kunstmatige anticonceptie door het Vaticaan. Vermeldingen van de 8 mei-beweging of specifieke Pausen ben ik niet tegengekomen, wat betekent dat Johannes XXIII en Johannes Paulus VI en hun respectievelijke beleid ten aanzien van gezinsplanning niet ter sprake komen.
In de bijlagen wordt een verantwoording gegeven van de steekproefsgewijze analyse van de jaargangen der behandelde tijdschriften. Beatrijs, Libelle en Margriet zijn om de 5 jaar geanalyseerd. Doorkijk is in zijn geheel meegenomen in het onderzoek. In totaal zijn er 25 vrouwen geïnterviewd, zes vrouwen gevonden via een oproep in bladen en de rest via via.
De combinatie van tijdschriftenanalyse en lezersonderzoek heeft weliswaar niet tot een verrassende uitkomst geleid, maar het is wel een goed voorbeeld van een onderzoek waarbij verschillende methoden naast elkaar worden gebruikt en elkaar aanvullen, bevestigen en verrijken.
 
Paul Hendriks
meesterpaul@gmail.com
 
Trefwoorden: Nederland, 20e eeuw, Mentaliteitsgeschiedenis, Vrouwengeschiedenis, Lezersonderzoek, Oral history, Rooms-katholieke kerk, Geboorteplanning